Plenair Schalk bij Voortzetting Algemene financiële beschouwingen



Verslag van de vergadering van 17 november 2015 (2015/2016 nr. 8)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 15.18 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Voorzitter. Ik dank u voor de wijze waarop u hebt stilgestaan bij de tragedie in Parijs, waaraan de meesten van ons ook even hebben gerefereerd, niet alleen vanmiddag, maar ook vanmorgen door collega Hoekstra. Ik ben het zeer eens met zijn woorden, gericht aan het kabinet. Ook in onze fractievergadering hebben we er vanmorgen bij stilgestaan, niet alleen met onze woorden naar elkaar toe, maar ook in onze gebeden.

Het is een raar bruggetje, maar ik wil ook wat mensen feliciteren met hun maidenspeech, namelijk mijnheer Rinnooy Kan en mevrouw Teunissen. Ik zie uit naar de gesprekken onderling en de debatten die we met elkaar zullen hebben. Ik wens de heer Van Rooijen alvast sterkte, die na mij zijn maidenspeech zal gaan houden.

Ik had maar voor tien minuten ingeschreven, omdat ik in mijn eerste Algemene Financiële Beschouwingen wat algemene thema’s wilde benoemen. Maar ik heb mijn bijdrage aangepast, omdat ik vind dat de Eerste Kamer, maar meer nog de regering, er recht op heeft te weten hoe de fractie van de SGP toeleeft naar de behandeling van het Belastingplan. Noem het een tijdig signaal; collega De Grave wordt wat mij betreft op zijn wenken bediend.

De voorzitter:

Moet ik hieruit begrijpen dat uw bijdrage langer zal zijn dan tien minuten?

De heer Schalk (SGP):

Ik ga het proberen. Mag ik dat zo zeggen?

De voorzitter:

U gaat die tien minuten proberen te halen.

De heer Schalk (SGP):

Maak er elf van!

Vorig jaar draaide het bij de Algemene Financiële Beschouwingen om draagvlak. Dat werd toen geleverd door de zogenoemde C3, namelijk ChristenUnie, D66 en SGP. Dat was opnieuw mogelijk geweest, ware het niet dat D66 in feite al voor de zomer is afgevallen. Dat is op zich jammer, want dan was er misschien wel een stevige start gemaakt met de belastingvernieuwing, die heel hard nodig was en is. Dat is absoluut niet ondenkbeeldig, want er is wel eens een bedrag genoemd dat nodig was voor die hervorming. Dat bedrag was, jawel: precies 5 miljard. En dat geld is er! Alleen, de constructieve 3 is er niet meer.

Dus: 5 miljard in de knip. Wat moet je ermee? Ik zie drie opties: sparen, aflossen of uitgeven. Optie 1 is sparen, zodat in 2017 een nieuwe coalitie aan de slag kan met de broodnodige herziening van het belastingstelsel. Maar die optie past niet in het systeem. Dus gaan we automatisch naar optie 2: aflossen van de staatsschuld, de financiële huishouding verder op orde. Maar goed, eerlijk is eerlijk: na zoveel jaren van harde ingrepen en bezuinigingen is het begrijpelijk en te waarderen dat de regering kiest voor lastenverlichting voor de burger. Overigens, de Raad van State zet wel vraagtekens bij het voornemen om 5 miljard euro aan te wenden voor vermindering van lasten op arbeid ten koste van het structurele begrotingstekort. Hoe waardeert het kabinet deze waarschuwing van de Raad van State? In ieder geval is er niet gekozen voor aflossing van schulden.

En zo komen we aan optie 3: uitgeven. Het gaat om 5 miljard voor de burger met drie doelen, uitentreuren herhaald door de staatssecretaris: de wig verkleinen door de lasten op arbeid te verlagen, de belastingen omlaag, want zo stijgt de koopkracht dankzij toename van het besteedbaar inkomen en het aantal banen moet omhoog. Inzet is 35.000 banen erbij. De fractie van de SGP vindt dit belangrijke punten, maar er zijn nog andere aandachtsgebieden, die niet mogen ondersneeuwen. Wij denken daarbij aan twee belangrijke thema’s in onze samenleving: veiligheid, zowel buiten als binnen de landsgrenzen, en participatie, met aandacht voor betaald en onbetaald werk.

Eerst de veiligheid: complimenten voor de extra inzet voor Defensie. Dat is een goed begin na alle afbraak van de laatste jaren. De vraag is of het voldoende is, zeker gezien de ontwikkelingen van de afgelopen dagen. In de Tweede Kamer schijnt nog een amendement te liggen voor een extra impuls, die vorige week is ontraden. Zijn de ontwikkelingen van de laatste dagen wellicht reden tot heroverweging van dit oordeel? Daarnaast is er de interne veiligheid, oftewel de begroting van Veiligheid en Justitie. Die moet nog even wachten op complimenten van de fractie van de SGP. Wij zouden heel graag zien dat daar nog verbetering plaatsvindt. De motie-Brinkman c.s. laat zien dat dit een breed gedeelde visie van deze Kamer is. We wachten met spanning de begrotingsbehandeling in de Tweede Kamer af.

Ook participatie is een belangrijk thema, zeker vanuit het christelijk gedachtegoed: God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf. Dat laatste kan juist in de participatiesamenleving tot uitdrukking komen.

De aandacht van het kabinet gaat vooral uit naar betaald werk, maar de fractie van de SGP vraagt nadrukkelijk aandacht voor de positie van hen die onbetaald werk doen. Ze worden heel vaak weggezet als inactieven, maar misschien zijn dit wel de mensen die echt inhoud geven aan onze participatiesamenleving. Juist daar zit de groep eenverdieners. En daar zijn er nog heel veel van, ongeveer 1 miljoen; dat komt dus neer op ongeveer 500.000 huishoudens.

Naar die groep heeft de SGP onderzoek laten doen door Maurice de Hond, die een in politiek Den Haag algemeen erkend onderzoeksbureau heeft. Uit dit onderzoek blijkt dat 75% van hen geen baan kan vinden of geen baan kan aanvaarden, omdat ze een handicap hebben, omdat ze geen baan kunnen vinden, omdat ze hun gezin willen verzorgen, omdat ze zieke gezinsleden hebben, en ga zo maar door. Dat is dus voor een belangrijk deel niet zomaar een eigen en vrije keus. Het gaat om 750.000 mensen in 375.000 huishoudens. Daarvan doen er dus 375.000 betaald werk als eenverdiener, en hun 375.000 partners worden op de hoop van inactieven gegooid. Als ik dat aantal noem, dan weet iedereen meteen dat dit niet alleen de achterban van de SGP kan zijn: bij de meest succesvolle verkiezingen ooit haalde de SGP 193.000 stemmen. Uit onderzoek blijkt dat 20% van die SGP-kiezers eenverdiener is. Dat zijn er nog geen 40.000, ongeveer 20.000 huishoudens, dus nog lang geen 375.000.

Waar zitten die eenverdieners dan? Absolute koploper qua eenverdieners is de grootste partij in deze Kamer en de grootste partij in de Tweede Kamer: 18% van de VVD-kiezers is volgens het onderzoek van Maurice de Hond eenverdiener. Omgerekend naar de laatste Tweede Kamerverkiezingen zijn eenverdieners dus goed voor ruim zeven VVD-zetels in de Tweede Kamer. Een goede tweede is de Partij van de Arbeid, met 11% van hun stemmers. Dat zijn ruim vier zetels. Leuk detail: er zijn meer eenverdieners die op D66 stemmen dan op de SGP. Als anderen geïnteresseerd zijn in de cijfers voor hun partij: ik heb het lijstje bij me. Eén ding is duidelijk: eenverdieners zitten bij alle politieke partijen, en het is dan ook heel goed dat juist deze groep nadrukkelijk aandacht heeft gekregen in het politieke debat.

De heer Rinnooy Kan i (D66):

Met alle respect, en misschien ook wel namens ander partijen: deze redenering lijkt mij geen hout te snijden. Het simpele feit dat eenverdieners op een partij stemmen, betekent niet dat die partij zich automatisch het fiscale lot van de eenverdiener in het bijzonder zou moeten aantrekken. Met onze keuze voor een verdeling van de lasten tussen een- en tweeverdieners willen wij andere doelen dienen dan uitsluitend en alleen het tot uitdrukking laten komen van de status van eenverdiener. Als de heer Schalk dus probeert om ons langs deze lijn alsnog over te halen om zijn motie te steunen, geef ik hem weinig kans.

De heer Schalk (SGP):

Ik dank de heer Rinnooy Kan voor zijn vraag. Hij heeft uiteraard gelijk dat, als iemand de keuze maakt om eenverdiener te zijn en tevens op D66 te stemmen, dat nog niet betekent dat D66 precies moet doen wat deze persoon zegt. Als de heer Rinnooy Kan dat bedoelt, dan ben ik dat met hem eens.

De heer Rinnooy Kan (D66):

Dat bedoel ik helemaal niet. Ik ben bijvoorbeeld zelf op dit moment, technisch, eenverdiener, en ik stem uit volle overtuiging tegen die motie.

De heer Schalk (SGP):

Jazeker, dat probeer ik ook aan te geven. Natuurlijk hoeft D66 zich niet het lot van de eenverdiener aan te trekken. Eenverdieners kunnen inderdaad met volle overtuiging tegen de motie van de SGP en zeven andere partijen stemmen. Dat ben ik helemaal met de heer Rinnooy Kan eens. Iedereen is vrij om te stemmen wat hij wil. Ik probeer met de cijfers die ik heb genoemd, alleen maar aan te tonen dat het vooroordeel dat die eenverdieners vooral bij de SGP of andere christelijke partijen zouden zitten, niet klopt. Overigens heeft de heer Rinnooy Kan dat helemaal niet gezegd in dit betoog, maar dat wordt nogal eens gezegd. Dat het niet klopt, blijkt uit het onderzoek dat speciaal is uitgevoerd om te kijken waar ze eigenlijk zitten. Zodoende kwam ik uit op 11% van de D66-kiezers die ook eenverdiener zijn. Misschien vinden ze het geweldig fijn dat ze, als ze €40.000 verdienen, €8.000 meer belasting mogen betalen dan anderen. Dat mag en dat kan. Dat is namelijk de werkelijkheid.

Dat wilde ik ook net voor de interruptie van de heer Rinnooy Kan gaan zeggen: het verschil tussen een- en tweeverdieners kan absurde vormen aannemen. Het verschil in belasting bij een inkomen van €40.000 is bekend en erkend. Tweeverdieners met dat inkomen betalen €2.000 belasting en de eenverdiener vijf keer zo veel, €10.000. Dat is onrechtvaardig. Namens de fractie van de SGP heb ik dat aan de orde gesteld bij de Algemene Politieke Beschouwingen en vastgelegd in een motie, waarin de regering wordt opgeroepen om maatregelen te nemen om de substantiële verschillen tussen een- en tweeverdieners te verkleinen.

Deze motie was nuttig voor wat zich in de Tweede Kamer heeft afgespeeld rond het Belastingplan 2016. Dat was een intensief proces, waarvoor de minister-president alle partijen lof toezwaaide in zijn wekelijkse persconferentie. Maar alle vriendelijkheid ten spijt: er lag geen akkoord. Enige reden hiervoor is dat het kabinet zich vastklampt aan een berekening van het Centraal Planbureau, die geen recht doet aan het amendement van SGP, ChristenUnie, CDA en SP. Het CPB zegt dat het voorstel 35.000 banen zou kosten. Echter, dat rekenmodel gaat onterecht uit van de veronderstelling dat de heffingskorting helemaal niet wordt afgebouwd, maar tot 2040 op het hogere niveau uit 2016 zal blijven. En dat is helemaal niet wat het amendement vraagt. Conclusie: een starre benadering van een rekenmodel zorgt voor een afwijzing van een prima voorstel. Wat rest is een gewijzigde nota, met een scala aan maatregelen om zoveel mogelijk partijen over de brug te halen. Echter, juist de groep waar het hele debat om gedraaid heeft, komt er bekaaid af. Dat zet ik even af tegen de motie over de eenverdiener, die ik inderdaad samen met zeven andere partijen in deze Kamer heb ingediend. Daarin is gevraagd on de kloof tussen een- en tweeverdieners te verkleinen. En wat gebeurt er nu? Die kloof wordt vergroot. Zelfs het gewijzigde voorstel van de regering laat de kloof nog een paar tientjes verder oplopen. De leden van de fractie van de SGP kunnen dit niet begrijpen. Het is onrechtvaardig dat eenverdieners tot vijf keer meer belasting betalen dan tweeverdieners. Zijn de bewindslieden het eens met de stelling dat de kloof inderdaad niet verkleind wordt? En hoe denkt de regering nu inhoud te gaan geven aan de motie over eenverdieners, die ondersteund werd door acht partijen in deze Kamer?

Resumerend: er is sprake van voorzichtig herstel van de economie; de koopkracht van de burgers wordt versterkt. Complimenten voor de regering dat ze dat wil bevorderen. De wijze echter waarop de onrechtvaardige behandeling van eenverdieners wordt doorgezet, na vele pogingen die getorpedeerd zijn door een fictieve rekensom, leidt ertoe dat de fractie van de SGP haar mind moet opmaken. Ik doe dat nu, in een vroeg stadium, bij de Algemene Financiële Beschouwingen, omdat ik vind dat de regering er recht op heeft tijdig te weten hoe de fractie van de SGP naar de behandeling van het Belastingplan 2016 kijkt. Ik zou het ongeloofwaardig vinden als de SGP, tegen haar eigen motie in, het Belastingplan zou steunen dat de kloof zou vergroten. Dat kan ik niet verantwoorden tegenover een groot aantal stemmers van alle politieke partijen, met inachtneming van datgene wat de heer Rinnooy Kan zei. Ook kan ik dat natuurlijk niet verantwoorden tegenover mijn eigen achterban, en ten slotte ook niet tegenover zeven partijen in deze Kamer die de motie hebben ondertekend en ondersteund.

Mevrouw de voorzitter, ik ben iets over de elf minuten heen geschoten. Ik dank u voor uw begrip.

De heer Postema i (PvdA):

Gezien het belang van hetgeen mijn collega inbrengt, wil ik graag nog iets meer weten over de feiten die de SGP-fractie ertoe brengen om dit als een verslechtering, als een vergroting van de kloof aan te merken. Kan de heer Schalk daar nog iets specifieker over zijn?

De heer Schalk (SGP):

Door het Belastingplan dat er nu ligt, wordt de kloof vergroot. Dat is de afgelopen jaren al drie keer gebeurd. De SGP-fractie heeft daar bij allerlei onderhandelingen en vorige akkoorden, waarbij de SGP zich heel coulant heeft opgesteld en heeft meegedaan aan een heleboel dingen, op alle mogelijke manieren op gewezen. Telkens werd gezegd: daar gaan we echt iets aan doen. Bij de Algemene Politieke Beschouwingen die hier op 16 oktober jongstleden plaatsvonden, vroeg de minister-president mij of ik mijn motie wilde aanhouden tot de behandeling van het Belastingplan. Dan zou ik die motie op 15 december moeten indienen. Dat leek mij erg laat, zeker omdat het duidelijk is dat de positie van de eenverdiener door het Belastingplan dat er nu ligt, nog verder wordt verslechterd. Eenverdieners gaan vijf keer meer belasting betalen.

De heer Postema (PvdA):

Is de heer Schalk het wel met mij eens dat het niet alleen gaat om de vergelijking in relatieve zin, maar dat het ook van belang is om gewoon naar het besteedbaar inkomen van gezinnen te kijken? Met de meest recentelijk voorgenomen aanpassingen in het Belastingplan wordt toch een zekere handreiking in de richting van de SGP gedaan?

De heer Schalk (SGP):

Dat is zeker zo als het gaat om het besteedbaar inkomen. Dat heb ik ook niet bestreden. Ik heb het daar niet over gehad. De koopkrachtplaatjes laten zien dat iedereen erop vooruitgaat. Dat is prachtig. Ik heb het percentage niet paraat, maar ik meen dat tweeverdieners er zelfs 3,4% op vooruitgaan. Dat is natuurlijk een prachtig percentage. Eenverdieners gaan er 1,5% of 1,4% op vooruit. Met andere woorden, daar zit een verschil tussen. Iedereen gaat erop vooruit, maar tweeverdieners gaan er ongeveer 2% meer op vooruit. Dat is eigenlijk het probleem.

De heer Postema (PvdA):

Dat is een eerder geventileerd en daarmee bekend probleem. We hebben vanochtend echter geconstateerd dat we ook andere problemen hebben, waaronder een veel te hoge werkloosheid. Ik vraag de SGP-fractie en de heer Schalk als fractievoorzitter om ook mee te denken over het perspectief voor werkenden en voor degenen die zich aanbieden op de arbeidsmarkt. Ik hoop dat de heer Schalk met het oog daarop ook ziet dat met het pakket aan maatregelen dat nu voorligt, sprake is van een tweesnijdend zwaard. Het gaat om een koopkrachtverbetering over de volle breedte én er wordt ingezet op de verbetering van het arbeidsmarktperspectief, zeker voor mensen met lagere inkomens.

De heer Schalk (SGP):

Ik denk dat mijn collega een belangrijk punt aansnijdt. Hoe zit het met de werkgelegenheid? Ik heb dat net al kort verwoord in mijn bijdrage. Er is een hele serie amendementen geweest in de Tweede Kamer. Ik kan ze niet allemaal langslopen en dat is nu ook niet van belang, maar juist bij het laatste amendement is duidelijk gemaakt dat er geen banenverlies zal zijn als je het uitvoert zoals het nu is opgesteld. Dat is ook niet ontkend. De 35.000 banen die het kabinet hoopt te winnen, worden dus niet aangetast. Dat zie je als je een en ander berekent op basis van het amendement zoals het nu is geformuleerd. Het probleem is echter dat het Centraal Planbureau de berekeningen op een bepaalde manier in zijn frame stopt en zegt: in 2016 komt de algemene heffingskorting op een bepaald niveau en dat houden we vast tot 2040. Als je dat doet, levert het op den duur banenverlies op. Aan de overkant, in de Tweede Kamer, is toen gezegd: kom nu eens los van het CPB-model. Ik begrijp dat regeringspartijen daar heel erg aan hechten, maar als je het op basis van de wettekst zou doorrekenen en als er dus wel aandacht zou zijn voor het afbouwen van de algemene heffingskorting tot uit mijn hoofd gezegd 2028, dan heb je geen banenverlies. Ik roep de minister en de staatssecretaris dus op om daar nog eens heel goed naar te kijken. Waarom zouden we een mogelijkheid om een belastingplan door deze Kamer te krijgen, laten schieten op basis van berekeningen die er niet toe doen?

Ik was aan het einde van mijn betoog. Ik ben benieuwd naar de antwoorden.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Van Rooijen voor zijn maidenspeech. We zullen aandachtig naar hem luisteren.