Deze novelle wijzigt het voorstel Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (32.211). Tijdens de plenaire behandeling van wetsvoorstel 32.211 heeft de Eerste Kamer de motie-Strik c.s. aangenomen (EK 32.211, L). In deze motie wordt de regering verzocht het wetsvoorstel te splitsen, waardoor de invoering van de vergunningplicht voortvarend ter hand kon worden genomen. Met deze novelle wordt de registratieplicht voor prostituees en de vergewisplicht voor klanten uit het wetsvoorstel gehaald. Door het schrappen van de registratieplicht voor prostituees is het nodig de minimumleeftijd van 21 jaar voor prostitutie op te nemen in de wet. In het oorspronkelijke wetsvoorstel was de leeftijdsnorm van 21 jaar voorwaarde voor registratie. Hiermee wil de regering (te) jeugdige vrouwen en mannen buiten de prostitutie houden.
Deze minimumleeftijd geeft gemeentelijke toezichthouders de mogelijkheid prostituees te controleren op leeftijd. Zij kunnen te jonge prostituees aanspreken en verwijzen naar hulpverlening. Een klant die seksuele handelingen verricht met een prostituee jonger dan 21 jaar, riskeert een vrijheidsstraf van maximaal 1 jaar. Vergunninghouders worden strafbaar als zij prostituees beneden de 21 jaar voor zich laten werken. Door de landelijk eisen aan exploitanten van prostitutiebedrijven, zorgt de wet dat de vergunde bedrijven (straks ook alle escortbedrijven) een veilige en verantwoorde werkomgeving bieden. De voorgenomen strafbaarstelling van prostituees beneden de 21 jaar wordt geschrapt.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 21 juni 2016 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, PvdD, PvdA, GroenLinks, D66, Van Vliet, Klein, Groep Kuzu/Öztürk, Houwers, VVD, SGP, ChristenUnie, CDA en PVV stemden voor.
De Eerste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) heeft op 25 oktober 2016 het voorlopig verslag (EK, C) uitgebracht.
De Eerste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) heeft de bewindspersonen van het ministerie van Justitie en Veiligheid bij brief van 14 maart 2018 gevraagd naar een planning ten aanzien van de beantwoording van de vragen die gesteld zijn bij verschillende wetsvoorstellen die in behandeling zijn bij de commissie. De minister van Justitie en Veiligheid (J&V) heeft bij brief van 15 mei 2018 gereageerd. Beide brieven zijn opgenomen in een verslag van een schriftelijk overleg dat de commissie op 15 mei 2018 heeft uitgebracht (EK, S).
Wat betreft de novelle Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (33.885) meldt de minister van J&V dat er geen memorie van antwoord wordt uitgebracht. Op 26 januari 2021 is het wetsvoorstel Wet regulering sekswerk (35.715) ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel is gebaseerd op de wetsvoorstellen 32.211 en 33.885, aangepast en aangevuld teneinde uitvoering te geven aan het Regeerakkoord.
Op 13 september 2016 vond voor de commissie een deskundigenbijeenkomst over gedwongen prostitutie en mensenhandel plaats. Het verslag van deze bijeenkomst is op 7 oktober 2016 vastgesteld (EK 33.885 / 34.091, B).
ingediend
1 maart 2014titel
Wijziging van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbrancheschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Indien het bij koninklijke boodschap van 10 november 2009 ingediende voorstel van wet, houdende regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche (Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (32.211)) tot wet wordt verheven en die wet in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.