Verslag van de vergadering van 18 november 2014 (2014/2015 nr. 8)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.23 uur
De heer Ester i (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dank de bewindslieden voor de beantwoording van de vragen van de fractie van de ChristenUnie. Ik dank ook de ambtenaren die tot op dit late uur voor de ondersteuning van de minister en zijn staatssecretaris zorg hebben gedragen. Hulde!
Wij kijken terug op een lang debat over de financiële staat van Nederland en over het kabinetsbeleid om Nederland economisch weer vlot te trekken. Mijn fractie hoopt zeer dat we een economisch keerpunt hebben bereikt. Er zijn positieve tekenen, maar we zijn er nog lang niet.
Ik wil in tweede termijn nog kort een paar dringende kwesties aan de bewindslieden voorleggen die in eerste termijn onvoldoende uit de verf kwamen. Ik heb gevraagd om een toelichting op de passage over aandacht voor de positie van alleenverdieners. Hardere toezeggingen waren niet mogelijk. Daar heb ik begrip voor. De minister heeft evenwel vanavond nadrukkelijk zijn commitment met ons gedeeld om aandacht voor deze groep te blijven houden. Mijn fractie zal hem daar graag aan houden.
We hebben ook gesproken over de financiële ambities op het gebied van Defensie. Het is goed om te horen dat het kabinet serieus aan de slag gaat met de motie-Van der Staaij. Mijn fractie ziet de initiatieven van het kabinet tegemoet en onze inzet daarbij is dat de trendbreuk bij de Defensie-uitgaven inderdaad een trendbreuk zal blijken te zijn. De geopolitieke situatie vraagt daar zeer nadrukkelijk om.
Ik kom op de hervormingsagenda van het kabinet voor de tweede speelhelft. Daar zijn wij niet gerust op. De Raad van State was ook kritisch op dit punt. Mijn fractie krijgt toch heel graag een doorkijkje in wat nu de hervormingsprioriteiten zijn voor de resterende twee jaren van dit kabinet, ook vanuit financieel-economisch perspectief. Ik begrijp dat dit ook voor D66 geldt. We kunnen er in dit debat toch niet omheen: om een aantal stevige hervormingsdossiers te kunnen beslechten, moeten we nu al zicht hebben op de beleidsagenda van het kabinet en moet het kabinet die beleidsagenda ook op orde hebben. Ik krijg toch nog graag een reactie op dit punt.
Het was een lang maar goed debat, zeker toen het ging over de al dan niet vermeende vermogensongelijkheid. Daar komen wij ongetwijfeld nog op terug bij de herziening van het belastingstelsel. Op één punt vonden wij het debat van vandaag echter onbevredigend. GroenLinks heeft daar zojuist ook nadrukkelijk op gewezen en dat geldt voor de Partij voor de Dieren en in zekere mate ook voor D66. Wij hebben doelbewust de nieren geproefd van de bewindslieden op het punt van duurzaamheid, ecologie en milieu. Het moet mij van het hart dat ook de beantwoording van onze vragen over deze cruciale thema's wat gladjes en weinig ambitieus was. Mijn fractie betreurt dat. De toekomst van Nederland ligt in groene groei en dat stelt eisen aan ons financieel-economisch beleid. Ik wil de bewindslieden echter graag een tweede kans gunnen. Vorig jaar december heeft de toenmalige staatssecretaris van Financiën — wie kent hem nog? — mijn fractie en de fractie van GroenLinks een notitie toegezegd over de vergroening van ons fiscale instrumentarium. Hoe kan het fiscale instrumentarium worden ingezet als het gaat om vergroening van de Nederlandse economie? Wat kan wel, wat kan niet en welke kansen laten we liggen? Die notitie zou in de loop van 2014 verschijnen en dat is nog niet gebeurd. Ik herinner daar nog maar eens aan. Ik zou heel graag willen zien dat die toezegging gestand werd gedaan, zodat we de notitie ook bij de bespreking van het belastingplan kunnen betrekken.
Ik rond af. De fractie van de ChristenUnie hoopt zeer dat de Nederlandse economie zich op een scharnierpunt bevindt. Wij zijn er nog niet gerust op, maar wij zullen graag met het kabinet blijven meedenken op dat punt. Veel zal afhangen van de Europese en internationale ontwikkelingen. Veel zal ook afhangen van de daadkracht van het kabinet in de resterende twee jaar. Wij roepen het kabinet op om de hervormingsagenda actief vorm te geven. Er is nog veel te doen. Het verdienvermogen van ons land moet opnieuw worden geformuleerd in een periode die het economisch speelveld drastisch heeft doen veranderen. Onze sociaal-economische instituties moeten opnieuw worden opgelijnd om dat nieuwe verdienmodel te realiseren en ons sociaal-economisch denken moet hervormd worden in de richting van een circulaire economie die recht doet aan de eindigheid van natuurlijke hulpbronnen.
Mijn fractie wenst de bewindslieden veel ambitie en daadkracht.