Verslag van de vergadering van 27 mei 2014 (2013/2014 nr. 31)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 17.52 uur
Mevrouw Slagter-Roukema i (SP):
Voorzitter. Ook ik dank de staatssecretaris voor zijn beantwoording, die op het laatst zo snel ging dat er wat mij betreft nog een paar vragen zijn blijven liggen. Mijn eerste vraag sluit aan bij wat mevrouw Ter Horst net ook zei. Bij mij is het wat specifieker een technische vraag. Is het mogelijk dat mensen die weinig tot geen belasting betalen toch een teruggave kunnen krijgen in het geval van hoge specifieke zorgkosten en hoe gaat dat in zijn werk? Die vraag heb ik al een aantal keren gesteld, maar die is nog niet beantwoord. Ook had ik gevraagd naar het totaalbedrag van de besparingen op financiële regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten vanaf het afschaffen van de BU-regeling.
We hebben met elkaar geconstateerd dat de regelingen zoals ze waren, slecht zijn of in ieder geval niet deden wat ze moesten doen. Er ligt nu een nieuwe regeling voor maar die is niet op alle punten beter. Dit wordt gemonitord. De staatssecretaris verzekert ons dat het goed komt. Als het niet goed komt, wordt er iets aan gedaan, maar het wordt niet helemaal duidelijk wat. We hebben vastgesteld dat we een regeling hadden waarbij ongelijke gevallen gelijk werden behandeld, waardoor ongelijkheid ontstond. We krijgen nu een regeling waarbij ongelijke gevallen ongelijk worden behandeld, waardoor er mogelijk meer gelijkheid ontstaat. Dat is voor ons echter de vraag. Waarom zal het nu wel lukken en zal de voorliggende regeling wel sociaal billijker en rechtvaardiger zijn? De staatssecretaris stelt — dat is een goed uitgangspunt — dat de gemeenten outreachend moeten optreden. Ze moeten geen afwachtende houding aannemen. Ik denk dat dit uitgangspunt goed is, maar het gaat wel om heel grote groepen. Volgens mij kan een en ander nooit voor 1 januari of desnoods halverwege volgend jaar zijn geregeld. Er is heel veel tijd en dus heel veel geld voor nodig. Dat wordt weer afgeroomd van het geld dat beschikbaar is voor de maatwerkvoorziening. Monitoring lijkt ons heel goed. Dat geldt ook voor de toezegging dat de CG-Raad en de belangenorganisaties bij een en ander worden betrokken. Welke instrumenten heeft de staatsecretaris om in grijpen als de gemeentelijke verordening niet doet wat de staatssecretaris heeft verwoord? Wij krijgen graag een toelichting op welke instrumenten de staatssecretaris heeft als blijkt dat kwaliteit en deskundigheid aantoonbaar onvoldoende zijn, wat zou moeten blijken uit de monitoring. Dat geldt zowel voor de modelverordening als voor het gemeentelijke loket. Ik zie uit naar de beantwoording.