Plenair Schalk bij behandeling pakket Belastingplan 2016 en Wet Common Reporting Standard



Verslag van de vergadering van 14 december 2015 (2015/2016 nr. 12)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 22.09 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Voorzitter. Ook ik begin met het uitbrengen van mijn felicitaties aan de leden Van Rij en Köhler. Ik zie uit naar de onderlinge gesprekken en debatten die wij zullen voeren. Ik vond het mooi dat beiden in hun bijdrage iets zeiden over een onderwerp dat mij na aan het hart ligt, namelijk de positie van alleenverdieners of eenverdieners. Het zal geen verbazing wekken dat ik hoop daar vanavond ook nog even over te spreken.

Vandaag bespreken wij het Belastingplan 2016, het Belastingplan 2017 en het Belastingplan 2019, althans, daar lijkt het op als we de novelle die nog in de Tweede Kamer besproken moet worden, erbij betrekken. Immers, het scharnierpunt voor draagvlak is in de novelle te vinden. Het zal duidelijk zijn dat de leden van de SGP op een andere novelle hadden gehoopt. Daar gaan we vanavond niet zuur over doen, maar we mogen het wel jammer vinden. Ik kan er dan ook niet omheen om hier nadrukkelijk op in te gaan, temeer daar de novelle die er nu ligt voor het jaar 2016, niet veel voorstelt. Om precies te zijn gaat de novelle om twee financiële aanpassingen in 2016 die direct voor burgers merkbaar zijn: €100 miljoen voor energiebesparende maatregelen voor huiseigenaren en een verhoging van het heffingsvrije vermogen voor box 3 met €3.000. Voor de meeste mensen levert het in 2016 dus helemaal niets op. Als je geen huiseigenaar bent, kom je namelijk niet in beeld en als je geen spaarpot hebt, dan is het ook jammer! Alleen voor degenen die meer dan €22.000 op de bank hebben staan, wordt het interessant. Zij gaan er, dankzij het akkoord dat D66 heeft gesloten, in 2016 rechtstreeks op vooruit, en wel met €0,10 per dag. Immers, bij een fictief rendement van 4% over €3.000, waarover 30% belasting moet worden betaald, levert dit de kleine spaarder op jaarbasis maximaal €36 op. Dat zag ik ook terug in de antwoorden van de staatssecretaris. Verspreid over één jaar is dat €0,10 per dag.

De heer Backer i (D66):

Elke cent telt toch?

De heer Schalk (SGP):

Zeker, elke cent telt. Het had nog veel erger kunnen zijn; dat ben ik zonder meer met de heer Backer eens. Het had ook €3,60 per jaar kunnen opleveren. Dat zal voor een aantal mensen inderdaad het geval zijn, want pas als je de volle €3.000 extra kunt sparen of gespaard hebt voor volgend jaar, levert het €36 op. Dat is €0,10 per dag. Daarmee is mij duidelijk waarom dit de kleine spaarder wordt genoemd. Om dit te betalen wordt het tarief in de tweede en derde schijf van de loon- en inkomstenbelasting minder verlaagd. Mijn vraag aan de staatssecretaris is: wat blijft er over van die €0,10 per dag voor iemand met een modaal inkomen?

Nogmaals, ik geef toe dat €0,10 per dag heel wat overzichtelijker is dan het amendement dat enige tijd boven het Belastingplan heeft gezweefd. Dat had tot doel om de kloof tussen een- en tweeverdieners te verkleinen. Daarbij ging het wel om serieus geld: een grote groep, namelijk 1 miljoen eenverdieners, zou er €520 per jaar op vooruitgaan. Voor eenverdieners die tot €8.000 meer belasting betalen dan tweeverdieners is dit een interessant bedrag. Maar het mocht niet zo zijn. Het aanbod van de fractie van de SGP tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen van 17 november om door te praten over mogelijke steun van de SGP-fractie heeft niet geleid tot enig contact vanuit het kabinet. Wij hebben dat te accepteren.

Het levert echter nog wel een vraag op. Het grootste probleem, zo bleek destijds, was het vermeende banenverlies. Daarbij moeten we de 35.000 banen die het Belastingplan 2016 zou genereren als uitgangspunt nemen. Op dit punt ben ik het toch oneens met de heer Backer. Na mijn derde interruptie mocht ik niet verder op het thema ingaan, maar juist op dat moment gaf de heer Backer aan dat die 35.000 banen op de tocht zouden staan. De vraag is of dat zo is. Uit de reactie van de staatssecretaris op vragen van deze Kamer blijkt dat de novelle een marginaal effect heeft op de werkgelegenheid: afgerond is dat 0,0%. De conclusie van de staatssecretaris is, en ik citeer: "Het vijfmiljardpakket levert dus op termijn ook met de novelle nog steeds 35.000 banen op."

Met andere woorden: de novelle levert niet meer banen op. Met dit aantal wordt nog steeds gerekend, en die banen zouden verloren zijn gegaan als de kloof tussen een- en tweeverdieners zou worden verkleind. Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen heb ik al omstandig uit de doeken gedaan dat dit geen hout sneed, omdat het CPB-model niet het amendement dat voorzag in een afbouw van de overdraagbare heffingskorting tot 2028 doorrekende, maar rigide doorrekende alsof de overdraagbare heffingskorting tot 2040 op dezelfde hoogte in stand zou blijven. Om duidelijk te maken dat dit een rigide manier van rekenen is, heeft de fractie van de SGP een fictief voorbeeld aan de staatssecretaris voorgelegd.

De heer Backer (D66):

Als ik collega Schalk zo beluister, hecht hij wel waarde aan het CPB-model als het aantoont dat de novelle weinig nieuwe banen oplevert, maar geen waarde aan het CPB-model als het gaat om de SGP-variant. Heb ik dat juist begrepen?

De heer Schalk (SGP):

Inderdaad hebt u dat bijna goed begrepen. Ik moet eerlijk zeggen dat toen ik het las in de beantwoording van de staatssecretaris, ik eigenlijk dacht: dit is gewoon niet leuk voor D66. Nu hebben ze een novelle … Nee, ik maak het even af.

De heer Backer (D66):

Zo veel compassie kan ik niet aan vanavond.

De voorzitter:

Mijnheer Schalk maakt zijn antwoord even af.

De heer Schalk (SGP):

Ik maak even mijn antwoord af. Ik zag in de beantwoording staan dat er wel enig effect is, maar omdat het CPB die modellen op een bepaalde manier hanteert, komt er gewoon in zo'n officieel stuk te staan: 0,0%. Dat vond ik best wel jammer, voor u.

De heer Backer (D66):

Ik doe het voorstel aan collega Schalk om samen met de heer Ester een kleine werkgroep te vormen om met het CPB te gaan praten, om verschillende redenen en verschillende uitkomsten. Dan kunnen we misschien samen iets bereiken.

De heer Schalk (SGP):

Ik vind dat een heel goede suggestie en ik nodig u uit om erbij te komen zitten, mijnheer Backer.

Ik wilde net zeggen dat ik heel graag duidelijk wilde maken dat de manier van rekenen misschien goed is, maar het rigide behandelen van zo'n berekening eigenlijk niet echt werkt, en wel door het volgende fictieve voorbeeld aan de staatssecretaris voor te leggen: stel dat de overdraagbare heffingskorting met €1 wordt verhoogd in 2016, hoeveel banen zou dat dan kosten volgens de berekening van het CPB? Het antwoord vond ik ontluisterend: 21.000 banen. Bij een verhoging van de algemene heffingskorting met €1 zouden volgens het systeem dat nu wordt gehanteerd, 21.000 banen verloren gaan. Met andere woorden: de regering heeft 5 miljard euro nodig om 35.000 banen te creëren en de SGP zou met €1 per eenverdiener daarvan 21.000 banen teloor laten gaan. Waarom dit voorbeeld? Ik noem dit om aan te geven dat de leden van de fractie van de SGP in overweging willen geven om CPB-modellen zo te hanteren en te interpreteren dat zij recht doen aan wetsvoorstellen en amendementen. De fractie van de SGP gunt dit ook van harte aan de staatssecretaris, want dat zou hem heel wat werk hebben bespaard. Daarom graag een reactie van de staatssecretaris op dit punt.

Intussen is er nog wel een probleem, namelijk hoe nu verder met de motie over de eenverdieners die in deze Kamer is aangenomen? In deze motie wordt de regering opgeroepen om de kloof tussen een- en tweeverdieners te verkleinen. In een notendop het probleem: tot nu toe betaalden eenverdieners wel tot drie keer meer belasting dan tweeverdieners. Door het Belastingplan 2016 loopt dit echter op tot wel vijf keer meer belasting. En door de novelle, die ook het een en ander regelt voor na 2016, loopt dat verschil nog enigszins op.

Dit is echt een probleem. Iedereen weet dat het voor sommige mensen nodig is om prikkels in te bouwen om hen aan betaald werk te krijgen, maar hier gaat het om 1 miljoen eenverdieners. U weet, onderzoek van de SGP wijst uit dat deze eenverdieners te vinden zijn in alle politieke partijen. De vorige keer heb ik al betoogd dat het gaat om zeven zetels van de VVD in de Tweede Kamer, en vier zetels van de PvdA. Voor de nieuwe coalitiegenoot in deze Kamer, D66, gaat het om 9%, en dat is toch goed voor een zetel. Dat klopt trouwens precies, want tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen heeft de heer Rinnooy Kan — hij is hier vanavond niet aanwezig, maar ik noem hem met ere — zich bekendgemaakt als eenverdiener. Een van de tien.

Maar er is meer: 75% van deze 1 miljoen mensen kan geen baan vinden of geen baan aanvaarden, omdat ze zorgen voor zieke kinderen, omdat ze handicaps hebben of omdat ze hun gezin willen verzorgen. Voor een deel is het dus gedwongen, of voor een deel vanuit keuzevrijheid. Maar deze mensen krijgen niet meer zomaar een prikkel, dit lijkt meer op de knoet erover. Tot vijf keer meer belasting, dat is onrechtvaardig. Zo wordt een eenverdiener gestraft voor zijn keuze en de tweeverdiener krijgt te maken met keuzedwang in plaats van keuzevrijheid.

Daar loopt de SGP tegen aan. Dit moet aangepakt worden. Voor 2016 lijkt dat niet meer mogelijk via dit Belastingplan. De novelle biedt echter lichtpuntjes: daarin worden al de contouren geschetst voor het Belastingplan 2017.

Welnu, de eenvoudige vraag van de SGP is deze: wil de staatssecretaris toezeggen dat de kloof tussen de een- en tweeverdiener substantieel verkleind wordt in het Belastingplan 2017, zodat alsnog de motie die door acht partijen in deze Kamer is ondersteund, wordt uitgevoerd? En is de staatssecretaris bereid om een verkenning van de mogelijkheden aan deze Kamer te sturen voor de zomer van 2016, waarbij reële doorrekeningen worden gehanteerd die recht doen aan de verkenningen? Misschien kunnen we daarbij de suggestie van collega Backer meenemen om te bekijken op welke wijze wij met de CPB-berekeningen en de interpretaties daarvan moeten omgaan.

Mevrouw de voorzitter, terecht stipuleert u keer op keer dat de taak van de Eerste Kamer is om wetsvoorstellen te beoordelen op drie punten: rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Het spijt de leden van de fractie van de SGP zeer om te moeten constateren dat ze bij het door de regering ingediende Belastingplan 2016 struikelt over het eerste aspect, van de rechtmatigheid. De kloof tussen een- en tweeverdieners opjagen vinden wij onrechtvaardig. En ik hoop dat de staatsecretaris dit in het komende jaar, samen met ons, wil herstellen.

Ik zie uit naar de antwoorden van de regering.