Plenair Schalk bij voortzetting behandeling Publieke mediadienst



Verslag van de vergadering van 1 maart 2016 (2015/2016 nr. 21)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 12.03 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Meestal danken wij de staatssecretaris voor de antwoorden in eerste termijn. Dat doe ik natuurlijk ook, maar eerst wil ik complimenten maken aan de Kamer. De wijze waarop het debat een paar weken geleden werd onderbroken zodat zowel de staatssecretaris als de senatoren zich konden bezinnen, vind ik een voorbeeld van respectvol omgaan met elkaar in een moeizaam proces. Zo wordt ruimte gecreëerd om wetgeving in goede banen te leiden. Ik vind dat een mooie manier.

Vervolgens is natuurlijk wel van belang wat in de tussentijd is gebeurd. Ik richt mij daarbij op drie punten. 1. Good governance. 2. De rol en positie van de NPO versus de omroepverenigingen met speciale aandacht voor levensovertuiging. en 3. De doorzetting van de Kijkwijzer op reclame-uitingen op alle platforms, dus radio, televisie en internet.

Ik begin met good governance. Dat betekent heel simpel: goed bestuur. Uit de beantwoording van de staatssecretaris blijkt dat hij ervan overtuigd is dat hij tot nu toe zuiver heeft gehandeld bijvoorbeeld bij de diverse benoemingen die in de eerste termijn uitvoerig zijn besproken. Maar nu er zo veel vragen zijn over dit thema, is het verstandig om nog eens goed naar die governancestructuur te kijken. Uit de toezeggingen die zijn verwoord in de brief van 12 februari jongstleden, blijkt dat de staatssecretaris een heldere governancestructuur wil creëren. De fractie van de SGP is benieuwd hoe hij die zal uitwerken.

Het tweede heikele punt is de positie van de NPO versus de omroepverenigingen. Daar is gewoon spanning. Paradoxaal genoeg wil iedereen graag dat deze wet wordt aangenomen om daarmee enige rust te creëren in het veld van de publieke media. Nu de coördinerende rol van de NPO echter wordt omgebogen naar een sterk sturende rol in de programmering, zou die onrust juist weer kunnen toeslaan. Ik begrijp dat de staatssecretaris zoekt naar een mix van traditionele omroepverenigingen en nieuwe aanbieders. Als de NPO echter al van tevoren een groot deel van het budget richting nieuwe aanbieders positioneert, ontstaat er geen rustgebied waarin de nieuwe werkwijze van de publieke omroep zich kan inbedden in de samenleving. Zeker als de NPO sturend op zoek gaat naar externe producenten, gaat dit veel verder dan programmatische sturing. Juist dan zal de inhoud sterk worden bepaald door de NPO en dat vind ik ongewenst. Daarom vraag ik de staatssecretaris hoe hij de rol van de NPO ten opzichte van de omroeporganisaties beter kan inkaderen. Wil hij op die vraag antwoorden met inachtneming met de brief van de NPO en de omroepverenigingen die op 28 februari jongstleden is verzonden? Dat was op zondag en dat was voor mijn fractie niet echt nodig.

Het aspect van de levensovertuiging blijft belangrijk. Juist dit aspect vormde de basis van het ontstaan en bestaan van omroepvereniging. Juist dit aspect van levensovertuiging was voor veel burgers de reden om zich aan te sluiten bij specifieke omroepen. Ik leg daarom heel nadrukkelijk de vraag aan de staatssecretaris voor hoe hij kan bevorderen dat levensovertuiging een speerpunt blijft of wordt in de prestatieovereenkomst en dat er goede waarborgen zijn dat levensovertuiging juist bij de publieke omroep ruimte krijgt.

Tot slot wil in ingaan op de toezegging van de staatssecretaris om de Kijkwijzer toe te passen op reclame-uitingen op alle platforms, dus op radio, televisie en internet. In het debat in eerste termijn heeft de staatssecretaris toegezegd dat hij dit zal onderzoeken, sterker nog, dat hij zich hiervoor hard zal maken. In zijn brief van 12 februari schrijft hij zelfs dat hij zal bevorderen dat de criteria van de Kijkwijzer in het kader van de bescherming van jongeren, ook worden toegepast bij reclame. Dat is een heldere toezegging. Een eerste stap zou zijn dat de Ster zich bij het NICAM aansluit. Heeft de staatssecretaris aanwijzingen dat de Ster dit ook zal doen? Er zijn inmiddels een paar weken verstreken en dit zou zomaar al aan de orde kunnen zijn.

Ik realiseer mij overigens dat dit thema aan de rand van dit debat meeloopt. Dat heeft twee kanten. Ik dank mijn collega's voor hun geduld op dit punt. Daarnaast zou ik het op prijs stellen als de staatssecretaris zich op dit punt aan de toezegging zou houden, zelfs als de voorliggende wet niet wordt aangenomen. Het gaat hier immers om inhoudelijke en morele afwegingen die uitstijgen boven de inrichting van de publieke omroep.

Voor dit moment blijft de vraag over op welke termijn de staatssecretaris de Kamer zal kunnen informeren over de wijze waarop de Kijkwijzer wordt toegepast op reclame-uitingen op radio, televisie en internet. Net als de vorige keer zie ik uit naar de reactie van de staatssecretaris.