Debat over vastleggen en bewaren kentekengegevens



Op dinsdag 14 november 2017 heeft de Eerste Kamer gedebatteerd met minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) over het wetsvoorstel Vastleggen en bewaren kentekengegevens door de politie (33.542). Het wetsvoorstel voegt aan het Wetboek van Strafvordering een regeling toe die het mogelijk maakt om kentekengegevens - kenteken, locatie, tijdstip en foto - van voertuigen in een kentekenregister vast te leggen en te bewaren. Deze passagegegevens komen in het kentekenregister en mogen binnen vier weken gebruikt worden bij de opsporing van een specifiek misdrijf en voor de aanhouding van voortvluchtige personen.

De fracties van PVV, CDA en VVD uitten zich positief over het wetsvoorstel vanwege het belang van bestrijding van ernstige criminaliteit. Daarentegen toonden D66, SP, PvdD en GroenLinks zich kritisch vanwege onder meer het naar hun mening ongerichte karakter van de gegevensverzameling en de gevaren voor de privacy. Senator Wezel (SP) diende een motie (EK 33.543, H) in om uit te sluiten dat kentekengegevens verstrekt kunnen worden aan derden. De minister ontraadde de Kamer hierop deze motie te steunen omdat dit al in het wetsvoorstel en uitvoeringsbesluit ligt besloten.  

De Eerste Kamer stemt dinsdag 21 november over dit wetsvoorstel en over de motie.

De wet wordt voor drie jaar in werking gesteld. Tussentijds en aan het einde vindt een evaluatie plaats en bepaalt de regering of de maatregel langer van kracht moet zijn.

Debuut minister Grapperhaus in Senaat

Voorzitter Broekers-Knol heette bij het begin van de vergadering de nieuwe minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus welkom in de Eerste Kamer. Het is de eerste keer dat hij in deze Kamer een wetsvoorstel kwam verdedigen.  Ze wenste hem veel wijsheid en succes. Ook alle woordvoerders in het debat verwelkomden de nieuwe minister hartelijk.

Uitbreiding opsporingsmogelijkheden

Namens de PVV sprak senator Dercksen over het belang van toereikende middelen om zware criminaliteit en mogelijk terrorisme te bestrijden. Dit wetsvoorstel biedt volgens de PVV die mogelijkheden doordat de opsporingsbevoegdheden worden uitgebreid met kentekenregistratie. Wat nog ontbreekt in het wetsvoorstel is een snelle uitwisseling van gegevens met bijvoorbeeld de buurlanden, betoogde Dercksen naar aanleiding van zorgen van burgemeesters in de grensstreek. Ook vindt de PVV de bewaartermijn van vier weken kort en vraagt de fractie de minister wat hij vindt van eventuele verlenging van die termijn.

Vraagtekens bij privacy en proportionaliteit

Senator Bredenoord (D66) bezag dit wetsvoorstel in het licht van de bredere discussie over veiligheid en privacy van burgers. Staat het middel wel in verhouding tot het doel, is de vraag die voorligt, aldus Bredenoord. Kentekenregistratie moet noodzakelijk en proportioneel zijn. D66 vroeg daarom aan de minister hoe hij dit op basis van de beschikbare informatie beoordeelt. D66 benadrukte het belang van privacy in de publieke ruimte en vroeg zich af of de principes van dataprotectie voldoende worden gerespecteerd. Hoe kan worden beoordeeld en gecontroleerd waar in het wegennet camera’s komen te staan? De locatie van de camera’s kan aspecten van iemands persoonlijk leven in kaart brengen, bijvoorbeeld als ze in de buurt van scholen, kerken, moskeeën of ggz-instelling worden geplaatst.

Senator Wezel van de SP sprak tevens namens de PvdD de hoop uit dat de ambitie van de minister niet uit opsporen alleen bestaat, maar ook uit daadwerkelijk oppakken en vervolgen. Ten aanzien van het wetsvoorstel vroeg de SP zich af of de voorgestelde maatregel in redelijke verhouding staat tot de inmenging in het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer enerzijds en de doelstelling van de opsporing van strafbare feiten anderzijds. Daarnaast maakte senator Wezel zich zorgen of de bewaarde kentekengegevens van niet-verdachten - eenmaal veiliggesteld – ook voor andere doeleinden kunnen worden gebruikt.

Rechtmatigheid en effectiviteit

Senator Strik (GroenLinks) wees in haar bijdrage op recente uitspraken van het Europese Hof waarin staat dat zelfs zware criminaliteit, met name van georganiseerde misdaad en terrorisme, geen rechtvaardiging is voor algemene bewaring van kentekengegevens. Daarnaast vindt GroenLinks de ruime verzameling van persoonsgegevens problematisch. Ook is het de vraag of het vernietigen van de gegevens na vier weken wel voldoende is gegarandeerd. Het wetsvoorstel spreekt over geautomatiseerd verwijderen, hetgeen nog geen automatisch verwijderen is.

Uit onderzoek is tevens gebleken dat de effectiviteit bij opsporing van criminelen een weinig hoopvol beeld schetst. Deze evaluatie van volgens senator Strik jarenlang onrechtmatig werken met kentekengegevens heeft geen informatie opgeleverd over de bijdrage aan vermindering van de criminaliteit, afschrikwekkende effecten, en evenmin aan veiligheidsgevoelens. Senator Strik vroeg aan de minister of hij de mening deelt dat dit doelen zijn die meegenomen dienen te worden in de evaluatie van de effectiviteit van het bewaren van kentekengegevens.

Senator Vlietstra (PvdA) stelde dat wetgeving dringend noodzakelijk is, omdat eerder duidelijk is geworden dat deze gegevens al bewaard werden zonder dat daarvoor een wettelijke basis bestond. Wel had de PvdA nog enkele vragen. De naleving van de waarborgen ter bescherming van de privacy is daar een van, bijvoorbeeld ten aanzien van de vernietiging van de gegevens na 28 dagen. Over het zogenoemde cameraplan (op welke plekken camera’s – vast en mobiel – worden geplaatst), en met name de bekendmaking ervan, vroeg de PvdA om uitbreiding van de publicatieplekken (Staatscourant en www.overheid.nl). Tot slot wilde de PvdA van de minister weten wanneer in zijn ogen sprake is van voldoende doeltreffendheid.

Belang van evaluatie

Senator Rombouts (CDA) sprak steun uit aan het wetsvoorstel. Willen politie en justitie in samenwerking met andere organisaties ons land veiliger maken, dan hebben zij meer bevoegdheden nodig, zo stelde hij. Dit wetsvoorstel draagt daar volgens het CDA aan bij.  Wel zag Rombouts een nadeel: het massaal vastleggen en bewaren van gegevens betekent een forse inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Er moeten zeer goede argumenten zijn om dit te doen. Deze zorgen zijn gedurende de schriftelijke procedure weggenomen, omdat voldoende waarborgen gegeven zijn. Het CDA hecht aan de voorgestelde jaarlijkse evaluatie van de maatregelen. Daarin zal moeten worden beantwoord of het proportioneel en noodzakelijk is.

Senator Knip (VVD) is niet overtuigd dat het wetsvoorstel moet worden heroverwogen. Wat nu belangrijk is zijn de eventuele gevolgen van het bewaren van gegevens in het licht van de recentelijke ontwikkelingen van Europese arresten. Voor de VVD is dit echter geen hinderpunt, maar het dient wel betrokken te worden bij de evaluatie over drie jaar.

Minister: wetsvoorstel goede balans tussen opsporing en privacy

Minister Grapperhaus verklaarde in het wetsvoorstel een optimale balans te zien tussen opsporing (belang van maatschappij) en privacy (belang van burgers). Hij wees er nog eens extra op dat er een horizonbepaling is: de wet vervalt na drie jaar tenzij de regering bepaalt dat verlenging nodig is. Voorafgaand aan het aflopen van de termijn, wordt een evaluatie naar de Kamer gestuurd.

In antwoord op vragen van de senatoren waarom gekozen is voor een bewaartermijn van vier weken (en niet korter of juist langer) antwoordde de minister dat dit te maken heeft met de behandeling van het voorstel in de Tweede Kamer: amendementen voor langer (een half jaar of twee jaar), maar ook een amendement voor een korter termijn (twee weken) kregen onvoldoende steun in de Tweede Kamer. De termijn van vier weken sluit bovendien aan bij gemeentelijke verordeningen. Uit de evaluatie na drie jaar zou niettemin kunnen blijken dat langer bewaren noodzakelijk is, zo gaf de minister aan. Hij verklaarde ook dat voor de gegevens die op grond van dit wetsvoorstel worden bewaard strengere regels zullen gaan gelden. De kentekengegevens zullen automatisch worden verwijderd. Hij zegde de Kamer toe de korpschef te zullen vragen om extra menselijke controle op het systeem van gegevensvernietiging.

Het cameraplan wordt opgesteld door de korpschef, maar de minister moet het goedkeuren.  Minister Grapperhaus gaf aan dat er alleen beelden worden gemaakt van kentekens van passerende voertuigen, niet van personen, maar de minister kan niet uitsluiten dat dat een openbare weg is bij scholen, kerk, GGZ-instelling moskeeën is.


Deel dit item: