Plenair Schalk bij voortzetting behandeling Lerarenregister en registervoorportaal



Verslag van de vergadering van 14 februari 2017 (2016/2017 nr. 18)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.55 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Voorzitter. Ook ik dank, mede namens de fractie van de ChristenUnie, de staatssecretaris voor de antwoorden. Ik vond het wel interessant dat hij vanavond het rapport van de heer Rinnooy Kan bijna tegen de borst drukte. Onmiskenbaar heeft de heer Rinnooy Kan gehint op een registratiesysteem, maar ik heb gerede twijfel of hij het lerarenregister zoals dat nu voorligt destijds heeft bedoeld. Dat zullen we in dit debat niet te weten komen, denk ik, maar ik stel het maar even vast.

In de schriftelijke beantwoording heeft de staatssecretaris aangegeven, en daarnet heeft hij ook bevestigd, dat het lerarenregister bedoeld is als kwaliteitsinstrument, ingezet door de beroepsgroep zelf, en dat het geen afrekeninstrument kan of mag worden. Maar een deel van het debat is daar wel over gegaan. Dat komt omdat, hoe je het ook wendt of keert, vanavond toch een beetje het arbeidsrechtelijke in de lucht blijft hangen, terwijl het wel heel ingrijpend is voor alle actoren, zowel voor leraren als voor bevoegde gezagen. We doen aan hen geen recht door te zeggen dat het wel mee zal vallen en dat een arbeidsrechtelijk probleem misschien niet heel vaak zal voorkomen.

Als dat wel het geval en er disfunctioneren uit voortvloeit, en dat komt door onwil, door traineren of wat dan ook, dan hebben mijn fractie en de fractie van de ChristenUnie er niet zo veel bezwaar tegen dat dit ook breed duidelijk wordt. Maar de staatssecretaris heeft ook best heel invoelend aangegeven dat mensen soms in situaties kunnen terechtkomen waardoor ze niet aan hun bevoegdheid kunnen voldoen. De openheid die daarover gegeven wordt doordat ouders en kinderen daar dan ook deel van kunnen uitmaken, vind ik nog steeds een punt dat de moeite waard is om over na te denken. Dat heeft toch ook wel te maken met het gezag en de gezagsstructuur. Ik ga geen discussie beginnen met de heer Ganzevoort over waar het gezag vandaan komt. Hij weet dat ik denk dat wij bekleed worden met gezag en dat we ervoor moeten zorgen dat dat gezag dan ook zo ruim mogelijk moet kunnen worden uitgedragen.

Er is een uitstel van elke stap met een jaar betoogd en dat is mooi.

De heer Ganzevoort i (GroenLinks):

Iemand die zegt dat hij geen debat met mij hierover uitlokt ... Ik vind het belangrijk. Ik denk inderdaad dat die verschillende kanten er ook aan zitten. Ik maak een klein uitstapje, maar het heeft hier wel direct mee te maken vanuit de traditie die de heer Schalk goed kent, namelijk de roeping. Bij de roeping wordt onderscheid gemaakt tussen de externe en de interne roeping. Het kan ook in het Latijn, maar dat maakt nu even niet uit. De interne roeping is nooit voldoende als er niet ook een externe roeping is die een validatie is van dat gezag. Daar hebben we het over als we over de bevoegdheidsvraag spreken. Of mensen het kunnen, is één ding. Dat je met gezag bekleed wordt, prima. Maar die bevoegdheid is precies dat wat we ook in de organisatie, in de structuur regelen om het gezag gestalte te geven.

De heer Schalk (SGP):

Daar ben ik het helemaal mee eens. Ik denk dat wij het ook eens zijn over het feit dat, hoezeer je ook bekleed zou zijn met gezag, je dat gezag continu zult moeten blijven verdienen, roeping of geen roeping.

Ik kom terug op het uitstel van elke stap met een jaar. Dat betekent dat het 2023 wordt voordat er een evaluatie komt, dat het 2027 zal zijn voordat er wellicht arbeidsrechtelijke consequenties zijn. Dan zijn we weer tien jaar verder overigens, en zitten we heel dicht in de buurt van die 30 jaar van de heer Bruijn.

Mijn laatste opmerking is dat er geen enkele twijfel over kan bestaan dat mijn partij staat voor de deugdelijkheid. Het gaat in het onderwijs wat mij betreft om identiteit en kwaliteit.