Op dinsdag 12 december 2017 stond de Eerste Kamer der Staten-Generaal tijdens haar plenaire vergadering stil bij de Grondwetsherziening van 1917, precies honderd jaar geleden.
In een toespraak zei Voorzitter Ankie Broekers-Knol: "Vandaag markeer ik graag in het bijzonder dat ons land exact honderd jaar geleden constitutioneel het algemeen kiesrecht mogelijk maakte. Dat was een mijlpaal in onze parlementaire democratie."
Op 12 december 1917 werd onder auspiciën van het Kabinet onder leiding van Cort van der Linden overal in Nederland de vernieuwde Grondwet afgekondigd. Dit gebeurde nadat twee weken eerder, op 29 november, in de Eerste Kamer de Pacificatie een einde maakte aan de jarenlange strijd tussen de voorstanders van het bijzonder onderwijs aan de ene kant en de voorstanders van het algemeen kiesrecht aan de andere. Het compromis tussen beide kampen dat op die dag voorlag in de Eerste Kamer, werd met slechts een stem tegen aangenomen.
Door de Grondwetsherziening kregen mannen algemeen kiesrecht en vrouwen passief kiesrecht. Tevens werd de grondwettelijke belemmering voor actief vrouwenkiesrecht in de vernieuwde Grondwet opgeheven. In 1919 zou dat bij gewone wet worden vastgelegd, en in 1922 in de Grondwet verankerd. In 1918 en 1920 traden de eerste vrouwen toe tot de Tweede en Eerste Kamer. Dat waren respectievelijk Suze Groeneweg en Carry Pothuis-Smit.
De openstelling van het algemeen kiesrecht en de verankering van het bijzonder onderwijs in de Grondwet zijn echter niet de enige veranderingen die op 12 december 1917 werden afgekondigd. "Wellicht iets minder bekend," aldus Ankie Broekers-Knol, "is dat de grondwetsherziening van 1917 ook de eisen voor het lidmaatschap van deze Kamer versoepelde." Tot dat moment moest een Eerste Kamerlid behoren tot de 'hoogstaangeslagenen in de Rijks directe belastingen' of een of meer hoge functies in het openbaar bestuur hebben bekleed.
Kamervoorzitter Broekers-Knol zei in haar toespraak dat ook nu, honderd jaar later, het kiesrecht een onderwerp blijft dat in de belangstelling staat. Bijvoorbeeld: moet de leeftijd voor actief en passief kiesrecht die nu op 18 jaar ligt, verder omlaag? Moet er een kiesdrempel komen en moet de kiesdrempel voor voorkeursstemmen omhoog of omlaag?
Broekers-Knol: "Deze Kamer rondde anderhalve maand geleden nog een Grondwetsherziening af over invloed van Nederlanders op de BES-eilanden op de samenstelling van de Eerste Kamer. Het kiesrecht blijft onmiskenbaar een actueel onderwerp."
Deel dit item: