In deze motie geeft de Eerste Kamer in overweging in de Wet op de parlementaire enquête, of anderszins, een nadere regeling van het verschoningsrecht op non-incriminatie alsmede van de binnentredingsbevoegdheid op te nemen.
nummer | 30.415, J |
---|---|
ingediend | 22 januari 2008 |
gewijzigd | 29 januari 2008 |
behandelstatus | gewijzigd aangenomen |
toelichting behandelstatus | Op 5 februari 2008 aangenomen na stemming bij zitten en opstaan. VVD, SP, D66, OSF, PvdD en het lid K. de Vries (PvdA) stemden tegen |
indiener(s) | J.P. Rehwinkel |
mede ondertekend door | A.H.M. Dölle G. Holdijk (SGP) J.P. Laurier |
dossier(s) | Initiatiefvoorstel-Van de Camp, Depla, Griffith en Van der Staaij Wet op de parlementaire enquête 2008 (30.415) |
behandelende commissie(s) | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ) |
De Eerste Kamercommissie voor BZK/AZ heeft op 1 april 2008 de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 21 maart 2008 inzake uitvoering van de motie (EK 30.415, K) besproken.
De commissie heeft op 9 oktober 2008 een brief gestuurd naar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over uitvoering van de motie.