Dit wetsvoorstel voor de Comptabiliteitswet 2016 strekt tot modernisering van de Comptabiliteitswet 2001. Het wetsvoorstel geeft een nieuw wettelijke kader voor het beheer, de controle en de verantwoording van de financiën van het Rijk. Vanuit het perspectief van de Staten-Generaal is de belangrijkste functie van de Comptabiliteitswet het waarborgen van het in de Grondwet neergelegde budgetrecht.
Ook regelt het wetsvoorstel het beheer van publieke financiële middelen door organisaties buiten het Rijk die worden gefinancierd met publieke middelen. Dergelijke organisaties ontvangen bijvoorbeeld publieke middelen uit de rijksbegroting of uit wettelijke premies of tarieven voor het uitvoeren van hun wettelijke taken. Kenmerkend is dat deze organisaties op afstand van de ministeries staan en hun taken zelfstandig uitvoeren. Voorbeelden zijn onderwijsinstellingen, het Kadaster, Staatsbosbeheer, etc. Deze organisaties worden in de Comptabiliteitswet beschouwd als rechtspersonen met een wettelijke taak.
Verder regelt het wetsvoorstel, op grond van artikel 78 van de Grondwet, de inrichting, samenstelling en bevoegdheden van de Algemene Rekenkamer.
De Comptabiliteitswet 2001 wordt ingetrokken.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, A herdruk) is op 11 oktober 2016 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 21 maart 2017 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
8 maart 2016titel
Regels inzake het beheer, de informatievoorziening, de controle en de verantwoording van de financiën van het Rijk, inzake het beheer van publieke liquide middelen buiten het Rijk en inzake het toezicht op het beheer van publieke liquide middelen en publieke financiële middelen buiten het Rijk (Comptabiliteitswet 2016)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
51