30.212, H

Motie-Doek (CDA) en Sylvester (PvdA) c.s. inzake inwerkingtreding van het wetsvoorstel Splitsing van energiebedrijven



In deze motie wordt de regering verzocht om een besluit tot effectuering van een splitsing niet te nemen dan nadat duidelijk is dat de Europese Unie zal overgaan tot het vaststellen van een dergelijke Richtlijn en ten aanzien van zware risico's met betrekking tot de cross border leasecontracten is voorzien, tenzij het publiek en onafhankelijk netbeheer in gevaar komt. Dit kan bijvoorbeeld geschieden wanneer sprake is van het verrichten van buitenlandse activiteiten en/of van het aangaan van grensoverschrijdende allianties, dan wel bij verstoring van evenwichtige marktverhoudingen en niet-transparante non-discriminatoire financiële verhoudingen of bij het ontbreken van gelijke toegang tot de netten.

Daarnaast wordt de regering verzocht om tenminste één keer per jaar over het bovenstaande en de bevindingen van DTe te rapporteren, welke rapportage voor de eerste keer op 1 november 2007 dient plaats te vinden.

Tevens wordt de regering verzocht, voorafgaande aan een besluit tot inwerkingstelling van de bepalingen van de wet met betrekking tot een splitsingsbesluit in overleg te treden met beide Kamers der Staten-Generaal en voorafgaande aan de stemming over het onderhavige wetsvoorstel bij brief toe te zeggen overeenkomstig het voorgaande dictum te zullen handelen.



Kerngegevens

nummer 30.212, H
ingediend 14 november 2006
behandelstatus aangenomen
toelichting behandelstatus Op 21 november 2006 aangenomen met algemene stemmen na stemming bij zitten en opstaan.
indiener(s) H.A. Doek
J.J. Sylvester (PvdA)
mede ondertekend door G. van den Berg
R.H. Hessing
H. ten Hoeve
N.G. Ketting
J.J.M. van der Lans
A.G. Schouw
dossier(s) Splitsing van energiebedrijven (30.212)
behandelende commissie(s) commissie voor Economische Zaken (EZ)

Bijzonderheden

Op 19 mei 2009 besprak de commissie voor Economische Zaken een aantal actuele aspecten rond de Splitsingswet en de wijze waarop bewindslieden met de motie zijn omgegaan.

De commissie voor Economische Zaken heeft op 9 juni 2009 de stand van zaken rond de uitvoering van de motie besproken en besloten dat de behandeling van dit onderwerp kan worden afgesloten.