Verslag van de vergadering van 29 september 2015 (2015/2016 nr. 2)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 21.30 uur
Mevrouw Nooren i (PvdA):
Voorzitter. Ik wil eerst mevrouw Bredenoord feliciteren met haar maidenspeech. Ik denk dat haar inbreng heeft laten zien dat zij zeer begaan is met dit onderwerp. Er zullen waarschijnlijk nog mooie gedachtevormingen volgen.
Ik ben blij met de antwoorden van de minister. Ik denk dat zij overtuigend heeft laten zien dat in de driehoek van cliënt, zorgaanbieder en zorgverzekeraar, met name versterking nodig is aan de kant van de cliënt. Dit wetsvoorstel vormt een belangrijke bijdrage daaraan. Daarbinnen is de kern: het gesprek om problemen op te lossen. Dat is volgens mij de meest voorkomende zin: de dialoog tot stand brengen, om goede dingen tot stand te brengen, als de zorg niet gaat zoals beoogd.
De duiding van het Landelijk Meldpunt Zorg laat ook zien dat cliënten die soms zwakker zijn in hun relatie met de zorgaanbieder, gesteund zullen worden in hun weg daarheen.
Wij danken de minister ook voor haar toezegging om naar de integrale werking van de wet te kijken, als een soort kaderwet, met daarin een uitwerking van de Wmo. In het kader van de verhouding tussen de Eerste en de Tweede Kamer ben ik het eens met de heer Kuiper dat er eerst een verkenning moet plaatsvinden hoe dat ligt bij de Tweede Kamer en wat eraan ten grondslag heeft gelegen. Het zou nu niet een eenduidige toezegging moeten zijn voor de Wmo, maar wij danken de minister voor haar bereidheid om daarover in gesprek te gaan met de Tweede Kamer.
Zij heeft ook toegezegd om te kijken hoe de Jeugdwet onder deze wet kan worden gebracht, zodat voor cliënten duidelijk is dat er één kader geldt, door wie de zorg ook wordt verleend. Daarmee wordt tegelijkertijd een gelijk speelveld gerealiseerd voor iedereen in de zorg.
We danken de minister ook voor haar bereidheid om een verkenning te doen wat ketenzorg of netwerkzorg betekent binnen de verhoudingen in de zorg. Zij heeft ook toegezegd om dit punt onder de aandacht te brengen bij de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. Wij zijn blij met de toezegging van de minister om met het veld in gesprek te gaan over de implementatie als dit wetsvoorstel hier aangenomen wordt.
Net als de heer Don denk ik dat het belangrijk is om niet alleen aan de kant van de zorgaanbieder, maar ook juist aan de kant van cliënten te bekijken hoe de achterban ondersteund kan worden om dat handen en voeten te geven. Ik hoop dat de minister ook steun wil verlenen aan versterking van de cliëntzijde. Wij hopen dat de resultaten van het evaluatieonderzoek laten zien wat wij met dit wetsvoorstel beogen, namelijk om de positie van de cliënt in het brede stelsel van de zorg te versterken, wat verder reikt dan de Zorgverzekeringswet en de Wlz. Ik zal mijn fractie adviseren om voor het wetsvoorstel te stemmen.