De Staatssecretaris van Financiën zegt, naar aanleiding van een vraag van het lid Köhler (SP), de Kamer toe dat hij beziet of bij de formele evaluatie na drie jaar op een of andere manier een poging gedaan kan worden om het aandeel schijnzelfstandigheid opnieuw te schatten.
Nummer | T02264 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 26 januari 2016 |
Deadline | 1 juli 2021 |
Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Financiën |
Kamerleden | F. Köhler (SP) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | evaluaties schijnzelfstandigheid Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties |
Kamerstukken | Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (34.036) |
Handelingen I 2015-2016, nr.17 item 7, - blz.25
De heer Köhler (SP):
De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties kan bij een goede uitvoering leiden tot het meer aansprakelijk stellen van werkgevers die gebruikmaken van schijnzelfstandigen, met als achterliggend doel het aantal schijnzelfstandigen te laten afnemen en betrokkenen te helpen aan een normaal dienstverband als werknemer. Maar het is zeker niet vanzelfsprekend dat dit doel gehaald wordt. Sommige mensen vrezen dat er nieuwe schijnconstructies ontstaan, bijvoorbeeld door een langere keten van contracten via intermediairs, waardoor de zelfstandige uiteindelijk nog slechter af is.
Het is daarom goed dat de wet na invoering binnen drie jaar geëvalueerd wordt. Om te zien of de schijnzelfstandigheid afneemt, is het nuttig om met een nulmeting te werken. Is of komt er zo'n meting?
Handelingen I 2015-2016, nr.17 item 7, - blz.45
Staatssecretaris Wiebes:
De tweede vraag van de heer Köhler was om nog even na te denken over de nulmeting. We hebben nu 2% tot 14%.Een nulmeting? Dat is een nulmeting van niets. Het is een prulmeting. Die is natuurlijk niet-benchmarkbaar. Die meting is geen grondslag voor een nauwkeurige vergelijking tussen nu en de toekomst. Ik kan toezeggen — dat kan ik nu al vastleggen — dat ik bezie of we bij de formele evaluatie na drie jaar op een of andere manier een poging kunnen doen om het aandeel schijnzelfstandigheid opnieuw te schatten. Dat is dan meer geschikt voor onafhankelijke oordeelsvorming dan voor vergelijking. Een vergelijking wordt nooit erg precies. Ik snap wel het verlangen van de heer Köhler om te weten of we maatschappelijk tevreden kunnen zijn met wat er ligt. Voor benchmarking is zij echter weinig geschikt.
Brondocumenten
-
behandeling Verslag EK 2015/2016, nr. 17, item 7
-
2 november 2021
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
21 september 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
15 juni 2021
nieuwe deadline: 1 juli 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
23 april 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
20 april 2021
nieuwe deadline: 1 januari 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 februari 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
22 september 2020
nieuwe deadline: 1 januari 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
12 juni 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 september 2019
nieuwe deadline: 1 juli 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
23 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
4 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de staatssecretaris van Financiën over fiscale moties en toezeggingen
Op 23 april 2019 door de Commissie Financiën voor kennisgeving aangenomen.
EK, L
-
-
13 september 2016
nieuwe deadline: 1 juli 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 september 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
26 januari 2016
toezegging gedaan