Verslag verenigde vergadering dinsdag 19 september 2017



Aanvang: 12.45 uur

Sluiting: 13.49 uur

Status: gecorrigeerd


Opening

Voorzitter: Broekers-Knol

Tegenwoordig zijn leden, te weten:


Mededelingen

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Van Beek, Köhler, Overbeek, Karabulut, De Roon en Zijlstra.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.


Troonrede

Aan de orde is het uitspreken van de troonrede.


De voorzitter:

De verenigde vergadering van de Staten-Generaal, als bedoeld in artikel 65 van de Grondwet, is geopend. Graag heet ik u allen van harte welkom in de Ridderzaal.

Ik stel aan de orde de benoeming van een Commissie van in- en uitgeleide. Zijne Majesteit de Koning zal vergezeld worden door de volgende leden van het Koninklijk Huis: Hare Majesteit de Koningin, Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Constantijn der Nederlanden en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Laurentien der Nederlanden.

Ik benoem tot leden van de commissie die Zijne Majesteit de Koning en de overige leden van het Koninklijk Huis in- en uitgeleide zal doen: mevrouw Arib (tevens voorzitter), mevrouw De Vries-Leggedoor, de heer Knops, de heer Knip, mevrouw Kuiken en de heer Voordewind.

De binnenkomst van Zijne Majesteit de Koning zal worden aangekondigd door de griffier van de Commissie van in- en uitgeleide, de heer Esmeijer. Hij begeleidt de Commissie van in- en uitgeleide.

In afwachting van de komst van Zijne Majesteit de Koning verzoek ik de leden van de Raad van State, de ministers, de gevolmachtigde ministers van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten en de staatssecretarissen de Ridderzaal te betreden.

Na de aankondiging van de binnenkomst van Zijne Majesteit de Koning zal het koperkwintet van het Residentie Orkest, bestaande uit twee trompetten, twee trombones en een hoorn, volgens traditie ten gehore brengen: Il Discorso della Corona, van de componist Jurriaan Andriessen.

Na de troonrede begeeft Zijne Majesteit de Koning zich naar de Koninginnekamer. Tijdens zijn verblijf daar zal het koperkwintet van het Residentie Orkest delen uit de Dardanus Suite van de componist Rameau ten gehore brengen. Wie was Rameau?

Jean-Philippe Rameau leefde van 1683 tot 1764 en geldt als de belangrijkste Franse barokmusicus van het ancien régime in de achttiende eeuw. Zijn loopbaan verliep anders dan die van welke andere grote componist ook. Nagenoeg onbekend tot zijn 40ste toen hij zich vanuit Clermont-Ferrand in Parijs vestigde, trok hij eerst de aandacht als muziektheoreticus en pas daarna als componist. Als grondlegger van de harmonieleer introduceerde hij het begrip "subdominant" en verdeelde hij akkoorden in drieklanken en septiemakkoorden. Hij componeert kerkmuziek en werken voor klavecimbel en gesteund door de steenrijke mecenas Alexandre Le Riche de la Pouplinière ontwikkelt hij zich tot componist van muziek voor ballet en opera. Die Alexandre Le Riche de la Pouplinière was rijk geworden door de huwelijken van zijn vader en als belastingpachter van Lodewijk XV, een beroep waarvan hij de finesses in de Republiek der Verenigde Nederlanden had geleerd. In 1739 werd voor het eerst Dardanus opgevoerd. De opera die gaat over de mythologische zoon van Zeus en Elektra, naamgever van de Dardanellen. Vanwege de muziek buiten zal ik wat harder praten. De opera werd aanvankelijk slecht ontvangen, onder meer door een warrig libretto. Hij herschrijft de opera een aantal keren en boekt er uiteindelijk in 1760 groot succes mee, ook dankzij het optreden van de legendarische sopraan Sophie Arneaux en een spectaculaire enscenering. Tegenwoordig wordt de opera beschouwd als een van Rameau's meesterwerken. Vandaag hoort u enkele delen uit de opera bewerkt voor koperkwintet door Jeroen Berwaerts.

Bij het vertrek zal het ensemble van het Residentie Orkest de speciaal door Johan de Meij voor de viering van 200 jaar Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal gecomponeerde Hymne voor de Staten-Generaal ten gehore brengen voor de muzikale uittocht.

Ik verzoek de leden van de Commissie van in- en uitgeleide een aanvang te nemen met hun taak.


De griffier van de Commissie van in- en uitgeleide:

De Koning!

Zijne Majesteit de Koning, Hare Majesteit de Koningin, Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Constantijn der Nederlanden en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Laurentien der Nederlanden worden door de leden van de Commissie van in- en uitgeleide naar het troonpodium c.q. naar hun zitplaatsen begeleid.

(Muzikaal intermezzo door leden van het Residentie Orkest)

Zijne Majesteit de Koning houdt hierna de volgende rede:


Leden van de Staten-Generaal,

Op Prinsjesdag zijn alle ogen traditioneel gericht op Den Haag. Maar vandaag zijn ons hart en onze gedachten in de eerste plaats bij de inwoners van Sint-Maarten, Saba en Sint-Eustatius, die zo zwaar getroffen zijn door de verwoestende kracht van orkaan Irma. Wij leven allen intens mee. Juist in deze moeilijke omstandigheden wordt de onderlinge verbondenheid in het Koninkrijk zichtbaar. Van vele kanten is er steun uitgesproken en wordt hulp geboden. De regering zal doen wat in haar vermogen ligt om de acute nood te lenigen. Het Caribisch deel van het Koninkrijk staat er bij de wederopbouw niet alleen voor.

Kijkend naar Nederland zien we aan het einde van deze kabinetsperiode veel positieve ontwikkelingen. Meer mensen hebben een baan. Meer mensen kopen een huis. Ondernemers investeren meer. En we zien na moeilijke jaren weer een bloeiende economie en een gezonde schatkist. Toch merkt niet iedereen de economische groei voldoende in het dagelijks leven. Het is daarom belangrijk dat meer mensen gaan profiteren van de economische voorspoed.

Daarnaast zien we dat er in de wereld om ons heen veel aan de hand is. Denk aan alle oorlogen en gewapende conflicten die de wereld teisteren, aan de dreiging van het terrorisme en aan migratie. Ook in de geopolitieke verhoudingen verandert er het nodige.

Dat Prinsjesdag dit jaar plaatsvindt in een tijd van kabinetsvorming betekent dat terughoudendheid geboden is bij het indienen van nieuwe voorstellen. Dat ontslaat de regering niet van de plicht te doen wat in het landsbelang is. Bijsturing is altijd nodig om in te kunnen spelen op actuele ontwikkelingen.

Mede dankzij de constructieve opstelling van veel partijen in de Staten-Generaal is het fundament onder Nederland de afgelopen jaren sterker geworden. Ons land staat er stukken beter voor dan bij de start van het kabinet in 2012. Dat is het resultaat van de internationaal aantrekkende conjunctuur, maar ook van het aanpassingsvermogen, het harde werken en de veerkracht van de Nederlandse bevolking.

Na jaren van tegenwind groeit de economie weer sinds 2014. Aan het begin van deze kabinetsperiode was er nog sprake van een krimp van 1%. Dit jaar en volgend jaar is de verwachte groei 3,3% en 2,5%. Vele relevante seinen staan op groen: de export, de consumptie en bedrijfsinvesteringen groeien. Het overschot op de rijksbegroting loopt verder op.

Een baan hebben of werkloos zijn, maakt een groot verschil in het leven van mensen. Daarom is het zo positief dat steeds meer mensen betaald werk hebben. De werkloosheid daalt in hoog tempo tot naar verwachting 4,3% volgend jaar. Maar hoe goed alle cijfers en prognoses ook zijn, niet iedereen profiteert daarvan. Er zijn nog steeds mensen die moeite hebben om iedere maand de huur te betalen en rond te komen of die zich zorgen maken over hun baanzekerheid. De regering heeft ervoor gezorgd dat alle groepen, ook sociale minima en ouderen, in 2018 in ieder geval hun koopkracht behouden.

In een open en internationaal georiënteerde samenleving als de onze is het buitenland altijd een invloedrijke factor. De tendens van de laatste jaren is helaas dat de internationale instabiliteit toeneemt. Het is een trend die zich versterkt lijkt door te zetten en die de levens van mensen direct en indirect beïnvloedt.

De internationale verwevenheid van ons land is vaak verrijkend. Nederlanders gaan in grote aantallen in het buitenland op vakantie. We staan wereldwijd in contact via sociale media. En we verdienen een groot deel van ons geld over de grens.

Globalisering is een gegeven waarop we als land moeten inspelen. Veel Nederlanders plukken er de vruchten van. Maar dat geldt niet voor iedereen en niet op alle terreinen. Zo moeten mensen steeds vaker concurreren met werknemers uit andere landen, waarbij soms niet voor iedereen dezelfde spelregels gelden of worden gehanteerd.

Spanningen elders in de wereld monden vaak uit in oorlog en geweld. Dat geweld komt soms heel dichtbij. Het meest bedreigend zijn de terroristische aanslagen in landen om ons heen. Plekken die bijna iedereen kent, kunnen zomaar veranderen in plaatsen van angst, verdriet en menselijk leed: de Promenade des Anglais, Westminster Bridge, de Ramblas. Toch moeten wij ons niet door angst laten regeren. Het beste antwoord op terrorisme is dat we vasthouden aan onze manier van leven. De betrokken veiligheidsdiensten zijn zeer alert en doen er alles aan om aanslagen te voorkomen. Bestrijden van radicalisering vraagt zowel om preventieve als repressieve acties, van aandacht op scholen tot intrekken van het Nederlanderschap.

De kracht van onze manier van leven is dat ieder mens, ongeacht afkomst of overtuiging, in Nederland zichzelf kan zijn binnen de gedeelde waarden van de rechtsstaat. De regering investeert op tal van manieren in maatschappelijke samenhang, in integratie, in de naleving van wetten en in de versterking van onze gedeelde normen en waarden. Een verbonden samenleving is bovenal een gedeelde verantwoordelijkheid en een permanente opdracht waarin gezinnen, scholen, verenigingen, kortom wij allen, een eigen en belangrijke rol hebben.

Om onze nationale veiligheid en welvaart te waarborgen, werkt Nederland samen in de Europese Unie, de NAVO, de Verenigde Naties en andere internationale verbanden. Alleen samen met anderen kunnen we immers de vele internationale opgaven het hoofd bieden. Daarom is het uittreden uit de Europese Unie van een natuurlijke bondgenoot als het Verenigd Koninkrijk een teleurstellende stap, waar we zorgvuldig mee om dienen te gaan. In Brussel blijft Nederland zich hard maken voor een Europese Unie die oplossingen biedt voor vraagstukken op terreinen als veiligheid, migratie en klimaat en energie.

Zo moeten de afspraken uit het klimaatakkoord van Parijs worden verankerd in een stevig Europees klimaat- en energiebeleid. Het tegengaan van klimaatverandering is per definitie een internationale opgave, waaraan ieder land moet bijdragen. In Nederland voeren we het energieakkoord onverkort uit. Hierin staat de reductie van CO2-uitstoot centraal.

In 2018 is het Koninkrijk lid van de VN-Veiligheidsraad. Dit lidmaatschap onderstreept onze blijvende inzet voor stabiliteit wereldwijd, met alle middelen die ons ter beschikking staan: diplomatie, ontwikkelingssamenwerking en de inzet van militairen.

Het uitzenden van onze militairen is een grote verantwoordelijkheid die past in de internationale traditie waar Nederland voor staat en die in ons belang is. De Nederlandse mannen en vrouwen die zich, ook ver van huis, inzetten voor vrede en veiligheid, verdienen onze steun en ons grote respect. De Nederlandse militaire inzet blijft primair gericht op de bredere ring van instabiliteit rond Europa, omdat die Nederland en zijn bondgenoten het meest raakt. Onlangs heeft de regering u voorstellen gedaan om de lopende missies in Litouwen, Afghanistan en Mali, en de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS en de bestrijding van piraterij in 2018 voort te zetten.

Om enkele urgente knelpunten aan te kunnen pakken, gaat er extra geld naar veiligheid en terrorismebestrijding. De inlichtingendiensten worden in staat gesteld meer personeel te werven. De Koninklijke Marechaussee krijgt middelen om de grensbewaking te versterken, onder andere op de luchthaven Schiphol. Om de toenemende risico's en dreigingen in de digitale wereld beter het hoofd te kunnen bieden, komt er extra geld om op te treden tegen cyberspionage, cybersabotage en cybercriminaliteit.

Veiligheid en stabiliteit vormen ook in het Caribisch deel van het Koninkrijk de basis voor groei en welvaart. Daarom komt er extra geld voor de kustwacht en worden de inspanningen om de grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit tegen te gaan, voor vier jaar voortgezet. Goed onderwijs en armoedebestrijding zijn essentieel bij het werken aan structurele verbetering van de situatie in het Caribisch deel van het Koninkrijk. De regering biedt waar mogelijk praktische ondersteuning aan lokale initiatieven. De recente afspraken over armoedebestrijding met de nieuwe regering van Curaçao zijn hiervan een voorbeeld.

De regering voelt de blijvende en bijzondere verantwoordelijkheid om recht te doen aan de onschuldige slachtoffers van vlucht MH17. Op 17 juli jongstleden, exact drie jaar na het neerhalen van het vliegtuig, kwamen hun nabestaanden bijeen in het herinneringsbos in Vijfhuizen, waar 298 bomen herinneren aan de slachtoffers. Onlangs hebben alle betrokken landen besloten dat de volgende stap, de strafrechtelijke vervolging en berechting van de daders, zal plaatsvinden in Nederland. Vanaf 2018 is daarvoor geld gereserveerd.

Voor de verpleeghuiszorg is volgend jaar meer geld beschikbaar. Het doel is om meer liefdevolle zorg te kunnen bieden aan de meest kwetsbare ouderen, door de inzet van meer personeel. Dit komt tegemoet aan een breed levende wens in de samenleving en in de Staten-Generaal. Om te voldoen aan de normen voor kwaliteit in verpleeghuizen, wordt in 2018 een eerste stap gezet met een budgetverhoging van €435 miljoen.

Goed onderwijs voor alle kinderen is belangrijk en leraren maken daarin het verschil. Daarvoor verdienen zij waardering. De regering investeert €270 miljoen in de verbetering van en nieuwe afspraken over de arbeidsvoorwaarden in het primair onderwijs.

De gaswinning in Groningen is in deze kabinetsperiode met meer dan de helft gereduceerd en per 1 oktober aanstaande wordt de productie verder teruggebracht. Maar er is meer nodig om recht te doen aan de getroffen Groningers. Een schadefonds en een nieuw schadeprotocol zijn in voorbereiding. De regering realiseert zich dat de grote zorgen van de mensen die wonen in het aardbevingsgebied in Groningen niet zomaar zijn weggenomen.

Leden van de Staten-Generaal,

Op Prinsjesdag kijken we naar de stand van zaken in ons land, om van daaruit het beleid verder vorm te geven. Het is altijd een momentopname en nooit een eindbeeld. Voor de regering ligt er een permanente opdracht om te werken aan groei en een beter leven voor iedereen die in ons land woont. Dat past ook bij onze geschiedenis, waarin we met elkaar telkens weer de weg omhoog hebben weten te vinden.

Op de drempel van de volgende kabinetsperiode start vandaag een nieuw parlementair jaar, waarin het programma van een volgend kabinet bepalend zal zijn voor uw werk. Nederland is een coalitieland. Door samenwerking is in de achter ons liggende periode veel bereikt en er is veel om op verder te bouwen. U heeft daarin als volksvertegenwoordigers een bijzondere verantwoordelijkheid. U mag zich gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.


De voorzitter:

Leve de Koning! Hoera! Hoera! Hoera!

(Zijne Majesteit de Koning, Hare Majesteit de Koningin en de overige leden van het Koninklijk Huis begeven zich, begeleid door de leden van de Commissie van in- en uitgeleide, naar de Koninginnekamer.)


De voorzitter:

Ik verzoek u plaats te nemen. Thans zullen uitsluitend de leden van het corps diplomatique de Ridderzaal verlaten. Ik zal u vragen weer te gaan staan wanneer Zijne Majesteit de Koning en Hare Majesteit de Koningin de Koninginnekamer zullen verlaten. U kunt dus blijven zitten wanneer de overige leden van het Koninklijk Huis uit de Koninginnekamer komen om zich naar de uitgang te begeven.

Zoals aangekondigd zullen nu delen uit de Dardanus Suite van Rameau gespeeld worden door leden van het Residentie Orkest. Mag ik uw aandacht vragen voor deze uitvoering?

(Muzikaal intermezzo door leden van het Residentie Orkest)

(Applaus)


De voorzitter:

Zijne Majesteit de Koning en Hare Majesteit de Koningin verlaten thans de Ridderzaal. Ik verzoek u te gaan staan.

(Zijne Majesteit de Koning en Hare Majesteit de Koningin verlaten de Ridderzaal.)

(De Commissie van in- en uitgeleide keert terug.)

De voorzitter:

Ik verzoek u te gaan zitten en de terugkeer van de leden van de Commissie van in- en uitgeleide af te wachten.

Ik deel u nog mede dat straks, na het sluiten van de vergadering, eerst de Voorzitter van de verenigde vergadering met de beide Griffiers, vervolgens de voorzitter en de leden van de Commissie van in- en uitgeleide en dan de overige leden van de Staten-Generaal de Ridderzaal zullen verlaten, en wel door de hoofdingang.

Toegang tot het Binnenhof wordt pas verleend nadat het eredetachement van het Korps Mariniers, dat staat opgesteld voor de Ridderzaal, het plein heeft verlaten.

Vervolgens zullen de leden van het kabinet de Ridderzaal verlaten.

Ik verzoek de overige aanwezigen, onder wie ook de genodigden van de leden van de Staten-Generaal, de leden van de Staten-Generaal in de gelegenheid te stellen als eersten de zaal te verlaten nadat de vergadering is gesloten.

Voorts verzoek ik iedereen bij het verlaten van de Ridderzaal zo ver mogelijk door te lopen het Binnenhof op, zodat ook de andere gasten in de gelegenheid gesteld worden de Ridderzaal te verlaten. Ik vraag u dus nog even te blijven zitten tot het Binnenhof is vrijgegeven.


Mevrouw Arib (voorzitter van de Commissie van in- en uitgeleide):

Mevrouw de voorzitter. Zijne Majesteit de Koning heeft de Ridderzaal verlaten.


De voorzitter:

Ik dank de voorzitter en de leden van de commissie vriendelijk voor het verrichten van hun taak en ontsla hen van verdere verplichtingen.

De leden van het Residentie Orkest dank ik hartelijk voor hun muzikale bijdragen.

(Applaus)

(Applaus)


De voorzitter:

De verenigde vergadering is gesloten.


Sluiting

Sluiting 13.49 uur.