Voortzetting behandeling Motie cliëntenrechten bij elektronische gegevensverwerking



Verslag van de vergadering van 25 oktober 2016 (2016/2017 nr. 4)

Aanvang: 13.45 uur

Status: gecorrigeerd


Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

de motie-Teunissen c.s. over toegang tot medische dossiers ook decentraal via bij de arts vastgelegde toestemmingen en autorisaties mogelijk te houden (33509, letter S).

(Zie vergadering van 4 oktober 2016 en 11 oktober 2016.)


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Ik heb de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport reeds welkom geheten. Ik breng de Kamer in herinnering dat op 11 oktober jongstleden mevrouw Teunissen haar motie onder letter S, inzake toegang tot medische dossiers ook decentraal via bij de arts vastgelegde toestemmingen en autorisaties mogelijk te houden, heeft aangehouden en heeft verzocht om in een korte vierde termijn een gewijzigde motie in te dienen. Ik geef daartoe het woord aan mevrouw Teunissen.

De beraadslaging wordt heropend.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Teunissen i (PvdD):

Voorzitter. Hartelijk dank dat u mij toestaat in vierde termijn een gewijzigde motie in te dienen. Ik zal mijn toelichting zo kort mogelijk houden. Toen de minister in eerste termijn aangaf dat zij geen moeite heeft met het eerste deel van het verzoek in mijn motie en over het tweede deel aangaf niet één systeem actief te willen stimuleren vanwege neutraliteit van de overheid, hoefde ik niet eens bij mijzelf te rade te gaan, maar stond mijn telefoon direct na het debat al roodgloeiend door telefoontjes van specialisten uit het werkveld op het gebied van privacy en zorg. Ze vroegen mij er alles aan te doen om de motie zo'n breed mogelijke steun in dit huis te laten krijgen, omdat zij menen dat de motie een belangrijk anker kan vormen voor de privacy van de patiënt, en om te voorkomen dat privacybescherming de vijand van goede zorg zou kunnen worden. Ik heb daarom in overleg met de mede-indieners in de motie op het stuk met de letter S het laatste deel van het dictum laten vervallen. Ook heb ik het gehanteerde begrip "arts" verbreed naar het ruimere begrip "zorgaanbieder".

De voorzitter:

De motie-Teunissen c.s. (33509, letter S) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er afgelopen jaren vooral voortgang is gemaakt in de ontwikkeling van centrale systemen voor de uitwisseling van medische gegevens;

constaterende dat zorgverleners behoefte hebben aan het kunnen bieden van verbeterde toegang tot of inzage in patiëntgegevens aan andere zorgverleners ten behoeve van verantwoorde zorg;

overwegende dat zowel arts als patiënt erop moet kunnen vertrouwen dat zij deze toegang op zo privacybeschermend mogelijke wijze kunnen realiseren;

overwegende dat de gecentraliseerde verwerking van gevoelige medische persoonsgegevens en privacybescherming op gespannen voet kunnen staan;

verzoekt de regering, ervoor zorg te dragen dat toegang tot het medisch dossier niet alleen gecentraliseerd, maar ook decentraal via bij de zorgaanbieder vastgelegde toestemmingen en autorisaties mogelijk zal blijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is ondertekend door de leden Teunissen, Wezel, Don, Ganzevoort, Bredenoord, Koffeman en Gerkens.

Zij krijgt letter T, was letter S (33509).

Dank u wel, mevrouw Teunissen. Ik geef het woord aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor een korte reactie op de gewijzigde motie.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Minister Schippers i:

Voorzitter. Als ik de overweging zie die voor het verzoek staat, dat gecentraliseerde verwerking van gevoelige medische persoonsgegevens en privacybescherming op gespannen voet kunnen staan, merk ik daarover op dat dat voor alle systemen het geval is. Het is afhankelijk van de wijze waarop je de beveiliging en de privacy van een systeem hebt geregeld. Ik heb in deze Kamer vaak gedebatteerd over elektronische gegevensuitwisseling en ik heb van de Eerste Kamer expliciet de opdracht gekregen om het zo te organiseren dat het systeemneutraal is. Wij geven ruimte aan alle systemen en de wet regelt dus niet dat één systeem boven een ander systeem gaat. Wij laten dat over aan het veld. Als wordt geconstateerd dat er vooral voortgang is gemaakt bij de ontwikkeling van centrale systemen, komt dat omdat het veld andere systemen blijkbaar wat minder organiseert. Het is aan de zorgaanbieder om te bepalen op welke wijze er wordt uitgewisseld en geregistreerd, zolang het systeem maar aan de gestelde veiligheidseisen voldoet. Initiatieven uit het veld worden mogelijk gemaakt zolang ze voldoen aan de eisen van het onderhavige wetsvoorstel. Gelet hierop kan ik niet anders dan constateren dat de motie overbodig is, omdat wat hierin wordt gevraagd al kan.

De beraadslaging wordt gesloten.