Met dit wetsvoorstel worden de verantwoordelijkheden van de opdrachtnemer en de opdrachtgever bij het beoordelen van hun arbeidsrelatie beter in balans gebracht, waardoor de mogelijkheden om te handhaven worden verbeterd en schijnzelfstandigheid wordt teruggedrongen.
In het fiscale recht en in het socialezekerheidsrecht wordt onderscheid gemaakt tussen zelfstandigen en werknemers. Of iemand een zelfstandige is of een werknemer, wordt beoordeeld op basis van de geldende wetgeving en de bijbehorende jurisprudentie. Het onderscheid tussen zelfstandige en werknemer is in de uitvoeringspraktijk van belang voor de vraag of er sprake is van inhoudings- en premieplicht voor de loonheffingen en verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen. Het is de wettelijke taak van de Belastingdienst om dit te controleren en waar nodig te handhaven.
Met dit voorstel wordt de huidige Verklaring arbeidsrelatie (VAR) afgeschaft. Het voorgestelde alternatief houdt in dat belangenorganisaties van opdrachtgevers of belangenorganisaties van opdrachtnemers, en ook individuele opdrachtgevers of opdrachtnemers, overeenkomsten voorleggen aan de Belastingdienst, zodat die een oordeel kan geven over de overeenkomst. Partijen kunnen hieraan zekerheid ontlenen omtrent de loonheffingen. De Belastingdienst zal beoordeelde overeenkomsten (voor zover mogelijk) openbaar maken, zodat deze door andere opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen worden gebruikt. Het gebruik van een beoordeelde (voorbeeld)overeenkomst is facultatief, hier bestaat geen enkele verplichting toe.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, A) is op 2 juli 2015 aangenomen door de Tweede Kamer. De fractie van de SP stemde tegen.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 2 februari 2016 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. SGP, VVD, PvdA, CDA, 50PLUS, OSF, SP en PVV stemden voor. De tijdens de plenaire behandeling op 26 januari 2016 ingediende motie-Rinnooy Kan (D66) c.s. om de behandeling van het wetsvoorstel aan te houden totdat er beter zicht bestaat op de consequenties van de voorgestelde afschaffing van de VAR-verklaring (EK L) is op 2 februari 2016 na stemming bij zitten en opstaan verworpen. ChristenUnie, GroenLinks, PvdD en D66 stemden voor.
In de Tweede Kamer vond naar aanleiding van de Tweede Voortgangsrapportage op 30 november 2016 een rondetafelgesprek over de Wet DBA plaats.
ingediend
19 september 2014titel
Wijziging van enkele belastingwetten en enkele andere wetten ten behoeve van het afschaffen van de Verklaring arbeidsrelatie (Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
-
2.In afwijking van het eerste lid treedt artikel VIII in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
106
-
14 november 2014
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van SZW over de resultaten van het onderzoek ‘Stukloon op de werkvloer’, over additionele voorstellen om schijnconstructies aan te pakken en over hoe het wetsvoorstel Wet invoering Beschikking geen loonheffingen zich verhoudt tot het nog in te dienen wetsvoorstel Wet aanpak schijnconstructies en het aangehouden wetsvoorstel Wml-ovo EK 33.623, I
voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie SZW op 18 november 2014 -
-
-
-
-