De Staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Sent (PvdA), Ester (CU) en Nagel (50PLUS), toe nogmaals te bezien of en op welke wijze gekomen kan worden tot een box 3-heffing die aansluit bij het reëel behaalde rendement op vermogen en de Kamer hierover begin 2018 te informeren.
Nummer | T02519 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 12 december 2017 |
Deadline | 1 april 2018 |
Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Financiën |
Kamerleden | Dr. P. Ester (ChristenUnie) J.G. Nagel (50PLUS) Prof.dr. E.M. Sent (PvdA) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | box 3 reëel rendement spaartegoed vermogensrendementsheffing |
Kamerstukken | Belastingplan 2018 (34.785) Kabinetsformatie 2017 (34.700) |
Handelingen I 2017-2018, nr. 12, item 7 - blz. 3
Mevrouw Sent (PvdA):
Mijn fractie steunt het voorliggende box 3-voorstel om voor het rendement over het aan het spaardeel toegerekende gedeelte van de grondslag voortaan gebruik te maken van actuelere cijfers. Graag vernemen wij van de staatssecretaris welke additionele voorstellen wij van de regering zullen krijgen teneinde te komen tot een box 3-heffing die beter aansluit bij het werkelijke rendement.
Handelingen I 2017-2018, nr. 12, item 7 - blz. 16
De heer Ester (ChristenUnie)
Voorzitter, ter afronding kort nog een paar andere punten. Mijn fractie is enthousiast over de box 3-maatregelen. Die zijn een flinke stap in de goede richting. Hopelijk vormen zij de opmaat naar wat we allemaal willen: het belasten van reëel rendement. Welk tijdpad heeft de staatssecretaris daarbij voor ogen?
Handelingen I 2017-2018, nr. 12, item 7 - blz. 24
De heer Nagel (50PLUS)
Dan heeft 5OPLUS nog een vraag over het vermogensrendement in box 3. In het regeerakkoord staat dat het sneller wordt aangesloten op het werkelijke rendement van de spaartegoeden. Is te voorspellen wanneer dit zal plaatsvinden? Want de afschaffing van de wet-Hillen heeft aangetoond dat de staatsecretaris snel kan handelen. En mogen wij ervan uitgaan dat, als de banken een rendement van 0,1% geven, de nieuwe belastingwetgeving dan ook echt van het werkelijke rendement uitgaat en dat deze onteigeningsbelasting ook inderdaad verdwijnt?
Handelingen I 2017-2018, nr. 12, item 7 - blz. 61
Staatssecretaris Snel:
Gaan wij nu verder naar de werkelijk genoten rendementen? Daar is al vrij uitgebreid onderzoek naar gedaan in 2016 en 2017 in het Keuzedocument box 3. De conclusie was dat het uitvoeren van de heffing voor de financiële instellingen voor burgers behoorlijk complex is. Voor de Belastingdienst is het structureel zelfs problematisch. Desalniettemin ben ik toch voornemens, gezien ons eigen regeerakkoord en alle vragen hier, om er nog eens een keer goed naar tekijken. Ik ben voornemens om mijn reactie begin volgend jaar zowel aan uw Kamer als aan de Tweede Kamer te sturen. Daarin ga ik hier nog een keer op in. Ik zeg wel: het is een prachtig voornemen en iedereen wil het, maar als je kijkt naar de uitvoeringslasten, zowel voor de burger, de gelieerde diensten die het aan ons moeten meedelen, als de Belastingdienst, is het echt feitelijk bijhouden van rendementen geen eenvoudige klus. Mijn toezegging is eigenlijk:ik ga er desalniettemin heel snel mee komen, niet alleen naar de Tweede Kamer, maar uiteraard ook naar uw Kamer.
Brondocumenten
-
Voortzetting Algemene financiële beschouwingen en behandeling pakket Belastingplan 2018 Verslag EK 2017/2018, nr. 12, item 7
-
23 april 2019
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
15 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de staatssecretaris van Financiën over een stelsel van vermogensrendementsheffing op basis van werkelijk rendement
Op 23 april 2019 door de Commissie Financiën voor kennisgeving aangenomen.
EK, M
-
-
9 oktober 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
28 september 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
12 december 2017
toezegging gedaan