T02085

Toezegging Verzoek aan DNB om uitstel wijziging UFR (33.972)



De Staatssecretaris van SZW zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Hoekstra, toe om de Nederlandsche Bank (DNB) te verzoeken te wachten met de invoering van het advies van de Commissie UFR (ultimate forward rate) en de bezwaren van de woordvoerders in overweging te nemen, evenals de definitieve vormgeving van de UFR voor verzekeraars.


Kerngegevens

Nummer T02085
Status voldaan
Datum toezegging 16 december 2014
Deadline 1 juli 2015
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden Mr. W.B. Hoekstra (CDA)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Commissie Ultimate Forward Rate
pensioenen
Kamerstukken Wet aanpassing financieel toetsingskader (33.972)


Uit de stukken

Handelingen I 2014-2015, nr. 14, item 12 - blz. 2

Staatssecretaris Klijnsma:

Dan ga ik verder over de UFR. Laat ik vooropstellen dat het primair de verantwoordelijkheid is van de Nederlandsche Bank om de rekenrente, inclusief de UFR, voor pensioenfondsen vast te stellen. Bij de invoering van de UFR voor pensioenfondsen, in 2012, was er kritiek van de Kamer en van wetenschappers op de hoogte van de UFR. Daarom is destijds een Commissie UFR ingesteld, die advies heeft uitgebracht. Toen de Commissie met haar advies kwam, was er nog onzekerheid over hoe de UFR in Solvency II, dus in Europa, eruit kwam te zien. Dat was ook bij de Tweede Kamerbehandeling nog niet helder. De Tweede Kamer heeft toen een motie ingediend om te onderzoeken of de eventuele Europese UFR de moeite waard zou zijn om te implementeren in Nederland. Maar de Tweede Kamer zei wel: voer die nieuwe UFR wel per 1 januari in. Naar aanleiding van de EIOPA-consultatie over Solvency II voorverzekeraars wordt in februari 2015 duidelijk hoe de risico-vrije rekenrente met UFR voor verzekeraars definitief wordt vormgegeven. In het licht van dat proces en de bezwaren die hier zijn geuit tegen de UFR voor pensioenfondsen, ben ik bereid — ik heb goed geluisterd naar de leden van uw Kamer — om de Nederlandsche Bank te verzoeken te wachten met de invoering van het advies van de Commissie UFR en de bezwaren van de woordvoerders in overweging te nemen, evenals de definitieve vormgeving van de UFR voor verzekeraars. Ik begrijp namelijk dat uw Kamer zegt dat het ingewikkeld is om in zo'n korte tijd met drie UFR's te werken. Dat is overigens ook een kostenpost. Ik heb ook gesondeerd bij de Nederlandsche Bank, want die luistert natuurlijk mee met dit debat. Ik heb begrepen dat de Nederlandsche Bank dit verzoek, ons verzoek, zwaar zal laten wegen als het ftk per 1 januari wordt ingevoerd.

Handelingen I 2014-2015, nr. 14, item 12 - blz. 3

De heer Hoekstra:

Ik bedank de staatssecretaris voor haar toezegging. Heb ik haar goed begrepen dat dit betekent dat er twee UFR's zullen zijn waarmee pensioenfondsen te maken hebben: de huidige en de Europese? Dat is mijn eerste vraag.

Staatssecretaris Klijnsma:

Mag ik daar meteen op antwoorden? Het was natuurlijk de bedoeling dat de nieuwe UFR per 1 januari zou worden ingevoerd door de Nederlandsche Bank. Dat is nog steeds de bedoeling. Het is aan de Nederlandsche Bank, dat moet ik echt even heel helder melden. Ik kan, uw Kamer gehoord hebbend, naar de Nederlandsche Bank toestappen en datgene vragen wat uw Kamer naar voren heeft gebracht. Nu wij weten dat de Europese UFR genaakt, echt heel snel helder zal zijn, is het aan de Nederlandsche Bank om te bekijken of zij door zou willen stampen met de oude UFR totdat zij meer weet over die Europese UFR.

De heer Hoekstra:

Ik wil dat we elkaar echt helemaal goed begrijpen. De staatssecretaris zegt de Kamer dus toe dat ze dat zal doen, maar heeft kennelijk via de binnenlijn al een eerste contact gelegd. Heb ik dat goed begrepen?

Staatssecretaris Klijnsma:

Het antwoord is ja.

De heer Hoekstra (CDA):

Dat is een toezegging waar we een eind mee uit de voetenkunnen.

(...)

Handelingen I 2014-2015, nr. 14, item 12 - blz. 3

De heer Postema (PvdA):

Ik markeer graag de toezegging van de staatssecretaris om daadwerkelijk aan de Nederlandsche Bank te vragen om de UFR te handhaven tot het toegezegde onderzoek is afgerond. Ik vind het ook te prijzen aan de regering om zo in de wedstrijd te zitten, gezien het oordeel van deze Kamer. Daarvoor bedanken we de regering.


Brondocumenten


Historie