De initiatiefnemers zeggen de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden De Graaf (D66) en Bikker (ChristenUnie), toe dat de voorzitter van het Huis voor klokkenluiders in zowel de advies- als de onderzoeksfase geen rol heeft op het niveau van een individuele casus en daarbij ook niet betrokken wordt door de andere bestuurders.
Nummer | T02232 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 9 februari 2016 |
Kamerleden | Mr. M.H. Bikker (ChristenUnie) Mr. Th.C. de Graaf (D66) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | legisprudentie |
Onderwerpen | Huis voor klokkenluiders rol voorzitters |
Kamerstukken | Novelle Initiatiefvoorstel-Van Raak, Fokke, Koşer Kaya, Segers, Thieme, Klein en Voortman Wet Huis voor klokkenluiders (34.105) Initiatiefvoorstel-Van Raak, Fokke, Koşer Kaya, Voortman, Segers, Thieme en Klein Wet Huis voor klokkenluiders (33.258) |
Handelingen I 2015-2016, nr. 19, item 6 - blz. 17
De heer Van Raak: Dat zal niet gelden voor de voorzitter. Dat moet een krachtige, aansprekende figuur zijn. Hij moet het Huis naar buiten toe verdedigen. Hij is verantwoordelijk voor de gehele organisatie, maar vooral moet hij de zorgvuldigheid van de adviezen en de onderzoeken en de kwaliteit bewaken. In die zin heeft hij dus ook een bewakende rol. Met het oog op de zorgvuldige dienstverlening zou de voorzitter kunnen deelnemen aan de afdeling advies, om te zien of processen goed gaan. Maar nadrukkelijk heeft de voorzitter geen bevoegdheden op casusniveau. Dat is een nadrukkelijk verzoek van deze Kamer, maar het is ook niet nodig gezien de rol die hij vervult en de rol die de adviseurs vervullen.
(...)
De heer De Graaf (D66): Ik meen toch in de memorie van antwoord te hebben gelezen dat de indieners van oordeel zijn dat in de adviesfase de twee bestuurders van de afdeling advies over de individuele zaak overleggen, zo nodig ook met de voorzitter. Dat betekent dus dat die wel een rol speelt in het adviestraject, anders wordt er niet over een individuele casus met de voorzitter overlegd.
De heer Van Raak: De voorzitter speelt een belangrijke rol in het advies, om ervoor te zorgen dat de kwaliteit wordt bewaakt, de zorgvuldigheid wordt bewaakt en iedereen zich aan de wettelijke kaders houdt, die niet heel eenvoudig zijn. Op casusniveau heeft de voorzitter geen rol.
De heer De Graaf (D66): Dan moet u uw eigen memorie van antwoord nog eens nalezen, want daarin zegt u precies het tegenovergestelde. Ik wil wel graag eenheid van opvatting hebben. U zegt daarin echt: twee bestuurders die overleggen over een advies, zo nodig met de voorzitter. Dus dan wordt ook door de voorzitter op individueel casusniveau overlegd.
De heer Van Raak: Bedoeld is daar de zorgvuldigheid en de kwaliteit, en de bewakende rol van de voorzitter. Bedoeld is daar niet om in individuele casussen te beoordelen of te kijken. Dat is niet nodig. Dat past ook niet bij de rol van de adviseurs.
De heer De Graaf (D66): Ik wil het de heer Van Raak niet moeilijker maken dan het is, maar als hij zegt dat de voorzitter moet waken over de zorgvuldigheid, bedoelt hij dan dat de voorzitter zich, als het gaat om een individuele casus, in die individuele casus moet begeven om te zien of er zorgvuldig wordt gehandeld door de collega-bestuurders en de medewerkers? Of moet die voorzitter daar gewoon buiten blijven?
De heer Van Raak: Hij moet in ieder geval buiten de individuele casus blijven. Dat is ook de wens van de Kamer. Daar heeft de voorzitter geen rol in. Volgens mij is dat ook niet nodig om de zorgvuldigheid en de kwaliteit te bewaken van het optreden van die adviseurs.
De voorzitter: Mijnheer De Graaf, tot slot.
De heer De Graaf (D66): Dan zouden we hier dus nu kunnen vaststellen dat de authentieke interpretatie van de indieners en van deze Kamer is dat de voorzitter géén rol heeft in het individuele traject in de adviessfeer, en dus ook niet wordt betrokken bij die individuele casus door de andere bestuurders.
De heer Van Raak: Ja, want dat is niet nodig. Ik zou het ook goed vinden als dat verder wordt uitgewerkt in het bestuursreglement dat op grond van deze wet moet worden opgesteld en aan de minister wordt voorgelegd.
(...)
Handelingen I 2015-2016, nr. 19, item 6 - blz. 18
Mevrouw Bikker (ChristenUnie): De indiener heeft duidelijk gemaakt dat de voorzitter in de adviesfase in geen geval betrokken zal zijn bij een individuele casus. De memorie van antwoord liet daar toch ruimte in.
De heer Van Raak: Ja.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie): Ik wil dus wel expliciet vernemen hoe hij dit voor zich ziet in de onderzoeksfase. Ik neem aan dat hij dat uitsluit.
De heer Van Raak: Dat klopt. Ik moet wel zeggen dat er nog een verschil is op het moment dat de melder schriftelijk moet verklaren of informatie van de afdeling advies naar de afdeling onderzoek mag gaan. Dat is een procedure die nog per amendement door de Tweede Kamer is verzwaard. Ook in dat geval is het echter niet nodig dat de voorzitter zich op casusniveau bemoeit met het onderzoek.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie): Dat is dan helder.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2015/2016, nr. 19, item 6
-
13 juni 2023
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA) -
13 juni 2023
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) -
9 februari 2016
toezegging gedaan