Plenair Pijlman bij behandeling Wijziging Warmtewet



Verslag van de vergadering van 26 juni 2018 (2017/2018 nr. 35)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.32 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Pijlman i (D66):

Dank u wel, voorzitter. Wie de herziene Warmtewet toetst op rechtmatigheid, doelmatigheid en uitvoerbaarheid is snel klaar. De wet voldoet aan deze criteria. Toch voeren wij er vandaag een debat over, omdat de Warmtewet essentieel is om tot een succesvolle energietransitie te komen. We anticiperen met dit debat op toekomstige wetgeving.

Op papier zijn wij goed op weg om de klimaatdoelstellingen te halen. De Klimaatwet is klaar en lijkt breed gedragen te worden. Het klimaatakkoord nadert zijn voltooiing, al zijn daar maatschappelijke tegenstellingen zichtbaar. Met name grote bedrijven, die grootgebruikers zijn als het om fossiele brandstoffen gaat, moeten zich forse financiële en technische inspanningen getroosten om duurzamer te worden. En dat geeft spanningen.

Op papier zijn we een heel eind. Maar dat is papier, en papier is geduldig. In werkelijkheid staan wij aan het begin van een langdurig proces van energietransitie. Een verandering die bloed, zweet en tranen gaat kosten maar ook veel innovatieve kansen biedt. Daarbij lijken soms twee doelstellingen door elkaar te lopen: het reduceren van de CO2-uitstoot en het besluit van het kabinet om, in ieder geval in 2030, te stoppen met de winning van het Gronings gas. Soms lijken die doelstellingen te botsen. Wie van kolencentrales bij gebruik overgaat op gascentrales doet een stap in de goede richting wat betreft CO2-reductie, maar levert geen bijdrage aan het stopzetten van de winning van Gronings gas, tenzij dat gas wordt ingevoerd. Maar dat maakt ons afhankelijker van met name Rusland, wat weer een ander probleem creëert. Zo zijn er meer dilemma's: alleen al in de fossiele energiesector in Noord-Nederland werken 30.000 mensen. Het kan niet zo zijn dat we door de gewenste stop op de aardgaswinning hier een economisch en sociaal probleem creëren in een regio die nauwelijks van de aardgaswinning heeft geprofiteerd, maar er wel de zure vruchten van plukt. Hoe kijkt de minister hier tegenaan?

Voorzitter. Er staat ook iets tegenover. Duurzame energie en met name wind op zee biedt kansen en ook banen. Zeker als windenergie door elektrolyse omgezet wordt in waterstof waardoor ook de gasleidingen die door ons hele land lopen en die voor miljarden zijn aangelegd, hergebruikt kunnen worden. Maar daar is dan wel een innovatief programma voor nodig dat in Noord-Nederland door vele kennispartners, bedrijven en de TU Delft is ontwikkeld en onze steun verdient. Kan de minister ons informeren hoe hij tegen de ontwikkeling van de waterstof economie als een van de mogelijkheden in de energietransitie aankijkt en hoe het Rijk dit programma, dat eerder aan het kabinet is aangeboden, wil ondersteunen?

Wie vaart wil maken met de energietransitie heeft een goede Warmtewet nodig met mogelijkheden om rendabel te investeren in warmtenetten. De Raad van State wijst daar ook terecht op. Ook dienen er mogelijkheden te zijn voor concurrentie op de netten, zodat de kosten voor de consument omlaag kunnen. Het loslaten van het NMDA-principe is daarbij noodzakelijk om tot een reële prijsstelling te komen, zeker als plannen werkelijkheid worden die nu aan de klimaattafel worden gesmeed om de belasting op gas met 75% te verhogen en tegelijkertijd de belasting op elektriciteit te verlagen. We moeten tot nieuwe referentieramingen zien te komen. Deze wet is slechts een kleine tussenstap, zoals de minister ook erkent in zijn antwoord op onze vragen in de memorie van antwoord. Warmtewet 2.0 moet een heel aantal genoemde knelpunten oplossen. Het doel van deze tussenstap is de bescherming van de gebonden consumenten die te maken hebben met een monopolist als warmteleverancier. Het beoogde warmterecht, zoals in het regeerakkoord is vastgelegd, is echter veel breder. Deze wet zou daartoe niet het geëigende instrument zijn, schrijft het kabinet in de memorie van antwoord. Op welke wijze wil het kabinet dan het warmterecht juridisch borgen, vraagt de D66-fractie de minister. Kan de minister ook aangeven, voorzitter, wat het tijdpad is van Warmtewet 2.0 en wat daarvan de agenda is? In het licht van de energietransitie is snelheid geboden.

Collectieve warmtesystemen zijn noodzakelijk om tot een reductie van de CO2-uitstoot te komen. Nu veroorzaakt een collectief warmtesysteem dat aangesloten is op een kolencentrale minder uitstoot dan de gebruikelijke, individuele cv-ketel op gas. Let wel, dit is geen pleidooi voor de omschakeling naar een collectief, kolengestookt systeem, maar het onderstreept de noodzaak om bij de energietransitie massaal in te zetten op duurzame, collectieve warmtesystemen. Bij de renovatie van woningen door corporaties zal dit, naast isolatie, het belangrijkste transitiemiddel zijn en dat veronderstelt heldere en duidelijke regelgeving.

Bij motie heeft de Tweede Kamer de regering opgeroepen alternatieven te onderzoeken voor de gasreferentie. Kan de minister ons informeren over de uitkomsten van dit onderzoek, noodzakelijk voor de definitieve Warmtewet?

Voorzitter. Denemarken kan wat betreft warmtenetten een voorbeeld zijn voor Nederland. Het land kent niet de luxe van eigen fossiele grondstoffen. Het is daardoor gedwongen op zoek gegaan naar energiesystemen die zuiniger zijn dan aardgas, dat in Denemarken aanmerkelijk duurder is dan in Nederland. In het Deense systeem accepteert men ook lokale prijsverschillen bij de totstandkoming van een leveranciersprijs. In Nederland is dat alleen mogelijk als de prijzen zich onder de NMDA-prijs bevinden. Waarom zouden we niet de lokale creativiteit en omstandigheden gebruiken om tot een zo laag mogelijke prijs te komen, ook als die afwijkt van het gemiddelde? Nu kan dat niet. Maar in het licht van de transitie zou ik die mogelijkheid graag zien. Op meerdere terreinen accepteren we lokale prijsverschillen, denk bijvoorbeeld aan de ozb. Waarom zou dit voor warmtelevering niet kunnen? Hoe kijkt het kabinet hiertegen aan? Graag een reactie.

Tegenstanders van differentiatie van systemen wijzen er vaak op dat de energietransitie niet mag leiden tot hogere prijzen voor de gebruiker. Dat lijkt mij een illusie. De energietransitie zal vele miljarden kosten en of het nu via de schatkist gaat of door middel van consumentenprijzen — een mix ligt het meest voor de hand — de consument zal het merken. Uit de heftige reacties op het voorstel van klimaattafelvoorzitter Samsom om de gasprijzen fors te verhogen, blijkt dat velen dat niet accepteren. Voor ons is het van belang dat er een evenwichtige verdeling van kosten komt, zodat de mensen met de laagste inkomens er niet op achteruitgaan. Er dient een evenwichtige inkomenspolitiek te blijven.

In Kamerstuk 24723 nr. 20 — dat is de motie-Jetten/Dik-Faber — spreekt de Kamer uit dat bij de aansluiting op warmtenetten de bron met de minste CO2-uitstoot voorrang moet hebben op andere bronnen. Dit is niet geregeld in het voorliggende wetsontwerp. Het kabinet zegt toe dit in Warmtewet 2.0 te regelen. Maar hoe voorkomen we dan dat er tussentijds langdurige contracten worden gesloten die niet duurzaam zijn? Graag een reactie van de minister. Overigens wordt geothermie als een mogelijkheid genoemd voor een duurzame oplossing. In Groningen is echter een omvangrijk geothermieproject op last van het Staatstoezicht op de Mijnen stilgelegd, omdat gevreesd wordt voor aardbevingen. Hangt dit samen met de gaswinning, of is geothermie met onze Nederlandse ondergrond op grote schaal niet inzetbaar?

Voorzitter. De D66-fractie is een voorstander van open netten, zodat leveranciers op basis van duidelijke voorwaarden en condities kunnen onderhandelen over toegang tot het net. Dit is van groot belang voor de consument, maar ook om tot een versnelling van de omschakeling naar collectieve, duurzame warmtenetten te komen. Op welke wijze wil het kabinet een dergelijk transparant systeem bevorderen? Wordt dit ook onderdeel van de Warmtewet 2.0?

Ten slotte, voorzitter, wil ik nog het volgende vragen. Wanneer wordt het Besluit servicekosten gewijzigd? Dat is voor de woningbouwcorporaties van groot belang. Het is ook toegezegd in de Tweede Kamer, maar nog niet geëffectueerd. Dat geeft bij de Huurcommissie problemen.

Voorzitter. De D66-fractie ziet met belangstelling de antwoorden van de minister tegemoet. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Pijlman. Ik geef het woord aan mevrouw Klip.