T02005

Toezegging Monitoren aantallen zaken op grond van artikel 11a Opiumwet (32.842)



De Minister van Veiligheid en Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ter Horst (PvdA), toe dat in de jaarlijkse rapportage over de drugsaanpak wordt gemonitord hoeveel zaken er op grond van het nieuwe artikel 11a van de Opiumwet zijn geweest. 


Kerngegevens

Nummer T02005
Status voldaan
Datum toezegging 4 november 2014
Deadline 1 juli 2017
Verantwoordelijke(n) Minister van Veiligheid en Justitie
Kamerleden Dr. G. ter Horst (PvdA)
Commissie commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen monitoring
Opiumwet
Kamerstukken Strafbaarstelling voorbereiding illegale hennepteelt (32.842)


Uit de stukken

Handelingen I 2014-2015, nr. 6, item 4 − blz. 33

Mevrouw Ter Horst (PvdA):

Ik gebruik deze tweede termijn om te zeggen dat de Partij van de Arbeid-fractie het van groot belang blijft vinden om de illegale, criminele hennepteelt in Nederland aan te pakken, mocht daarover onduidelijkheid bestaan. Onze beoordeling is dat de effectiviteit van dit wetsvoorstel zo gering is ten opzichte van de bestaande wetgeving dat de Partij van de Arbeid-fractie niet tot een positief oordeel kan komen. Maar wij willen altijd graag ons ongelijk bewezen zien. Ik vraag de minister dan ook of hij bereid is om deze Kamer over een bepaalde periode, zeg over een jaar, te laten weten hoeveel zaken er op grond van dit nieuwe artikel 11a in de Opiumwet zijn geweest. 

Handelingen I 2014-2015, nr. 6, item 4 − blz. 35

Minister Opstelten:

Mevrouw Ter Horst heeft om monitoring gevraagd en ik ben gaarne bereid dat na een jaar te doen. Eens in het jaar komen staatssecretaris Van Rijn en ik met een rapportage over onze drugsaanpak. Daarin zullen we dit meenemen. Ik doe dat gaarne. 


Brondocumenten


Historie