Verslag van de vergadering van 8 maart 2016 (2015/2016 nr. 22)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.26 uur
De heer Van Rooijen i (50PLUS):
Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn bijzonder open benadering, met vooral in het begin een scherpe analyse en overview, wat ik bijna een helicopterview zou willen noemen. Collega Knapen sprak over een aantal onderwerpen. Zijn woorden gebruikend zou ik kunnen zeggen: het was een soort caleidoscoop, voor elck wat wils. Hij noemde daarbij het pensioenstelsel. Dat gaat wel om tien miljoen deelnemers en om een privaat stelsel, met uitgesteld loon. Mijn fractie vond en vindt dat Brussel zich daar niet mee moet bemoeien. Dat wil ik in dit Europese debat wel gezegd hebben. Want als we het hebben over wat Brussel wel en niet moet doen, dan is dit toch iets wat ver van Brussel moet worden gehouden. Ik vraag de Nederlandse regering: let op uw en onze zaak! Als ik de minister vandaag hoor, ben ik daar best gerust op, al had hij in eerste termijn daarop nog niet geantwoord.
Ik heb het debat over Oekraïne de afgelopen weken uiteraard gevolgd. Ik vond de minister heel helder over zijn standpunt. Mij spreekt het als oud-staatssecretaris van Financiën erg aan dat in de haven van Odessa — de minister is daar vast mee bekend — de douanedienst in een aantal maanden rechtsstatelijke verbeteringen met moderne middelen heeft gerealiseerd.
Wat Tunesië betreft, zinspeelde de minister er al op dat hij de Kamer misschien een overzicht zal verstrekken van maatregelen voor dit land. Ik zou dat bijzonder op prijs stellen. Het bezoek van de premier vorige week vind ik daartoe alle aanleiding. Wat kan er nog meer vanuit Europa en vooral ook vanuit Nederland worden gedaan? De premier van Tunesië vond zelf dat Libië een nog grotere bedreiging is dan Syrië. Dat land ligt immers dichtbij Europa.Welk beleid kan Europa samen met de VS en wellicht ook met andere landen, waaronder Rusland, voeren om de brandhaard Libië, die grote gevaren in zich bergt voor een prille democratie als Tunesië, aan te pakken?
Ik heb duidelijke woorden gesproken over de ECB. We moeten ons goed realiseren dat een onafhankelijke instantie als de ECB wel voor alle burgers van eurolanden en voor de hele Europese bevolking besluiten neemt met grote langjarige gevolgen. Ik vind — dat heeft niets met populisme of met wat dan ook te maken — dat we ons goed moeten realiseren dat een onafhankelijke instantie op een verantwoorde manier "betoezicht" moet worden, juist vanwege zijn onafhankelijkheid. Dat lijkt een contradictie, maar we kunnen niet zeggen: dat is een natuurverschijnsel, het gebeurt zoals het gebeurt. Ik maak dat concreet met de opmerking dat we komende zomer heel spannende situaties kunnen krijgen rond de grote, massieve aflossingen die Griekenland moet doen aan de ECB. Ik maak me daar grote zorgen over. Wil de minister dat duidelijk onder de aandacht van onze voorzitter van de eurogroep brengen? Dat kan toch nog grote gevolgen hebben. De minister zei: monetair beleid is ook oorlog met andere middelen. Dat vond ik een grappige opmerking voor een minister van Buitenlandse Zaken. Ik hoef over de ECB dus verder niets te zeggen. "Crisis" heeft in het Chinees overigens vooral een positieve betekenis.
De voorzitter:
Is de minister van Buitenlandse Zaken in de gelegenheid om direct te antwoorden? Dat is het geval. Hij heeft het woord.