De Minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Grave (VVD), toe om in samenspraak met de het Centraal Planbureau en de WRR de mogelijkheid van een eigenstandige budgettaire norm voor de zorguitgaven, die is gekoppeld aan de ontwikkeling van het bbp, te zullen onderzoeken en de Kamer hierover een notitie te doen toekomen.
Nummer | T02507 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 12 december 2017 |
Deadline | 1 juli 2021 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Financiën |
Kamerleden | Mr. F.H.G. de Grave (VVD) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | Bruto Binnenlands Product nationaal inkomen zorgnorm zorguitgaven |
Kamerstukken | Miljoenennota 2018 (34.775) Kabinetsformatie 2017 (34.700) |
Handelingen I 2017-2018, nr. 12, item 3 - blz. 5
De heer De Grave (VVD):
Tevens leeft bij mijn fractie de gedachte of voor zorguitgaven niet aparte budgettaire afspraken zouden moeten worden gemaakt, een soort eigenstandige Zalmnorm; de Hoekstranorm mag die dan ook heten. Daarbij zou gedacht kunnen worden aan een koppeling aan de groei van het bbp. Dit betekent dat de zorguitgaven in de regeerperiode als percentage van het bbp gelijk blijven, wellicht met afwijkingen als het bbp duidelijk meer of minder groeit dan het langjarig gemiddelde. Het grote voordeel hiervan is dat er dan geen sprake meer is van verdringing van andere belangrijke collectieve uitgaven als veiligheid en onderwijs,evenals een oplopende zorgrekening voor burgers en bedrijven. Afwijking van deze norm kan natuurlijk altijd ex post op basis van politieke besluiten. Dan moet tevens worden aangegeven ten laste van welke andere collectieve uitgaven dit gaat of dat dit ten laste gaat van burgers of bedrijven.
Mijn fractie vraagt de minister van Financiën of hij bereid zou zijn om in samenspraak met het CPB deze Kamer een notitie te doen toekomen waarin hij nader ingaat op de voor- en nadelen van een aparte budgettaire norm voor de zorg, gekoppeld aan de groei van het bbp. Ik kijk uit naar zijn reactie.
Handelingen I 2017-2018, nr. 12, item 7 - blz.32
Minister Hoekstra:
Om de heer De Grave verder te beantwoorden, zou ik nog een paar dingen willen opmerken. Ook de financieel woordvoerders in de Tweede Kamer hadden in grote meerderheid interesse in dit onderwerp, als dat de formulering is. Ook zij hebben gewezen op de risico’s die wij lopen door de verder oplopende zorgkosten. Zij hebben mij gevraagd de WRR te verzoeken om met een rapport tekomen over dit onderwerp. Daarover ben ik op dit momentmet de WRR in gesprek. Ik ga ook met het Planbureau in gesprek. Ik zou de heer De Grave om enige tijd willen vragen, zodat ik die dingen in samenhang kan bekijken en de Kamer daar in ieder geval schriftelijk, en indien gewenst en nodig ook mondeling, over kan informeren. Het probleem is evident. Ik denk dat we daar zeker de hulp van het Planbureau en de WRR bij kunnen gebruiken. Een belangrijkdeel van de vraag gaat over het hoe.
Dan nog even specifiek over die norm. Zou die daarbij kunnen helpen? Dat zou ik eigenlijk onderwerp willen maken van de dialoog met beide instituten. Dat lijkt mij zeer terecht. Ik zou die norm overigens graag direct willen omdopen tot de De Grave-norm, want als die er dan toch komt, lijkt het me verstandig dat ik niet beschuldigd word van nepotisme, maar uitsluitend van de inhoud.
Brondocumenten
-
Voortzetting Algemene financiële beschouwingen en behandeling pakket Belastingplan 2018 Verslag EK 2017/2018, nr. 12, item 7
-
Algemene financiële beschouwingen en behandeling pakket Belastingplan 2018 Verslag EK 2017/2018, nr. 12, item 3
-
18 januari 2022
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
8 december 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
20 april 2021
nieuwe deadline: 1 juli 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 februari 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 september 2019
nieuwe deadline: 1 juli 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
16 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
5 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Financiën over (deels) openstaande toezeggingen
Op 16 april 2019 door de Commissie Financiën voor kennisgeving aangenomen.
EK, C
-
-
2 oktober 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
20 september 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
12 december 2017
toezegging gedaan