Parlementair jaar 2014/2015, 7e vergadering
Aanvang: 13.30 uur
Sluiting: 13.58 uur
Status: gecorrigeerd
Voorzitter: Broekers-Knol
Tegenwoordig zijn 67 leden, te weten:
Van Apeldoorn, Atsma, Backer, Barth, Van Bijsterveld, Bikker, Bredenoord, Brinkman, Broekers-Knol, Bruijn, Dercksen, Peter van Dijk, Diederik van Dijk, Don, Duthler, Engels, Ester, Faber-van de Klashorst, Flierman, Ganzevoort, De Graaf, De Grave, Van Hattem, Hoekstra, Ten Hoeve, Huijbregts-Schiedon, Jorritsma-Lebbink, Van Kesteren, Koffeman, Köhler, Kok, Kops, Kox, Krikke, Kuiper, Lintmeijer, Markuszower, Martens, Meijer, Nagel, Nooren, Oomen-Ruijten, Pijlman, Postema, Prast, Van Rij, Rinnooy Kan, Rombouts, Van Rooijen, Ruers, Schaap, Schalk, Schaper, Schnabel, Schouwenaar, Sent, Stienen, Van Strien, Swagerman, Teunissen, Van de Ven, Verheijen, Vos, Vreeman, De Vries-Leggedoor, Van Weerdenburg en Wezel,
en de heer Van der Steur, minister van Veiligheid en Justitie,
alsmede de heer Oskam, lid Tweede Kamer en de heer Recourt, lid Tweede Kamer.
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:
Gerkens en Knapen, wegens verblijf buitenslands;
Van Kappen en Knip, wegens verblijf buitenslands in verband met verplichtingen voor de Parlementaire NAVO Assemblee;
Schrijver, wegens verblijf buitenslands in verband met deelname aan de vergadering van de AFET Interparliamentary Committee van het Europees Parlement;
Elzinga, wegens verblijf buitenslands in verband met deelname aan de Interparliamentary Conference under Article 13 of the Treaty on Stability, Coordination and Governance in the Economic and Monetary Union;
Strik, wegens verblijf buitenslands in verband met verplichtingen voor de Raad van Europa;
Beuving, wegens persoonlijke omstandigheden.
Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
Aan de orde is de beëdiging van de heer B.J. Swagerman.
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mede dat door mij zijn benoemd tot lid van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven van het benoemde lid der Kamer, de heer B.J. Swagerman: de heer Kok (voorzitter), de heer Don en mevrouw Bikker.
Ik deel aan de Kamer mede dat de ingekomen missives van de voorzitter van het centraal stembureau en de geloofsbrief van de heer B.J. Swagerman inmiddels in handen zijn gesteld van de commissie tot het onderzoek van de geloofsbrief.
Het is mij gebleken dat de commissie haar taak reeds heeft verricht.
Ik geef derhalve het woord aan de heer Kok, voorzitter van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief van de heer B.J. Swagerman, tot het uitbrengen van rapport.
De heer Kok i, voorzitter der commissie:
Voorzitter. De commissie die de geloofsbrief van het benoemde lid van de Kamer de heer B.J. Swagerman heeft onderzocht, heeft de eer te rapporteren dat de geloofsbrief en de daarbij ingevolge de Kieswet overgelegde bescheiden in orde zijn bevonden.
Het rapport van de commissie is neergelegd ter Griffie ter inzage voor alle leden.
De commissie adviseert de Kamer om de heer B.J. Swagerman als lid van de Kamer toe te laten.
De voorzitter:
Ik dank de heer Kok voor het uitbrengen van het rapport en de commissie voor het verrichten van haar taak. Ik stel aan de Kamer voor, het advies van de commissie te volgen en het volledige rapport in de Handelingen te doen opnemen.
Daartoe wordt besloten.
(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)
De voorzitter:
Ik verzoek de griffier, de heer Swagerman binnen te leiden.
Nadat de heer Swagerman door de griffier is binnengeleid, legt hij in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven eden af.
De voorzitter:
Ik wens u van harte geluk met uw benoeming. Ik heb begrepen dat u de presentielijst al hebt getekend. Het was een beetje prematuur; juridisch gezien zou er een probleempje kunnen zijn, maar dat is nu toch opgelost. Ik verzoek u om alvorens plaats te nemen in ons midden, nog even te blijven staan, zodat de overige leden u met uw benoeming kunnen feliciteren.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.
Ingekomen is een beschikking van de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal d.d. 10 november 2015 houdende aanwijzing van de leden F.E. van Kappen, H.A. Schaper, A.M.C. Eijsink, H. van Bommel, J.H. ten Broeke, R.W. Knops en M. Servaes tot leden van de NAVO Parlementaire Assemblee
en
houdende aanwijzing van de leden M.J.T. Martens, E.B. van Apeldoorn, M.A.J. Knip, S. Günal-Gezer, W. Hachchi, R. de Roon en R. Vuijk tot plaatsvervangend leden van de NAVO Parlementaire Assemblee.
Initiatiefvoorstel Opheffing strafrechtelijke immuniteiten
Aan de orde is de stemming in verband met het Voorstel van wet van de leden Recourt, Oskam en Segers tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met het opheffen van de strafrechtelijke immuniteiten van publiekrechtelijke rechtspersonen en hun leidinggevers (30538).
(Zie vergadering van 27 oktober 2015.)
De voorzitter:
Ik heet de heren Recourt en Oskam en de minister van Veiligheid en Justitie, die namens de regering bij de stemmingen aanwezig is, van harte welkom in de Eerste Kamer. Ik heb begrepen dat de heer Segers vanwege zijn nieuwe functie elders opgehouden wordt, en dat is heel begrijpelijk.
Hebben alle leden de presentielijst getekend? Van de heer Swagerman weet ik zeker dat hij het gedaan heeft. Maar van alle anderen nu ook.
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.
Mevrouw Van Bijsterveld i (CDA):
Voorzitter. Twee weken geleden hebben wij een heel goed debat gevoerd over dit wetsvoorstel. Alle argumenten voor en tegen zijn de revue gepasseerd en hebben ruimschoots aandacht gehad. Mijn fractie heeft deze argumenten zorgvuldig gewogen en de conclusie van mijn fractie is dat de argumenten tegen zwaarder wegen dan de argumenten voor. Mijn fractie zal daarom tegen het voorstel stemmen.
De heer Ruers i (SP):
Mevrouw de voorzitter. Naar de mening van de SP-fractie levert het voorliggende wetsvoorstel een belangrijke bijdrage aan het verbeteren van de democratische rechtsstaat. Een moderne democratische overheid kan het zich naar onze mening niet langer permitteren om, waar de overheid haar burgers strafrechtelijk vervolgt, zichzelf een vrijbrief te geven. Dat sommige partijen er niettemin voor kiezen om de bestaande strafrechtelijke ongelijkheid te handhaven met een beroep op het primaat van de politiek-bestuurlijke verantwoording acht de SP-fractie onbegrijpelijk. De ervaring heeft ons immers geleerd dat de politiek-bestuurlijke verantwoording onder omstandigheden tekort kan schieten terwijl de noodzakelijke strafrechtelijke sanctie ontbreekt. Een overheid die zichzelf strafrechtelijk bij voorraad vrijpleit, accepteert de schending van normen en laat strafbare feiten onbestraft die in onze samenleving niet onbestraft horen te blijven. Aan die situatie dient wat onze fractie betreft een einde te komen. Daarom steunen wij het wetsvoorstel.
De heer Ten Hoeve i (OSF):
Voorzitter. De strafrechtelijke immuniteit van overheden is lang niet absoluut. Binnen het Nederlandse recht, via jurisprudentie en op grond van het EVRM, kunnen ernstige gevallen strafrechtelijk vervolgd worden. Wat dan resteert, zijn vooral politiek-bestuurlijke beslissingen waarvoor het strafrecht niet echt gemaakt is. Ook de inconsequentie van de overheid die zichzelf moet vervolgen, leidt ertoe dat we niet te veel van dit strafrechtelijke middel gebruik moeten willen maken. Ik zal dus tegenstemmen.
Mevrouw Bikker i (ChristenUnie):
Voorzitter. Kenmerkend voor de rechtsstaat is dat degene die de regels stelt, zich ook volgens die regels heeft te gedragen. In het merendeel van de gevallen gaat dat in Nederland goed en voorziet, indien de overheid betrokken is, het democratisch proces in herstel. Slechts voor een klein aantal ernstige incidenten kan nu geen gerechtigheid geschieden. Daarmee lijkt de overheid aan het recht te ontkomen. Dit wetsvoorstel wil dat gat dichten. De fractie van de ChristenUnie steunt dat uitgangspunt, maar heeft ook stevige twijfels geuit over de bijkomende gevolgen van de opheffing van de strafrechtelijke immuniteit van de overheid. Veel draait daarbij om verwachtingen en inschattingen. De indieners hebben ten aanzien van het nut en de gevolgen voor de ambtelijke cultuur de fractie van de ChristenUnie kunnen overtuigen. Op andere punten zijn toezeggingen gedaan om ze te betrekken bij de evaluatie. Hoewel daarmee nog steeds niet alle aarzelingen zijn weggenomen, wil mijn fractie dit wetsvoorstel het voordeel van de twijfel geven en zullen wij voorstemmen.
De heer Schouwenaar i (VVD):
Mevrouw de voorzitter. Het klinkt rechtvaardig en sympathiek: de overheid staat niet boven de strafwet; maar op het tweede gezicht zien wij het staatsrecht, dat voorziet in een politieke, democratische verantwoording. Voor de strafrechter verschijnen regelmatig individuele overheidsdienaren die over de schreef zijn gegaan. De civiele rechter verplicht tot schadevergoeding, ook de overheid. De bestuursrechter toetst de rechtmatigheid van overheidshandelen. Die stelsels werken goed en snel. Daarom vindt mijn fractie het niet nodig dat de overheid als organisatie en rechtspersoon nog eens apart voor de strafrechter verschijnt met alle complicaties van dien. Mijn fractie zal daarom tegen dit voorstel stemmen.
De voorzitter:
Ik stel voor, te stemmen bij zitten en opstaan.
Daartoe wordt besloten.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de ChristenUnie, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, 50PLUS, de SP en de PVV voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de SGP, de VVD, het CDA, de OSF en D66 ertegen, zodat het is verworpen.
Het wetsvoorstel is met één stem verschil verworpen.
Stemming Europees kader voor herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen
Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Implementatiewet Europees kader voor herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen (34208).
(Zie vergadering van 3 november 2015.)
De voorzitter:
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.
De heer Van Apeldoorn i (SP):
Voorzitter. Wij waren het vorige week in deze Kamer — al liet het debat sommige deelnemers in verwarring achter — opvallend eens over wat het doel zou moeten zijn. De discussie ging over de wijze waarop dit doel bereikt moet worden. Zal deze bankenunie, ook als je kijkt naar de uitvoerbaarheid, erin slagen om de gestelde doelen, stabiliteit van ons financiële systeem en het buiten schot houden van de belastingbetaler, te behalen? Ons antwoord daarop is nee. Sterker nog, wij vrezen dat banken in Europa nu alleen nog maar groter zullen worden. De SP-fractie heeft het voorliggende pakket zorgvuldig gewogen en te licht bevonden. Daarom stemt mijn fractie tegen het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik stel voor, te stemmen bij zitten en opstaan.
Daartoe wordt besloten.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, de VVD, de PvdA, het CDA, GroenLinks, 50PLUS, de OSF en D66 voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de PvdD, de SP en de PVV ertegen, zodat het is aangenomen.
Lijst van besluiten en ingekomen stukken
Lijst van besluiten:
De Voorzitter heeft na overleg met het College van Senioren besloten om:
a. de stemmingen over de volgende wetsvoorstellen te doen plaatsvinden op 10 november 2015:
Voorstel van wet van de leden Recourt, Oskam en Segers tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met het opheffen van de strafrechtelijke immuniteiten van publiekrechtelijke rechtspersonen en hun leidinggevers (30538);
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2014, L 173), alsmede ter implementatie van verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk bankenafwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2014, L 225) (Implementatiewet Europees kader voor herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen) (34208);
b. de plenaire behandeling van het volgende wetsvoorstel te doen plaatsvinden op 1 december 2015 (onder voorbehoud):
Regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming) (33348);
c. de plenaire behandeling van het volgende wetsvoorstel te doen plaatsvinden op 8 december 2015:
Regels over het tijdelijk heffen van tol voor de gedeeltelijke bekostiging van de verbinding tussen de A15 bij Rozenburg en de A20 tussen Maassluis en Vlaardingen en de verbinding van de A15 tussen knooppunt Valburg en de A12 bij Zevenaar (Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15) (34189).
Lijst van ingekomen stukken, met de door de Voorzitter ter zake gedane voorstellen:
1. het volgende door de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangenomen wetsvoorstel:
Wijziging van de Participatiewet in verband met de bescherming van lijfrenteopbouw en de vrijlating van inkomsten uit arbeid en wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de bevordering van vrijwillige voortzetting van pensioenopbouw (Wet vrijlating lijfrenteopbouw en inkomsten uit arbeid en bevordering vrijwillige voortzetting pensioenopbouw) (34227).
Dit wetsvoorstel zal in handen worden gesteld van de desbetreffende commissie;
2. de volgende regeringsmissives:
een, van de minister-president, minister van Algemene Zaken, ten geleide van een afschrift van het koninklijk besluit no. 2015001880 d.d. 28 oktober 2015, houdende het verlenen van ontslag aan mevrouw W.J. Mansveld als staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (griffienr. 158170);
een, van de minister van Buitenlandse Zaken, ten geleide van het advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) en de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) betreffende autonome wapensystemen (griffienr. 158156);
een, van alsvoren, ten geleide van het AIV-advies "Inzet van snelle reactiemachten" (griffienr. 158155);
een, van alsvoren, houdende goedkeuring van het op 29 juni 2015 te Beijing tot stand gekomen verdrag betreffende de Aziatische Infrastructuurinvesteringsbank; Beijing, 29 juni 2015 (Trb. 2015, 110 en 166) (griffienr. 158150);
een, van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, inzake voorhang Wijziging Besluit BRP (griffienr. 158151);
een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, inzake aanvulling geannoteerde agenda OJCS-Raad 23 en 24 november 2015 (griffienr. 158017.01);
een, van de minister van Financiën, ten geleide van de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofin-Raad van 9 en 10 november en de Begrotingsraad van 13 november 2015 (griffienr. 158159);
een, van de minister van Defensie, inzake rapportage internationale militaire samenwerking (griffienr. 158154);
een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, inzake voorhangbrief wijziging tariefsoort abortushulpverlening aan niet-WLZ-gerechtigden (griffienr. 158153);
een, van alsvoren, inzake Actualiteitenbrief bloedvoorziening 2015 (griffienr. 158149).
De Voorzitter stelt voor deze missives voor kennisgeving aan te nemen. De bijlagen zijn neergelegd op de afdeling inhoudelijke ondersteuning ter inzage voor de leden;
3. de volgende missives:
een, van de Algemene Rekenkamer, ten geleide van een afschrift van een brief d.d. 29 oktober 2015 aan de Tweede Kamer betreffende Aanpak problemen trekkingsrecht pgb (griffienr. 158157);
een, van alsvoren, inzake afschrift brief d.d. 3 november 2015 aan de Tweede Kamer betreffende Actieplan lokale rekenkamers (griffienr. 158168).
De Voorzitter stelt voor deze missives voor kennisgeving aan te nemen. De bijlagen zijn neergelegd op de afdeling inhoudelijke ondersteuning ter inzage voor de leden;
4. de volgende geschriften:
een, van S.P.B. de Z., inzake een visie op het beschermen van overheidsadministratie/persoonsgegevens in tijdens van oorlog of ramp (griffienr. 158165).
Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking;
een, van A.V. te A., inzake toeslagen gezin (griffienr. 158166).
Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Financiën;
een, van R.J. te S., inzake klacht tegen de huidige instanties in Nederland (griffienr. 158176).
Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissies voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voor Financiën en voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning.
De Voorzitter stelt voor deze geschriften voor kennisgeving aan te nemen.