Parlementair jaar 2016/2017, 26e vergadering
Aanvang: 13.30 uur
Sluiting: 13.45 uur
Status: gecorrigeerd
Voorzitter: Broekers-Knol
Tegenwoordig zijn 66 leden, te weten:
Atsma, Baay-Timmerman, Backer, Barth, Beuving, Van Bijsterveld, Bikker, Bredenoord, Brinkman, Broekers-Knol, Bruijn, De Bruijn-Wezeman, Dercksen, Peter van Dijk, Diederik van Dijk, Don, Duthler, Ester, Faber-van de Klashorst, Flierman, Ganzevoort, Gerkens, De Graaf, De Grave, Van Hattem, Hoekstra, Ten Hoeve, Huijbregts-Schiedon, Jorritsma-Lebbink, Niek Jan van Kesteren, Ton van Kesteren, Klip-Martin, Knapen, Koffeman, Köhler, Kox, Kuiper, Lintmeijer, Meijer, Nooren, Oomen-Ruijten, Overbeek, Pijlman, Postema, Prast, Van Rij, Rinnooy Kan, Rombouts, Ruers, Schaap, Schalk, Schnabel, Schouwenaar, Schrijver, Sent, Sini, Van der Sluijs, Stienen, Van Strien, Strik, Teunissen, Van de Ven, Verheijen, Vos, De Vries-Leggedoor en Wezel.
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:
Martens, Van Kappen, Knip, Van Apeldoorn en Schaper, wegens verblijf buitenslands in verband met het bijwonen van de NAVO Parlementaire Assemblee;
Nagel, wegens verblijf buitenslands;
Kok, wegens persoonlijke omstandigheden;
Van Beek en Engels, wegens ziekte.
Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
De voorzitter:
Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.
Aan de orde is de behandeling van:
het wetsvoorstel Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften in verband met aanvullende implementatie van richtlijn 2006/126/EG en enkele aanpassingen van redactionele aard en in verband met aangepaste termijnen inzake het opleggen van beschikkingen naar aanleiding van gedragingen die op kenteken zijn geconstateerd (34574).
Dit wetsvoorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.
Aan de orde is de herdenking van mevrouw drs. S.J. Stuiveling.
De voorzitter:
Ik verzoek de leden te gaan staan.
Op 20 april jongstleden overleed op 71-jarige leeftijd Saskia Stuiveling, oud-senator voor de Partij van de Arbeid. Zij was slechts heel kort lid van de Eerste Kamer: van 10 juni tot 11 september 1981. Maar als lid en president van de Algemene Rekenkamer heeft zij decennialang een bepalende invloed gehad op het landsbestuur.
Saskia Jenne Stuiveling werd op 3 mei 1945 geboren in Hilversum. Haar moeder, Mathilde van Vierssen Trip, was schrijfster. Haar vader, Garmt Stuiveling, was een beroemde hoogleraar letterkunde en dichter. Na het Gemeentelijk Gymnasium te Hilversum te hebben doorlopen, ging mevrouw Stuiveling Nederlands recht én bedrijfskunde studeren aan de Nederlandse Economische Hogeschool in Rotterdam. Deze combinatie koos zij heel welbewust. Zij wist al vroeg dat voor haar een leven in de publieke dienst was weggelegd en zij wilde zorgen dat de verworvenheden van het bedrijfsleven ook werden ingezet voor de burger.
Na haar studie heeft mevrouw Stuiveling gewerkt voor de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. In 1975 werd zij beleidsmedewerker van burgemeester Van der Louw in Rotterdam. Dat gaf haar de kans om het politieke vak te leren en zich in te zetten voor de stad waarmee zij zich zo sterk verbonden voelde. Na zes jaar lonkte de nationale politiek en maakte zij de overstap naar het Binnenhof.
Op 10 juni 1981 werd mevrouw Stuiveling beëdigd als lid van de Eerste Kamer. Slechts drie vergaderingen kon zij bijwonen. Nog voor zij haar maidenspeech kon uitspreken, werd zij in september van dat jaar benoemd als staatssecretaris van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Van Agt II. In deze functie was zij onder meer belast met de financiële aangelegenheden van lagere publiekrechtelijke lichamen, grotestedenproblematiek, decentralisatie en gemeentelijke herindeling. Onenigheid binnen de coalitiepartijen over het te voeren financieel-economisch beleid leidde er echter toe dat het kabinet al na negen maanden ten val kwam.
Vrij snel hierna ging mevrouw Stuiveling aan de slag als coördinator van het onderzoek ten behoeve van de RSV-enquête, de parlementaire enquête over de financiële steunverlening door de overheid aan het scheepsbouwbedrijf Rijn-Schelde-Verolme. "Het was ongehoord spannend", zei zij hier later over. Het onderzoek wakkerde bij haar een interesse aan voor het controleren van overheidsuitgaven en vormde de basis voor haar overstap naar de Algemene Rekenkamer in oktober 1984. Dat bleek een gouden greep. Zelden sloten functie en persoon zo goed op elkaar aan. Mevrouw Stuiveling was niet alleen "cijfergek", maar bezat ook een messcherp analytisch vermogen en had bovendien de standvastige persoonlijkheid die nodig is om de overheid op haar functioneren aan te spreken.
Mevrouw Stuiveling stuurde erop aan dat begrotingen van ministeries werden omgezet in concrete, meetbare doelstellingen. Hiermee deed zij precies wat zij tijdens haar studie had voorzien: de burger laten profiteren van verworvenheden uit het bedrijfsleven. Daarmee gaf zij het eeuwenoude instituut Rekenkamer nieuw elan. Met haar benoeming tot President in 1999 kreeg de Rekenkamer een gezicht dat naar buiten toe gekeerd was. Mevrouw Stuiveling bepleitte steevast dat de overheid on par moest blijven met maatschappelijke ontwikkelingen. Zelf gaf zij daar het goede voorbeeld in. Samen met andere Europese Rekenkamers bleef zij zoeken naar innovatieve onderzoekstechnieken. Samen kaartten zij bijvoorbeeld aan dat er een boekhoudkundig zwart gat was binnen de NAVO.
Surveiller et punir — controleren en disciplineren — vraagt zowel geduld als ongeduld. En het vraagt inzicht in de werking van bureaucratie en de enorme complexiteit van politiek-bestuurlijke besluitvorming. Dat inzicht kan alleen verworven worden als er verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde beleid. Grote beleidsplannen hebben alleen kans van slagen als de effecten ervan in kaart worden gebracht. Saskia Stuiveling wist dat als geen ander.
Om die reden stelde zij in 2000 samen met Tweede Kamervoorzitter Jeltje van Nieuwenhoven een nieuwe traditie in. Als tegenhanger voor Prinsjesdag zou het kabinet voortaan op "Verantwoordingsdag" in mei de resultaten van het beleid presenteren. Op die manier kon niet alleen de rechtmatigheid, maar vooral ook de doelmatigheid van uitgaven en ontvangsten worden gecontroleerd. Met initiatieven als deze heeft mevrouw Stuiveling een grote bijdrage geleverd aan de controlerende taak van het parlement.
Als Voorzitter van de Rekenkamer, een instituut binnen een instituut, ontwikkelde zij zich tot rentmeester van de rechtsstaat. Het was een rol waarmee zij zich niet altijd populair maakte, maar waarin zij volhardde in de overtuiging dat een democratische rechtsstaat alleen kan slagen als er voldoende checks-and-balances zijn. Een van haar gevleugelde uitspraken is: "Als degenen die je controleren niet meer over je klagen, moet je gaan opletten." Toch hoefde mevrouw Stuiveling doorgaans niet veel woorden te gebruiken om duidelijk te maken wat zij bedoelde. Haar kenmerkende blik, priemende ogen, sonore stemgeluid en stevige lach waren vaak al voldoende.
Ruim 30 jaar heeft zij zich vanuit de Rekenkamer onvermoeibaar ingezet voor onze maatschappij. Dat heeft haar overigens niet belet om ook daarbuiten maatschappelijk actief te zijn. Zo was mevrouw Stuiveling betrokken bij tientallen culturele instellingen in Rotterdam, de Libris Literatuur Prijs, Foster Parents Nederland en Het Financieele Dagblad. Daarnaast was zij betrokken bij de opvang van vluchtelingen uit Latijns-Amerika en de democratische ontwikkelingen aldaar. Kort voor haar plotselinge overlijden was zij benaderd om voorzitter te worden van de stuurgroep renovatie Binnenhof, een taak die zij met veel ambitie wilde oppakken. Het is intriest dat de levensfase na haar buitengewone loopbaan in de publieke dienst slechts zo kort heeft mogen duren.
Mevrouw Stuiveling was Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau. Moge ons respect voor haar persoon en haar grote verdiensten voor onze democratische rechtsstaat tot steun zijn voor haar echtgenoot, kinderen, overige familie en vrienden.
Ik verzoek eenieder om een moment stilte in acht te nemen.
(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)
De voorzitter:
Dank u wel.
Ik sluit de vergadering en ik verzoek u om rustig de zaal te verlaten.
Lijst van besluiten en ingekomen stukken
Lijst van besluiten:
De Voorzitter heeft na overleg met het College van Senioren besloten om:
a. de behandeling van het volgende hamerstuk doen plaatsvinden op 9 mei 2017:
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften in verband met aanvullende implementatie van richtlijn 2006/126/EG en enkele aanpassingen van redactionele aard en in verband met aangepaste termijnen inzake het opleggen van beschikkingen naar aanleiding van gedragingen die op kenteken zijn geconstateerd (34574);
b. het voorbereidend onderzoek van het volgende wetsvoorstel te doen plaatsvinden door de vaste commissie voor Financiën op 9 mei 2017:
Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 houdende aanvullende regels in verband met de automatische uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot landenrapporten (Wet aanvullende regels uitwisseling landenrapporten) (34651);
c. de plenaire behandeling van het volgende wetsvoorstel te doen plaatsvinden op 23 mei 2017:
Wijziging van de Financiële-verhoudingswet in verband met een vereenvoudiging van het verdeelmodel van het provinciefonds (34568);
d. de plenaire behandeling van het volgende wetsvoorstel te doen plaatsvinden op 23 mei 2017 (onder voorbehoud):
Regeling van de inwerkingtreding van de wet van 8 juli 2015, houdende goedkeuring van de op 27 juni 2014 te Brussel tot stand gekomen Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (Stb. 2015, 315) (34669);
e. de voortzetting van de plenaire behandeling van het volgende wetsvoorstel te doen plaatsvinden op 4 juli 2017:
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de eigen bijdrage van veroordeelden aan de kosten van de strafvordering en de slachtofferzorg (34067);
f. de Algemene Europese Beschouwingen te doen plaatsvinden op 7 november 2017.
Lijst van ingekomen stukken, met de door de Voorzitter ter zake gedane voorstellen:
1. de volgende door de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangenomen wetsvoorstellen:
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepaling inzake de onschendbaarheid van het brief-, telefoon- en telegraafgeheim (33989);
Wijziging van wetgeving op het terrein van de zorg in verband met het invoeren van een wettelijke regeling voor gunstbetoon bij medische hulpmiddelen en enkele bepalingen over transparantie tussen beroepsbeoefenaren en bedrijven op het terrein van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen (34330);
Wijziging van de Wet wapens en munitie, de Flora- en faunawet en de Wet natuurbescherming in verband met de versterking van het stelsel ter beheersing van het legaal wapenbezit (34432);
Wijziging van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg in verband met de totstandkoming van het implantatenregister ter bescherming van de gezondheid van cliënten (34483);
Wijziging van de Paspoortwet in verband met het vervallen van de verplichting een proces-verbaal bij de politie op te maken over een vermist reisdocument en enkele andere wijzigingen (34519 (R2071));
Wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met het vastleggen van het recht op de alleenstaandennorm en de inkomensondersteuning voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen woonachtig in niet-verdragslanden en van overgangsrecht voor de inkomensondersteuning (34571);
Wijziging van de Wet luchtvaart en enkele andere wetten (Verzamelwet IenM 2017) (34591);
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het herstel van gebreken en omissies bij de implementatie van Europese regelgeving op het terrein van de financiële markten (Herstelwet financiële markten 2017) (34634);
Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 houdende aanvullende regels in verband met de automatische uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot landenrapporten (Wet aanvullende regels uitwisseling landenrapporten) (34651);
Wijziging van de Wet op de Europese ondernemingsraden en Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/1794 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 tot wijziging van de Richtlijnen 2008/94/EG, 2009/38/EG en 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Richtlijnen 98/59/EG en 2001/23/EG van de Raad wat zeevarenden betreft (PbEU 2015, L 263) (34664).
Deze wetsvoorstellen zullen in handen worden gesteld van de desbetreffende commissies;
2. de volgende regeringsmissives:
een, van de minister van Buitenlandse Zaken, inzake Rapportage over de inbreng van de Nederlandse regering in zaken waarin het EU-Hof in 2016 uitspraak heeft gedaan (griffienr. 161034);
een, van alsvoren, inzake Protocol tot wijziging van de Luchtvervoersovereenkomst Canada en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie; Brussel, 17 december 2009 (griffienr. 161008);
een, van alsvoren, inzake Wijzigingen in de Bijlagen I en II van 4 oktober 2016, alsmede de wijzigingen van Bijlagen III van 9 februari 2016, 23 augustus 2016 en 5 oktober 2016 bij de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten; Washington, 3 maart 1973 (griffienr. 161007);
een, van alsvoren, ten geleide van het Verslag Raad Buitenlandse Zaken van 3 april 2017 (griffienr. 160964.01);
een, van alsvoren, ten geleide van de geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken van 27 april en Europese Raad van 29 april 2017 (griffienr. 161044);
een, van alsvoren, ten geleide van de geannoteerde agenda informele Raad Buitenlandse Zaken ("Gymnich") op 28 en 29 april 2017 (griffienr. 161045);
een, van alsvoren, ten geleide van een fiche inzake Verordening Europese bedrijfsstatistieken (griffienr. 161046);
een, van alsvoren, ten geleide van twee BNC-fiches inzake o.a. Mededeling Europees Interoperabiliteitskader (griffienr. 161077);
een, van alsvoren, ten geleide van een fiche inzake Mededeling EU Syrië-strategie (griffienr. 161064);
een, van alsvoren, inzake stand van zaken implementatie richtlijnen eerste kwartaal 2017 (griffienr. 161067);
een, van de minister van Veiligheid en Justitie, ten geleide van het jaarverslag rechtspraak 2016 (griffienr. 161048);
een, van de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie, inzake aanbieding CTIVD rapport 53 (griffienr. 161073);
een, van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, inzake Studiegroep Informatiesamenleving en Overheid (griffienr. 161039);
een, van alsvoren, inzake Rapportage 2016 - Internationale Mensenrechtenprocedures (griffienr. 161076);
een, van alsvoren, inzake voortgang voorstel tot aanpassing van de richtlijn energieprestatie van gebouwen (griffienr. 160540.05);
een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, inzake Besluit tot deelname in de Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Limburg (griffienr. 161036);
een, van de minister van Financiën, ten geleide van de geannoteerde agenda voorjaarsvergadering IMF (griffienr. 161009);
een, van alsvoren, inzake kabinetsreactie Actieplan Europese Commissie Consumer Financial Services en Verslag Europese Commissie over Versnellen Kapitaalmarktunie (griffienr. 161083);
een, van alsvoren, inzake verslag van de Eurogroep en informele Ecofin van 7 en 8 april 2017 te Valletta (griffienr. 160946.01);
een, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, inzake SUWI-net (griffienr. 161011);
een, van alsvoren, inzake afschrift brief aan Tweede Kamer over implementatie herziene IORP-richtlijn (griffienr. 161033);
een, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, inzake Macrobeheersmodel (mbi)instellingen voor medisch-specialistische zorg 2014 (griffienr. 161032);
een, van alsvoren, ten geleide van het onderzoeksrapport beleidsopties voor het stimuleren van gunstige zorgcontracten onder de restrictie van een macrobudget (griffienr. 161047).
De Voorzitter stelt voor deze missives voor kennisgeving aan te nemen. De bijlagen zijn neergelegd op de afdeling inhoudelijke ondersteuning ter inzage voor de leden;
3. de volgende missive:
een, van de Algemene Rekenkamer, ten geleide van het verslag 2016 (griffienr. 160940).
De Voorzitter stelt voor deze missives voor kennisgeving aan te nemen. De bijlagen zijn neergelegd op de afdeling inhoudelijke ondersteuning ter inzage voor de leden;
4. de volgende geschriften:
een, van N.T., inzake ernstige zaak politie (griffienr. 161062).
Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de commissie voor Veiligheid en Justitie;
een, van E.v.d.B., inzake belasting (griffienr. 161051).
Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de commissie voor Financiën;
een, van R.H. inzake recht zetten situatie R.H. (griffienr. 159337.01).
Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
een, van A.W.d.H. te B., inzake donorregistratiesysteem (griffienr. 159856.80);
een, van E.V., inzake orgaandonatiewet (griffienr. 159856.75).
Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
De Voorzitter stelt voor deze geschriften voor kennisgeving aan te nemen.