Plenair Schalk bij voortzetting behandeling Versterking bestuurskracht onderwijsinstellingen



Verslag van de vergadering van 7 juni 2016 (2015/2016 nr. 33)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.57 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Voorzitter. Ik dank de minister hartelijk voor de uitgebreide beantwoording. Die was adequaat en to the point. Ik realiseer mij dat wij het niet geheel met elkaar eens werden. Ik constateer dat er een semantische discussie is ontstaan over woorden als tegenspraak en tegenkracht. Tegenspraak in de sfeer zoals de heer Rinnooy Kan bedoelde, in de sfeer van samenspraak, past heel goed bij de ideeën van de SGP over medezeggenschap, maar tegenkracht is een heel ander verhaal.

Er is wat mij betreft nog één belangrijk punt overgebleven. Ik hoop dat de minister in tweede termijn daarop wil ingaan. Het gaat over het adviesrecht met betrekking tot benoeming en ontslag. De minister heeft aangegeven dat dit geldt voor zowel bezoldigde als onbezoldigde bestuurders. Zij heeft daarbij helder verwoord dat er absoluut ruimte is om gemotiveerd af te wijken van het advies. Ik vind het van belang dat dit zo is verwoord. Nu resten mij nog twee vragen. Vindt de minister niet dat studenten en docenten in een verkeerde positie terechtkomen als ze adviseren over benoemingen en eventueel ook over ontslag? Dat is de eerste vraag die ik heb. De tweede vraag gaat over het feit dat deze wet een minimum aangeeft, zodat op instellingsniveau verdergaande bevoegdheden kunnen worden afgesproken. Vindt de minister het aanvaardbaar dat de mr-bevoegdheden op instellingsniveau op dit punt worden uitgebreid? Dat kan namelijk uitlopen op instemmingrecht, als het gaat om de bevoegdheid rond benoeming en ontslag.

De minister constateerde terecht dat sommigen in deze Kamer het wetsvoorstel te weinig ambitieus vinden. Anderen vinden het te ver gaan. In mijn eerste termijn heb ik in een interruptiedebatje daarover gezegd dat de SGP gematigd positief was over de eerste versie van dit wetsvoorstel, maar dat door een aantal amendementen dit wetsvoorstel verder op de visie van de SGP op medezeggenschap is komen af te staan. De spanning tussen zeggenschap en medezeggenschap heeft inderdaad te maken met de visie van de SGP op gezag en gezagsverhoudingen. Dat zal voor mijn fractie de afweging vormen.

De voorzitter:

De minister is in staat en bereid om meteen te antwoorden, maar mij is verzocht om even heel kort te schorsen. Dat houdt geen verband met dit wetsvoorstel, maar met een procedurele kwestie, die niet samenhangt met de behandeling van het wetsvoorstel dat u hier verdedigt, mevrouw de minister.