T02053

Toezegging informeren van de Kamer in een voortgangsrapportage over de financiering van het programma KEI (34.000 VI)



De Minister van Veiligheid en Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Franken (CDA), toe de Kamer in een voortgangsrapportage over de financiering van het programma KEI (Kwaliteit en Innovatie rechtspraak) te informeren, met name over de vraag of het gaat om een 100%-financiering dan wel een lager percentage op nacalculatie. 


Kerngegevens

Nummer T02053
Status voldaan
Datum toezegging 13 januari 2015
Deadline 1 januari 2016
Verantwoordelijke(n) Minister van Veiligheid en Justitie
Kamerleden prof. mr. H. Franken (CDA)
Commissie commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen financiering KEI
KEI
nacalculatie
voortgangsrapportage KEI
Kamerstukken Begrotingsstaten Veiligheid en Justitie 2015 (34.000 VI)


Uit de stukken

Handelingen I 2014-2015, nr. 16, item 3 - blz. 20-21

De heer Franken (CDA):

Ik heb begrepen dat KEI, een belangrijke activiteit, verder gefinancierd moet worden door de rechtspraak. Ik denk dat er op nacalculatie een vergoeding komt, maar dat is nog geheel onzeker. Bovendien dekt die vergoeding niet de volle 100%. Verder gaat het gerucht dat de Raad voor de rechtspraak niet eens de volledige PxQ-producten krijgt gefinancierd. Wat vindt de minister daarvan? Een deel krijgt gewoon niet uitbetaald. "Gewoon" is een Nederlands stopwoord, maar ik vind het juist niet gewoon. Hoe zit het? 

Minister Opstelten:

Ik kom zo uitvoerig op het KEI terug. Dat ligt op koers. Er zijn geen financiële problemen. Er is zo nodig ook geld beschikbaar om het uit te voeren. Over het financieringssysteem heb ik gezegd dat de PxQ-methode een kwestie van reserves is. Het zou gaan om een reserve van 80 miljoen, terwijl er 46 miljoen minder zou zijn dan de rechtspraak wilde. Dat is net een andere manier van berekenen. Ik heb gezegd dat wij een en ander monitoren en dat wij maatregelen nemen als de reserves niet voldoende blijken te zijn. Verder heb ik gezegd dat ik de Tweede Kamer in voorkomend geval informeer. Hetzelfde doe ik met de Eerste Kamer. We zijn wat dat betreft dus niet gek. Dit loopt goed. We bezuinigen niet, maar hebben met de rechterlijke macht een duidelijke afspraak voor de jaren 2014-2015. De rechterlijke macht doet het goed. De waardering van de bevolking groeit. Op de internationale ranglijsten doet de rechterlijke macht het ook goed. We staan wereldwijd op de vijfde plaats, geloof ik. Misschien vindt de heer Franken dat niet goed genoeg, maar ik was wel tevreden toen ik dat las. 

(...)

De heer Franken (CDA):

Ik kom nog even terug op mijn vraag van zojuist. Misschien heb ik vanwege dit uur op de dag niet zo goed geluisterd, maar ik meen dat er geen antwoord is gekomen op de vraag of de Raad voor de rechtspraak inderdaad wordt betaald op grond van PxQ. Krijgt de raad 100% van wat er in het akkoord is afgesproken? Dat was mijn eerste vraag. Mijn tweede vraag was hoe het KEI wordt gefinancierd. Vooralsnog krijgt men daarvoor niets, heb ik begrepen. Later zou hoogstens 70% worden gefinancierd. Er wordt dan toch ingeteerd op het vermogen, al vult de minister dat op een bepaald moment aan? Dit strookt toch niet met de afspraken die de minister met de Raad voor de Rechtspraak heeft gemaakt? De raad kan daarop toch niet rekenen? 

Minister Opstelten:

Alle afspraken die we met de Raad voor de rechtspraak hebben gemaakt, worden nagekomen. Daar is niets aan afgedaan. Maandag kon ik niet bij de nieuwjaarsrede van de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak zijn, maar hij heeft alleen maar over het KEI gesproken en gezegd dat dit moet worden uitgevoerd. Ik ben het met hem eens. Wij hebben afspraken gemaakt. Daaraan houden wij ons ongelooflijk goed. We hebben ook een heel goede verstandhouding met verschillende verantwoordelijkheden. Zo hoort het in een rechtsstaat te zijn. 

De heer Franken (CDA):

Justitie heeft mij indertijd tot rechter opgeleid. Die functie heb ik een tijdje in een uitstekende rechtbank mogen uitoefenen. Daar heb ik geleerd om door te vragen. Ik vraag dus nog één keer of het KEI voor 100% wordt gefinancierd. Wordt het volledig afgewikkeld in de zin dat de boeken schoon zijn? 

Minister Opstelten:

In de zin dat de boeken schoon zijn? Het KEI wordt binnen de gemaakte afspraken gefinancierd, dus ook binnen de bekende 26,5 miljoen die de Raad voor de rechtspraak jaarlijks aan het KEI of aan een situatie binnen een rechtbank mag besteden. Men moet daarin keuzes maken. Ik heb van de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak nog nooit het verzoek gekregen om de KEI-financiering bij te stellen of te vernieuwen. Het is voor mij de eerste keer dat ik over dit punt een vraag gesteld krijg. 

De heer Franken (CDA):

Wellicht is het verstandig dat de minister in een brief uiteenzet hoe het precies met de financiering van het KEI zit en of er 100% wordt betaald of slechts 70% op nacalculatie. 

Minister Opstelten:

Ik herhaal graag dat ik in een voortgangsrapportage nog eens uiteenzet hoe het met het KEI en de financiering gaat. Ik kom daarop terug. Mevrouw Duthler en anderen hebben er namelijk ook vragen over gesteld. De heer Reynaers had vragen over de voortgang en de ICT-problematiek, als er al een problematiek is. De financiering speelt natuurlijk altijd een rol. Die komt mede uit de 26 miljoen waarover ik het had. Ik ben gaarne bereid om de Kamer daarover op verzoek van de heer Franken nader te informeren. 


Brondocumenten


Historie