Plenair Faber-Van de Klashorst bij behandeling Toekomst publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie



Verslag van de vergadering van 3 juni 2014 (2013/2014 nr. 32)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.46 uur


Mevrouw Faber-Van de Klashorst i (PVV):

Voorzitter. De publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties voeren grofweg twee taken uit. De publiekrechtelijke taken die hieronder vallen, zijn vooral de Europese uitvoeringstaken, te weten de uitvoering van het gemeenschappelijk landbouw- en visserijbeleid, dier- en plantgezondheid, dierenwelzijn, voedselveiligheid, gezondheid en export. De niet-publieke taken die hieronder vallen, zijn de financiering van het Diergezondheidsfonds, de financiering van het Plantgezondheidsfonds, de voedselveiligheid en de bestrijding en preventie van plant- en dierziekten.

De medebewindstaken op het gebied van het gemeenschappelijke landbouw- en visserijbeleid kunnen nu al voor 80% worden overgenomen door de overheid. Dat geldt tenminste, indien 80% van de medewerkers ook 80% van het werk meenemen. Kan de minister of de staatssecretaris aangeven wat de status hiervan momenteel is? Ik doel op het aantal medewerkers en de hoeveelheid werk.

Voor de overheveling van de overige publieke taken zijn Algemene Maatregelen van Bestuur en wetswijzigingen noodzakelijk. Beoogd wordt dat de zaak op 1 januari 2015 rond is. Kortom, het bestaan van de productschappen is een aflopende zaak.

De Tweede Kamer heeft al drie keer aangegeven dat zij PBO's wil afschaffen. Ook de kleine ondernemers zien de schappen meer als een last dan een lust. De schappen leggen forse heffingen op. Het gaat niet om enige tientjes; deze heffingen kunnen fors oplopen. Ik heb een overzicht gezien van heffingen, opgelegd door een tuinbouwproductschap, waarvan de laagste heffing €11.000 bedraagt en de hoogste €171.000. Een pikant detail is dat het Hoofdbedrijfschap Ambachten — HBA — kleine brancheorganisaties financiert. Zo financierde het HBA de brancheorganisaties van de dakdekkers, die nauwelijks contributie konden betalen. Dit geschiedde dus met andermans geld, dat via verplichte heffingen was verkregen.

Onder de niet-publieke taken vallen ook de onderzoeken. Grote bedrijven verrichten vaak eigen onderzoeken. Het productschap doet een extra duit in het zakje, die dankbaar ontvangen wordt. Nu heeft de PVV-fractie niets tegen onderzoek, maar de zaak moet wel eerlijk gespeeld worden. De grote bedrijven houden hun onderzoeksresultaten voor zichzelf, waardoor de kleine ondernemers tweemaal de pineut zijn: zij betalen gedwongen mee aan onderzoeken en worden daarmee gelijk op achterstand gezet.

De heer Schaap i (VVD):

Kan mevrouw Faber een voorbeeld geven van onderzoek, waarbij de resultaten aan één bedrijf toekomen, terwijl in feite iedereen via de heffingen heeft meebetaald?

Mevrouw Faber-Van de Klashorst (PVV):

Ik kan niet zo een voorbeeld noemen, maar zij zijn er zeker en ik wil ze wel nazoeken. Dit komt namelijk uit het veld.

De heer Schaap (VVD):

U uit hier een halfvaste beschuldiging en het lijkt mij toch wel de moeite waard dat die gelijk onderbouwd wordt.

Mevrouw Faber-Van de Klashorst (PVV):

Ik uit niet zomaar een beschuldiging; zij is echt wel ergens op gestoeld.

Men kan zeggen dat de schappen zelf ook onderzoeken uitvoeren. Dat klopt, maar deze onderzoeken worden dikwijls verkocht aan het buitenland waar vervolgens de Nederlandse ondernemers op het mondiale vlak keihard beconcurreerd worden. De ondernemers betalen dus mee aan hun eigen verzwakking. De vraag rijst dan in hoeverre de productschappen in eerste instantie opkomen voor de Nederlandse bedrijven.

De heer Schaap (VVD):

L'histoire se répète: kan mevrouw Faber ook een voorbeeld geven van onderzoeksresultaten die verkocht zijn aan het buitenland, zodat wij ermee beconcurreerd worden?

Mevrouw Faber-Van de Klashorst (PVV):

Nee, dat kan ik niet, maar ik kan wel zeggen dat ik deze informatie heb gekregen van mijn evenknie uit de Tweede Kamer. Ik ben ervan overtuigd dat hij zeker weet waar hij het over heeft. Ik ben trouwens geen voorzitter van een schap, dus als ik het niet zo weet, is het ook niet zo'n heel groot probleem.

De heer Schaap (VVD):

U hanteert hier een boude stelling en het lijkt mij de moeite waard om die dan ook onderbouwd hier op de bühne te krijgen.

Mevrouw Faber-Van de Klashorst (PVV):

Ja, maar als ik de heer Schaap vraag of de instelling waarvan hij nota bene voorzitter is, financiën vanuit de schappen krijgt, weet hij het antwoord niet. Laat de pot de ketel nu niet alles verwijten!

De productschappen kunnen ook dwingende regels opleggen, die vaak als knellend worden ervaren door de bedrijven. Natuurlijk moet in noodsituaties, zoals een dreigende uitbraak van bijvoorbeeld een dierziekte, snel geschakeld worden. De productschappen hebben echter geen formele taak bij crisisbestrijding. Het productschap heeft in het verleden zeker bijgedragen aan de communicatie, maar in de afgelopen 60 jaar is er veel veranderd. De sociale media zijn razendsnel en met één druk op de knop kan de hele sector binnen luttele seconden worden voorzien van informatie. De PVV-fractie heeft vertrouwen in de betrokken ministeries van EZ en VWS, waar de verantwoordelijkheid voor de bestrijdingsplicht ligt, dat in de noodsituatie snel actie wordt ondernomen. Er is immers sprake van een florerende sector, die men zeker wil behouden. Het is dan ook van belang dat afspraken gemaakt worden met de private partijen over relevante informatie, die voor de crisisbestrijding van belang is en die niet in het bezit is van de centrale overheid. De productschappen dienen daar in het belang van de sector en met respect voor hun leden professioneel mee om te gaan. Kan de minister aangeven wat de status hiervan is?

De sector staat het verder vrij om op vrijwillige basis de niet-publieke taken gezamenlijk op te pakken. Als er vraag naar is, zal dit zeker gebeuren. Als een dergelijk orgaan in de markt wordt gezet met toegevoegde waarde, zullen ondernemers zich hierbij zeker willen aansluiten. Ondernemers zijn mans genoeg om hun taken zelf te regelen. Ze zijn niet voor niets ondernemer.

De PVV-fractie is van mening dat een verplicht lidmaatschap met gedwongen heffingen niet meer van deze tijd is. De PVV-fractie vraagt dan ook aan de minister om door te pakken en de publiekrechtelijke taken over te nemen. De andere taken dient de sector zelf op basis van vrijwilligheid, indien gewenst, op te pakken.