Verslag van de vergadering van 2 februari 2016 (2015/2016 nr. 18)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 12.13 uur
De heer Rombouts i (CDA):
Mevrouw de voorzitter. Ik dank de minister voor zijn uitgebreide beantwoording. Dit heeft mij in hoge mate genoegen gedaan. Het zwaarste punt in mijn bijdrage in eerste termijn was het onaangekondigd binnentreden. Toen de minister zijn antwoord aanving, vond ik dat hij het wel heel erg liet liggen bij degenen die dat doen, in casu de instanties die dat namens de colleges van B en W doen. Uiteindelijk heeft hij echter toch een juridisch houvast gegeven waarbinnen het moet gebeuren. Ik had misschien liever gehad — ik heb even geaarzeld of ik moest interrumperen — dat de minister zou uitspreken: ik wil niet dat ... Misschien kan hij hier in tweede termijn nog iets empathischer over spreken. Het gaat hier namelijk om het vastleggen in de Handelingen van de behandeling in de Eerste Kamer en dus van de wetsgeschiedenis. Het gaat er nu om wat er door de wetgever is bedoeld en wanneer er binnengetreden mag worden. Mevrouw Jorritsma was heel complimenteus over de ECN. Ik wil ook mijn complimenten overbrengen voor wat de ECN wel gedaan heeft, maar ik vind dat het best van de kant van de overheid mag komen wat er nog moet gebeuren. Ik denk dat het goed is dat de wetgever vandaag bij monde van de minister uitspreekt dat als er binnengetreden wordt namens colleges van B en W, dit niet op politiek opportunistische gronden mag gebeuren. Dat is namelijk de vrees die bij de internaten en de ECN leeft.
Ik zal mijn fractie adviseren om voor dit wetsvoorstel te stemmen, en daar wil ik het bij laten.