T01791

Toezegging Gevolgen cultuurbezuinigingen voor de cultuursector (33.750 VIII)



De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Boxtel (D66), toe het rapport Cultuur in Beeld in november 2013 naar de Kamer te sturen, te bezien welke lessen over de gevolgen van de cultuurbezuinigingen kunnen worden getrokken uit de beschikbare rapporten en de Kamer daarover te informeren. Mocht de motie-Van Boxtel c.s. (33750 VIII, A) worden aangenomen, dan zal de minister de Kamer schriftelijk informeren hoe zij de motie zal uitvoeren. [de motie is vooralsnog aangehouden in afwachting van het rapport Cultuur in Beeld]


Kerngegevens

Nummer T01791
Status afgevoerd
Datum toezegging 24 september 2013
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden Mr. R.H.L.M. van Boxtel (D66)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen bezuinigingen
cultuur
Kamerstukken Begrotingsstaten Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2014 (33.750 VIII)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 1, item 4 - blz. 31

De heer Van Boxtel: Ik wil de minister vragen om het Sociaal en Cultureel Planbureau in kaart te laten brengen wat de exacte gevolgen zijn van de cultuurbezuinigingen bij Rijk, provincie en gemeente. Wat zijn de gevolgen voor gezelschappen, voor theaters en concertzalen? Hebben de bezuinigingen ook effect op de diversiteit in het aanbod? Als de uitkomsten van dit onderzoek bekend zijn – ik hoop in de loop van het komend jaar – dan is het zaak dat de Raad voor Cultuur wordt gevraagd, op basis van dat onderzoek nadere voorstellen te doen voor een herijking of aanpassing van de basisinfrastructuur. Ik dring hierbij aan op de nodige snelheid, om nog voor de volgende subsidieperiode van dit onderzoek en advies gebruik te kunnen maken. Ik ben benieuwd naar de reactie van de minister hierop. Mocht zij dit niet willen, dan overweeg ik de Kamer hierover om een uitspraak te vragen.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 1, item 6 - blz. 52

Minister Bussemaker: Wij moeten ook bedenken dat er naast de bezuinigingen ook echt een effect van de crisis is. Dat is te zien in de gesubsidieerde en in de niet-gesubsidieerde sector, maar het is niet heel eenduidig. De Kamer zal het straks zien in het rapport Cultuur in Beeld, waarin de ontwikkelingen in de sector in beeld worden gebracht. Dat zal in november naar de Kamer worden gezonden. Wij zien dat bij de architecten de crisis heel hard aankomt. Bij de film en de rijksmusea is het aantal bezoekers echter toegenomen. Het is dus niet allemaal eenduidig. Het gaat niet allemaal één kant op. Wij moeten ook bedenken dat de ontwikkelingen niet alleen het gevolg zijn van minder subsidie, maar soms door een daling van het aantal bezoekers doordat mensen in tijden van crisis hun geld op een andere manier uitgeven.

Ook de gemeenten bezuinigen. Volgens het CBS bezuinigen zij in 2013 gezamenlijk 63 miljoen op kunst en cultuur. Zij geven er 3,7% minder aan uit dan in 2012. De Nederlandse gemeenten mogen, zoals bekend, zelf hun budget voor kunst en cultuur bepalen.

De heer Van Boxtel (D66): Ik zou haast zeggen: nog wel. Maar dat is een grapje.

Ik kijk natuurlijk met belangstelling uit naar het rapport Cultuur in Beeld. Ik heb de minister in eerste termijn een vraag gesteld waar ik heel expliciet antwoord op wil. De minister zegt zelf dat de maatregelen hard zijn aangekomen en dat er een cumulatief effect is. Dat komt mede door de economische crisis – dat geloof ik meteen – maar ook door de intrinsieke kortingen. Dat is best bespreekbaar. Er was helaas veel te weinig transitietijd. Ik zou dolgraag willen – die vraag stel ik echt expliciet – dat het Sociaal en Cultureel Planbureau wordt gevraagd om in beeld te brengen wat er precies is gebeurd. Ik wil dat niet om daar een politiek spelletje mee te spelen, maar om echt de effecten te kunnen duiden en de samenloop van de effecten van de maatregelen van de overheid, medeoverheden en fondsen. Vervolgens wil ik dat van daaruit de Raad voor Cultuur wordt gevraagd wat wij voor de volgende periode nodig hebben. Ik denk dat de minister daar alleen maar mee geholpen is. Als zij zou zeggen dat zij dat allemaal ingewikkeld vindt, ga ik echt om een uitspraak van de Kamer vragen. Ik denk dat wij die trapbenadering gewoon nodig hebben. Wij moeten in de politiek breed, van links tot rechts, verantwoordelijkheid willen nemen voor wat wij zelf hebben veroorzaakt en van daaruit bekijken wat wij de komende periode moeten doen.

Minister Bussemaker: Ik vraag de heer Van Boxtel om toch nog even te wachten op het rapport Cultuur in Beeld dat in november verschijnt. Daarin wordt heel veel uitgezocht. De fracties van het CDA en de VVD vroegen ook al of wij de consequenties van de bezuinigingen gaan monitoren. Cebeon heeft in opdracht van mijn ministerie al onderzoek gedaan naar de gevolgen van de bezuinigingen bij gemeenten en provincies. Het CBS heeft onlangs een soortgelijk onderzoek gedaan. Wij volgen de consequenties van de crisis en de bezuinigingen op andere terreinen, zoals de ontwikkeling van het geven aan cultuur. De resultaten van deze en andere onderzoeken publiceren wij jaarlijks in het rapport Cultuur in Beeld. De volgende editie daarvan verschijnt begin november. Ik kijk daar ook reikhalzend naar uit.

Ik wil echt vermijden dat wij de middelen die wij nog hebben weer gaan uitgeven aan onderzoek dat wij voor een deel al op een andere manier hebben gedaan. Als het nodig is, ben ik graag bereid om vervolgstappen te zetten. Ik wil echter niet nodeloos onderzoek doen. Ik heb ook al gezegd dat het buiten wat wij al doen heel ingewikkeld zal zijn om precies na te gaan wat er is gebeurd. Dan moet je gaan kijken welke organisaties wij hadden, welke wij niet meer hebben en wat er is gebeurd met de organisaties die niet meer worden gesubsidieerd. Laten wij vooral kijken – daar zijn wij nu mee bezig – of er ergens problemen zijn, of er bijvoorbeeld ergens witte vlekken ontstaan. Daarover ga ik heel graag in gesprek met de Kamer. In november komt er ook nog een brief die ik de Tweede Kamer al heb beloofd over de relatie tussen gemeentelijk en landelijk beleid en het stelsel als zodanig.

De heer Van Boxtel (D66): Ik probeer het nog één keer en dan bewaar ik de rest voor de tweede termijn. Ik wil best vertrouwen op de rapportage die de minister ons in het najaar stuurt. Daar gaat het niet om. Het gaat mij om de samenhang der dingen. Het betreft verschillende opdrachtgevers en verschillende rapporten. Het is voor ons lastig om dan gewoon botje bij botje te leggen. De gedachte aan het Sociaal en Cultureel Planbureau komt bij mij naar boven omdat dat gewoon bewezen expertise heeft om de zaken goed naast elkaar te leggen, te veredelen en dat op tijd te doen, zodat wij daarna de Raad voor Cultuur weer om een nieuw advies kunnen vragen voor de volgende periode. Daarover, over de tijdvakken, zit ik te aarzelen. De minister weet immers dat het spel volgend jaar alweer op de wagen komt.

Minister Bussemaker: Dan is het SCP volgens mij toch niet de organisatie waaraan we het zouden moeten vragen. Het SCP publiceert, ook op mijn verzoek, jaarlijks een rapportage over participatie. Dat is een heel belangrijk onderzoek. Ik zeg de heer Van Boxtel wel toe dat ik ga bekijken welke lessen we uit al die rapporten die we op een gegeven moment hebben – ik noem het SCP-rapport, Cultuur in Beeld, Cebeon en het CBS – kunnen trekken, dat we op grond van de cijfers die we hebben, bekijken welke lijnen we kunnen trekken en dat we de Kamer daarover informeren. Ik wil vooralsnog echter niet een nieuw onderzoek toezeggen, want dat kost echt heel veel geld, en dat geld kunnen we dan niet spenderen aan de cultuursector zelf. We weten ondertussen wat nuttig is om te weten en we hebben heel veel gegevens. Daarmee moeten we het vooralsnog doen.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 1, item 6 - blz. 64

De heer Van Boxtel (D66): Tot slot. De minister heeft gezegd dat ze allerlei onderzoeken gaat doen en niet meer geld wil uitgeven. Dan is het toch een voordeel als je ook de binnenwereld van de andere kant een beetje kent: zij hoeft helemaal niet meer geld uit te geven. Zij gaat over het Sociaal Cultureel Planbureau en zij gaat over de onderzoeksplannen van het SCP voor 2014, en dat heeft niets met extra geld te maken. Ik heb de eer om de minister namens de fracties van OSF, VVD, GroenLinks, SP en D66 de motie voor te houden die ik zo meteen aan de voorzitter zal overhandigen, zodat zij hem in de annalen kan opnemen. Dat is niet om de minister in de wielen te rijden, maar echt om gestructureerd inzicht te krijgen in de effecten. Het is niet om een kat te geven naar het verleden of naar het huidige kabinet, maar om de basis goed te hebben voor de discussie over de volgende periode. Daar hebben we de tweetrapsraket SCP-onderzoek, Raad voor Cultuur voor nodig. Vandaar deze motie.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 1, item 6 - blz. 65

Minister Bussemaker: Ik zie de heer Van Boxtel nu non-verbaal aangeven dat hij geen genoegen neemt met andere onderzoeken. Ik verzoek de leden echter om gewoon de feiten in Cultuur in Beeld af te wachten. Dan is duidelijk wat er op dat moment aan gegevens beschikbaar is. Als de heer Van Boxtel dan blijft volharden in zijn motie, dan zal ik het SCP een extra onderzoek moeten laten doen. Dat kost extra geld. Ik denk dat de cultuurwereld hiermee uiteindelijk niet geholpen zal zijn omdat extra onderzoek een ingewikkelde cijferbrij zal opleveren terwijl wij er juist op uit zijn om de grote lijnen eruit te halen. Als de heer Van Boxtel volhardt in zijn motie, dan zal ik daarop eerst ingaan via Cultuur in Beeld. Als het moet, dan laten wij het SCP een extra onderzoek uitvoeren om de gegevens op tafel te krijgen.

De heer Van Boxtel (D66): Ik heb echt begrip voor de dappere poging van de minister, maar er speelt nog wat anders mee. In het gebruik van de tweetrapsraket SCP en Raad voor Cultuur op weg naar een nieuw beleid vanaf 2017 is een transparant en onafhankelijk beeld nodig. Ik twijfel niet aan de deelrapportages maar het is wel ingewikkeld om daar wijs uit te worden. Ik doe een helder verzoek waarvan de uitvoering echt geen kapitalen zal kosten. Het SCP kost geen kapitalen want dat is geen privaat marktbureau waarvoor dubbele tarieven betaald moeten worden. Ik denk echt dat het goed is dat het SCP nu die opdracht krijgt in de slipstream van wat al loopt met Cultuur in Beeld. Dan hebben wij straks allemaal, niet gepolitiseerd – zo is het ook niet bedoeld en daarom is de motie vrij breed gesteund – een helder beeld. Daar gaat het om. Er wordt hard ingegrepen op deze sector en we zijn het de sector daarom verplicht om een verantwoord evaluatietraject te organiseren. Daar gaat dit over.

Minister Bussemaker: Ik begrijp dat de heer Van Boxtel die informatie wil hebben, ook met het oog op de vaststelling van een nieuwe basisinfrastructuur. Dat is de vraag die wij gaan voorleggen aan de Raad voor Cultuur. Daarvoor hebben wij nog even de tijd. Ik zou zelf wel willen weten hoe het na de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar gaat met de gemeenten. Ik zeg daarom toe dat ik schriftelijk zal reageren op de motie en zal aangeven hoe ik die ga uitvoeren. Ik wil daarbij wel Cultuur in Beeld en andere informatie daarbij betrekken, alsmede het moment waarop het onderzoek moet zijn afgerond. Het zou zonde zijn als het onderzoek vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen zou worden uitgevoerd zonder de uitslag van die verkiezingen daarbij te betrekken. Die zou immers bepaalde gevolgen kunnen hebben. Ik begrijp evenwel dat de heer Van Boxtel de wens heeft om gegevens te krijgen ten behoeve van een nieuwe basisinfrastructuur. De Kamer hoort schriftelijk hoe ik deze motie uitvoer en wat de eventuele kosten daarvan zijn.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 1, item 6 - blz. 66

Minister Bussemaker: Volgens mij heb ik niet meer gezegd dan dat ik, als de motie wordt aangenomen, de Kamer schriftelijk zal laten weten hoe ik haar denk te gaan uitvoeren. Ik heb ook gezegd dat het mij wat betreft de vraag wat er gebeurt bij gemeenten niet alleen relevant lijkt om te weten wat er nu gebeurt, maar ook om te weten wat er na de gemeenteraadsverkiezingen gebeurt. Ik heb daarbij een vraag opgeworpen. Ik heb gezegd of ik niet weet of dat allemaal in kaart kan worden gebracht, omdat je dan eigenlijk moet weten wat voor afspraken er worden gemaakt op gemeentelijk niveau. Dan moet er in de gemeente een coalitie zijn gevormd waarin men afspraken heeft gemaakt over cultuur. Die moet je vervolgens in kaart brengen.

Ik zal de Kamer daar schriftelijk over informeren, zodat zij de afweging kan maken of zij het belangrijker vindt dat het voor de zomer gebeurt met onvolledige informatie of op een later moment met meer informatie. Laten wij het erbij houden dat ik de Kamer schriftelijk zal informeren over de wijze waarop ik denk de motie uit te kunnen voeren. Als dat niet naar believen is dan zien wij elkaar weer, denk ik zo.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 2, item 3, blz. 3

De heer Van Boxtel (D66): Voorzitter. We hebben vorige week een mooi en ter zake doend debat gevoerd met de minister. De bedoeling van de motie was, zodanige gegevens op tafel te krijgen dat we goed op weg kunnen naar de volgende ronde van de basisinfrastructuur en de cultuur. De minister heeft gevraagd in dat debat om eerst het rapport Cultuur in Beeld af te wachten, waarin al heel veel informatie naar boven komt. Ik ben daar van harte toe bereid. Ik houd de motie wel aan, om straks te bezien of alle informatie die nodig is om tot een nieuw advies voor de Raad voor Cultuur te komen, ook echt boven water komt. Tot die tijd gun ik de minister niet het voordeel van de twijfel, maar gewoon het voordeel.


Brondocumenten


Historie