Verslag van de vergadering van 14 oktober 2014 (2014/2015 nr. 4)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.12 uur
De heer Kuiper i (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dank de regering voor de antwoorden en de wijze waarop de antwoorden werden gegeven. Ik vond het goed dat de minister-president zei dat het kabinet, na de ingrijpende hervormingen die het op touw heeft gezet, betrokken wil blijven als die in de samenleving worden omgezet. In dat verband is het concept van de participatiesamenleving heel belangrijk, want als de politiek zich verplaatst naar het lokale vlak, is dat een belangrijk politiek idee.
Ik heb begrepen dat er na het debat in de Tweede Kamer toegezegd is dat de minister van Binnenlandse Zaken een nota zal sturen over de participatiesamenleving. Die zal ons dan bereiken; wij wachten daarop. Komen de noties die tijdens dit debat door meerdere woordvoerders naar voren zijn gebracht en de notie van mijn fractie over meer zelforganisatie en zelfregie van burgers daar goed in terecht? Ik vind het namelijk belangrijk om daar een uitgebreid debat over te voeren in deze Kamer.
Ik heb nog een ander punt. Ik heb het gehad over de verhouding tot Europa en de behartiging van publieke belangen in Nederland. Mijn voorbeeld over NS, het spoor, illustreert inderdaad dat een soort economische dynamiek gaande is vanuit de interne markt die privatiseringen en verdere marktwerking aanjaagt, maar die weleens contrair zou kunnen zijn aan de behartiging van publieke belangen in Nederland. Ik vind het belangrijk dat daar oog voor is, ook als wij nadenken over regels vanuit Brussel. Dat zijn niet alleen regels waar burgers last van hebben. Van die regels kunnen ook overheden last hebben, omdat zij zich daarop moeten bezinnen. Daarom vind ik het belangrijk dat een ministeriële commissie zich daarmee bezighoudt. De minister-president kan wel zeggen dat dit nu eenmaal de manier is waarop wij de worst maken en dat hij er niet te veel over zal zeggen. In de brief die wij daarover ontvangen hebben, staat echter dat die commissie bezig is om generieke redeneerlijnen en inzichten te ontwikkelen, die in verschillende sectoren kunnen worden toegepast, om zo te komen tot samenhang en consistentie in beleid. Het is goed dat de Kamer meer hoort over de generieke redeneerlijnen ten aanzien van de behartiging van publieke belangen in Nederland. Volgens mij hebben die ook te maken met de manier waarop wij reageren op die dynamiek van de interne markt. Er zijn meer voorbeelden te geven dan dat van het spoor, zoals de wijze waarop de Europese regels doorwerken in bijvoorbeeld de energiesector. De ACM werkt met Europese regels die er onder andere toe leiden dat de Gasunie de prijzen voor het gastransport moet verlagen, waardoor de Nederlandse overheid geld moet bijpassen voor het onderhoud van het netwerk. Ik vind dat een voorbeeld van de manier waarop Europese regels zich contrair verhouden tot de behartiging van de publieke belangen hier. Graag krijg ik een wat meer overwegende reactie van het kabinet hierop.