De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden De Graaf (D66) en Vos (GroenLinks), toe zich te zullen inspannen om voldoende financiële dekking voor het Huis voor klokkenluiders te vinden.
Nummer | T02233 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 9 februari 2016 |
Deadline | 1 januari 2017 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | Mr. Th.C. de Graaf (D66) Ir. M.B. Vos (GroenLinks) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | begrotingen financiële dekking Huis voor klokkenluiders |
Kamerstukken | Novelle Initiatiefvoorstel-Van Raak, Fokke, Koşer Kaya, Segers, Thieme, Klein en Voortman Wet Huis voor klokkenluiders (34.105) Initiatiefvoorstel-Van Raak, Fokke, Koşer Kaya, Voortman, Segers, Thieme en Klein Wet Huis voor klokkenluiders (33.258) |
Handelingen I 2015-2016, nr. 19, item 6 - blz. 9
Mevrouw Vos (GroenLinks): Wij hebben ook nog een vraag over het budget. De minister heeft aangegeven dat op dit moment €400.000 structureel beschikbaar is. Is dat boven op de budgetten die nu al beschikbaar zijn voor het Adviespunt Klokkenluiders en de Onderzoeksraad Integriteit Overheid? Vinden de indieners dit budget voldoende? Ik vraag de minister, mocht het Huis gaan lopen als een trein, als er veel belangrijke zaken worden aangemeld en er als dus veel werk is, of het dan mogelijk is dat er uiteindelijk wordt gekeken naar een verhoging van het budget. Graag een toelichting
(...)
Handelingen I 2015-2016, nr. 19, item 6 - blz. 29
De heer Van Raak: Als het Huis er niet komt, blijven het Adviespunt en de OIO bestaan. Dat kost ook heel veel geld. Het gaat uiteindelijk om een klein bedrag. Als ik minister van Financiën was, zou ik het opvoeren als een heel grote bezuiniging. We hoeven immers maar één fraudezaak te voorkomen — denk aan de bouwfraude — en we bezuinigen miljoenen of zelfs tientallen of honderden miljoenen. Er blijft een klein bedrag over. Dat hoeft wat ons betreft niet alleen door de minister van Binnenlandse Zaken gedragen te worden. Het is een zaak van de regering. Het is zo'n klein bedrag dat het nog moeilijk zal zijn om het onder te brengen in de begroting. Als deze Kamer dit wetsvoorstel aanneemt, zal er zeker een voorziening worden getroffen. Daar zal de minister het initiatief toe nemen. Wij zijn ook graag bereid om dat te doen.
(...)
Minister Plasterk: Ik moet er echter wel de kanttekening bij maken die ik ook in de Tweede Kamer heb gemaakt op 29 juni 2015 bij de behandeling van deze novelle, namelijk dat inderdaad de financiële dekking zich op dit moment beperkt tot de vier ton die er nu in de begroting voor BZK staat. Dat is inclusief de OIO zoals het nu voorligt. De begroting van BZK is openbaar, dus die kent de Kamer. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, dan is dat dus zeer mager. Dan zal het na de opstartfase, denk ik, niet voldoende zijn om de ambities in te vullen. Als de Eerste Kamer dit wetsvoorstel aanneemt, zeker als dat zo breed zou gebeuren als in de Tweede Kamer, dan mag ik hopen dat er bij de eerstvolgende gelegenheid ruimte kan worden gevonden in de begroting, in ieder geval meer dan er nu is, om dit Huis mogelijk te maken. Ik zeg daar wel bij dat ik niet de ruimte heb om zomaar 3 of 4 miljoen structureel vrij te maken uit de begroting van BZK, want die is niet zo ruim als je het Gemeentefonds en de AIVD daarbuiten laat. Er moet dus nogal wat gebeuren.
De heer De Graaf (D66): Die vier ton lijkt mij niet voldoende voor dat bakstenen gebouw met die deuren en die bel van de heer Van Raak, laat staan voor het personeel, voor de medewerkers. De minister zegt: ik mag hopen … Ik zou dat graag iets krachtiger willen horen, namelijk: ik zal mij inspannen om ervoor te zorgen dat er in de rijksbegroting middelen worden gevonden. Als dit wetsvoorstel wet wordt, dan is de minister immers primair verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan.
Minister Plasterk: In de Tweede Kamer ben ik iets strenger geweest dan ik bij deze gelegenheid zou willen zijn. Ik heb toen gezegd dat ik niet positief kon adviseren over een initiatiefwet waar geen dekking voor is, maar om het proces niet te vertragen heb ik vervolgens gezegd: laten we ervan uitgaan dat de eerstvolgende gelegenheid wordt aangegrepen door degene die het initiatief heeft genomen om hier dekking voor te vinden. Dat was natuurlijk de najaarsbesluitvorming. Ik constateer echter dat dit nog niet is gebeurd. Ik zeg niettemin toe dat ik mijn best zal doen om die dekking te vinden, maar ik hoop wel op medewerking vanuit beide Kamers der Staten-Generaal hiervoor.
(...)
Handelingen I 2015-2016, nr. 19, item 6 - blz. 35
Mevrouw Vos (GroenLinks): Ten slotte dank ik de minister voor zijn uitspraak dat het budget van vier ton nu eenmaal is wat er nu is, maar dat hij bereid is om ruimte in de begroting te zoeken, mits de Kamer hem daarin ondersteunt. Hij zoekt dus de samenwerking met de Kamer. Ik hoop dat u er gezamenlijk uit komt, want mij lijkt eerlijk gezegd dat er een ruimer budget noodzakelijk is voor het goed doen van dit werk dan het nu beschikbare budget.
(...)
Handelingen I 2015-2016, nr. 19, item 6 - blz. 43
Minister Plasterk: Er resteren nog twee punten. Het eerste heeft betrekking op het budget, inclusief de kwestie van de doorberekening. Ik heb de initiatiefnemers gehoord. Eerlijk gezegd ben ik er zelf niet ten principale van overtuigd dat je niet zou kunnen doorberekenen. We zullen het moeten bezien in de context van het kostenplaatje. Het zijn dan wel allemaal kleine bedragen, maar 3 miljoen tot 4 miljoen structureel op de begroting van BZK heb ik niet, zoals ik al gezegd heb. Het geld zal dus ergens gevonden moeten worden. Daar kan het wellicht aan bijdragen.
Dat is ook het antwoord op de vraag van mevrouw Vos. Zij vatte mij net iets anders samen dan ik het bedoeld had. Als minister van Binnenlandse Zaken staat het mij niet vrij om in de Eerste Kamer te zeggen dat ik het ga oplossen, eventueel zelfs ten laste van andere begrotingshoofdstukken dan het mijne. Ik zie ook niet onmiddellijk hoe ik de hele problematiek van de dekking naar mij toe kan halen. Ik moet mij er daarom toe beperken om te zeggen dat voor het voorstel dat de Kamer nu kan aannemen, in de begroting een dekking staat van €400.000. Ik realiseer mij dat dit een magere, wellicht te magere, start aan dat Huis zou geven om er uiteindelijk structureel mee aan de gang te gaan. Er resteert dus een probleem. Ik zeg toe, mij te zullen inspannen om bij de volgende gelegenheid daar een oplossing voor te vinden. Gegeven de brede steun in de Tweede Kamer en naar het zich laat aanzien ook in de Eerste Kamer, even los van de resterende kwesties, hoop ik daarbij op de steun van de Kamers. Zo wil ik die vraag beantwoorden.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2015/2016, nr. 19, item 6
-
12 juli 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
8 juli 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van BZK over de stand van zaken rondom (toezeggingen met betrekking tot) de Wet Huis voor klokkenluiders
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ op 12 juli 2016
EK 33.258 / 34.105, M
-
-
9 februari 2016
toezegging gedaan