In deze motie overweegt de Kamer dat in het subsidiariteitsprotocol de lidstaten alleen via de regeringen het Europees Hof een wetgevingshandeling doen toetsen. De Kamer is van mening dat dit afbreuk doet aan de positie en verantwoordelijkheid van nationale parlementen en spreekt uit dat de nationale parlementen een zelfstandige toegang tot het Hof van Justitie behoren te krijgen.
nummer | 28.473, nr. 158f |
---|---|
ingediend | 17 juni 2003 |
bij | het verslag van een gezamenlijk notaoverleg en een openbaar mondeling overleg van de Vaste commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer en de Vaste commissies voor Europese Samenwerkingsorganisaties en voor Buitenlandse Zaken, en de bijzondere commissie voor de JBZ-Raad van de Eerste Kamer op 10 juni 2003 over de Europese Conventie (28.473) |
behandelstatus | aangenomen |
toelichting behandelstatus | Op 17 juni 2003 aangenomen na stemming bij zitten en opstaan. CDA, PvdA, ChristenUnie, SGP, OSF, GroenLinks, SP en D66 stemden voor. |
indiener(s) | R.H. van de Beeten |
mede ondertekend door | E.C.M. Jurgens J. Kohnstamm |
dossier(s) | Europese Conventie (28.473) |
behandelende commissie(s) | commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) |