Plenair Schalk bij behandeling Toekomstbestendig maken publieke mediadienst



Verslag van de vergadering van 11 oktober 2016 (2016/2017 nr. 3)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.38 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Voorzitter. Ik proef vanmiddag grote eenstemmigheid als het gaat over het proces rondom de Mediawet. Dat verdient geen schoonheidsprijs. Deze Kamer is destijds akkoord gegaan, met name om te waarborgen dat de RPO snel stappen kon ondernemen. Helaas valt het tempo daar helemaal weg en is "hoe verder?" een prangende vraag die vele fracties vanmiddag al hebben gesteld.

Bij de behandeling van deze wet of, laat ik zeggen: de aanvullingen, beperk ik mij tot enkele onderdelen die ik namens de fractie van de SGP bij de wetsbehandeling in maart heb benoemd. Allereerst de governance. Goed bestuur wordt onder andere zichtbaar in procedures bij benoemingen. Dit wetsvoorstel regelt dat de overheid bij benoemingen van de NPO en RPO meer op afstand komt. De benoeming van leden van de raad van bestuur ligt nu geheel bij de raden van toezicht en voor benoemingen van leden van de raad van toezicht neemt de staatssecretaris ook nadrukkelijk afstand, zo blijkt uit artikel 2.5. Zowel het vaststellen van de profielen als het instellen van een onafhankelijke benoemingsadviescommissie ligt buiten zijn verantwoordelijkheid. De SGP vindt het van belang dat op deze wijze gepaste afstand is gecreëerd, waarbij overigens wel recht gedaan wordt aan de ministeriële verantwoordelijkheid door marginale toetsing op een advies. Daarbij is vastgelegd dat de minister een advies naast zich neer kan leggen vanwege strijdigheid met de wet, eisen van zorgvuldigheid of andere zwaarwegende belangen. Dat laatste biedt ruimte, maar kan ook gemakkelijk tot verschil van mening leiden. Stel nu dat een diepgaand verschil van mening leidt tot herhaald afwijzen van een advies, heeft de minister of de staatssecretaris dan nog mogelijkheden om een dergelijke impasse te doorbreken?

Opvallend is dat bij deze procedures een beroep zal worden gedaan op de inbreng van een representatieve maatschappelijke adviesraad die wordt ingesteld om vorm te geven aan de publieksvertegenwoordiging. Dergelijke adviesraden functioneren ook al op het niveau van de omroepverenigingen, maar deze nieuwe raad zou moeten complementeren en versterken. Een belangrijke vraag daarbij is: op welke wijze wordt de representativiteit van deze maatschappelijke adviesraad geregeld en geborgd? De staatssecretaris geeft in de memorie van antwoord aan dat in ieder geval moet worden geselecteerd op afkomst, leeftijd, opleidingsniveau en sekse. Maar is hier niet bij uitstek het aspect levensbeschouwing van belang? Wil de staatssecretaris bevorderen dat het aspect levensbeschouwing in ieder geval wordt toegevoegd aan de selectiecriteria en dat dit ook wordt vastgelegd?

Een ander aspect waar de SGP aandacht voor heeft gevraagd, is de inkadering van de rol van de NPO versus omroepverenigingen. In het wetsvoorstel, in het gedeelte over artikel 2.2, worden de sturende taken en bevoegdheden van de NPO gekoppeld aan afspraken en strategie, zoals beschreven in het concessiebeleidsplan, de prestatieovereenkomst, de profielen van de aanbodkanalen, de afspraken met de omroeporganisaties, het coördinatiereglement, enzovoorts. Dezelfde opsomming komt nog eens terug in artikel 2.52. Daar staat echter: "Bij de coördinatie en ordening op en tussen de aanbodkanalen kan de raad van bestuur voorstellen voor programma's toetsen aan (…)". Daarna volgt weer de hele opsomming. Hoe verhoudt zich dit tot elkaar? Artikel 2.2 is een verplichting en artikel 2.52 lijkt een kanbepaling.

Bij de eerdere behandelingen van de Mediawet heb ik namens mijn fractie een belangrijke morele vraag ingebracht, namelijk of de staatssecretaris mogelijkheden zag om de Kijkwijzer toe te passen op reclames, en wel platformonafhankelijk, dus op radio, televisie en internet. Daarbij heb ik als voorbeeld genoemd — ik zeg dat nadrukkelijk — de weerzinwekkende overspelreclames van Second Love. De staatssecretaris heeft aangegeven dat hij deze niet bij wet kan verbieden, maar inmiddels heeft hij wel gerapporteerd dat mede door deze discussie het morele besef bij de Ster en bij de betreffende exploitant is doorgedrongen. Zij hebben namelijk zelf besloten dat de oproep om ontrouw te zijn niet voor 21.00 uur mag klinken. Wat de SGP betreft is dit pas een begin, want dit soort aanvallen op het huwelijk horen niet op de publieke omroep.

We gaan terug naar de vraag of de Kijkwijzer kan worden toegepast op reclames. De staatssecretaris heeft destijds toegezegd dat hij dit zou onderzoeken en zo mogelijk zou willen bevorderen. Inmiddels heeft de staatssecretaris deze Kamer per brief laten weten dat de Ster heeft besloten zich formeel aan te sluiten bij NICAM/Kijkwijzer. Dit is een belangrijk signaal voor de fractie van de SGP. Hiermee is aan de toezegging van de staatssecretaris bijna voldaan. Het enige waar mijn fractie nog op wacht, is het bericht dat de aansluiting van de Ster bij NICAM/Kijkwijzer daadwerkelijk een feit is. Misschien kan de staatssecretaris aangeven of het al zover is, dan wel ons informeren op het moment dat dit geformaliseerd is.

Ik zie uit naar de antwoorden van de staatssecretaris.