Voorzitter Eerste Kamer ontmoet Voorzitters Russische Federatieraad en Doema in Moskou



De Voorzitter van de Eerste Kamer, Ankie Broekers-Knol, heeft van 11 tot 14 september 2018 met een delegatie een bezoek gebracht aan de Russische Federatie. Zij werd vergezeld door de voorzitter van de commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, Senator Janny Vlietstra (PvdA), en het lid van deze commissie, Senator Frank van Kappen (VVD).

De Voorzitter was uitgenodigd door de Voorzitter van de Federatieraad (de Senaat van de Russische Federatie), Valentina Matviyenko. Het betrof het hoogste Nederlandse parlementaire bezoek aan Rusland ooit.

Met het bezoek beoogde de Voorzitter van de Eerste Kamer de lijnen tussen beide landen en parlementen open te houden in een tijd waarin de relatie ernstig onder druk staat. Ook wilde zij het gesprek aangaan over de diverse moeilijke thema's die momenteel spelen: 'De betrekkingen tussen de Russische Federatie en Nederland zijn momenteel ingewikkeld. Daarom is het belangrijk om op parlementair niveau de dialoog te zoeken en gevoelige onderwerpen te bespreken, juist ook als we het niet eens zijn.'

Ontmoetingen met Russische politiek

Tijdens het bezoek stonden ontmoetingen gepland met de Voorzitter van de Federatieraad, Valentina Matviyenko, met aan haar zijde diverse Russische Senatoren, waaronder Konstantin Kosachev, de voorzitter van de commissie Buitenlandse Zaken van de Federatieraad, en Viktor Bondarev, de voorzitter van de commissie Defensie van de Federatieraad.

Tevens vond een gesprek plaats met de Voorzitter van de Staatsdoema, Vyachelav Volodin. De Staatsdoema vervult binnen de Russische Federatie de rol van Huis van Afgevaardigden.

Gevoelige onderwerpen

Tijdens de discussies die plaatsvonden kwamen vele onderwerpen aan bod. Uitvoerig werd gesproken over de ramp met de MH17. De Eerste Kamervoorzitter benadrukte de enorme impact van deze ramp voor de nabestaanden van de slachtoffers en binnen de Nederlandse samenleving als geheel. Nederland is uit op waarheidsvinding en gerechtigheid in deze uiterst pijnlijke kwestie.

Bij de ramp met de MH17 kwamen 298 mensen om het leven, waaronder 196 Nederlanders. Het Joint Investigation Team (JIT) dat strafrechtelijk onderzoek doet naar de ramp, bestaat uit vijf landen onder leiding van het Nederlandse Openbaar Ministerie. Het JIT concludeerde eerder dat vlucht MH17 boven Oost-Oekraïne werd neergeschoten door een BUK-raket die behoorde tot de 53ste brigade van het Russische leger uit de stad Koersk. De raketinstallatie werd bovendien ingevoerd vanuit Rusland en na lancering ook weer teruggevoerd over de Russische grens, aldus het JIT.

De conclusies van het JIT zijn van Russische zijde op vele punten betwist en tijdens de gevoerde discussies kwam scherp tot uitdrukking dat de visies van Rusland en Nederland ten aanzien van de toedracht van de ramp zeer ver uit elkaar liggen. In een meer technisch gesprek met de heer Van Kappen is van Russische zijde de visie op de conclusies van het JIT-onderzoek nader toegelicht.

Ook andere gevoelige thema's kwamen uitgebreid aan bod, zoals de oorlog in Oost-Oekraïne, de Skripal-affaire in het Verenigd-Koninkrijk en het Europese sanctieregime. Hoewel ook ten aanzien van deze zaken duidelijke verschillen van mening bestaan, werden ook op deze onderwerpen de standpunten op een open en directe wijze uitgewisseld.

Tevens werd gesproken over minder gevoelige zaken, zoals de historische banden tussen de Russische Federatie en Nederland, die meer dan 400 jaar teruggaan, en de economische samenwerking. Van beide zijden werd het belang onderkend van samenwerking op het niveau van scholen, ziekenhuizen en sportverenigingen om bij te dragen aan wederzijds begrip, alsmede het belang van dialoog op parlementair niveau, juist in periodes waarin de betrekkingen ingewikkeld en moeilijk zijn.

Daarnaast was de Voorzitter van de Eerste Kamer uitgenodigd om een krans te leggen bij het Graf van de Onbekende Soldaat. Zij gaf aan deze uitnodiging graag gehoor om respect en dankbaarheid te betuigen aan alle slachtoffers die vielen aan de zijde van de Sovjet-Unie tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Maatschappelijk middenveld en bedrijfsleven

De delegatie van de Eerste Kamer werd begeleid door de Nederlandse ambassade in Moskou, onder leiding van Ambassadeur Renee Jones-Bos. Op de ambassade vonden gesprekken plaats met enkele maatschappelijke organisaties op het gebied van mensenrechten, zoals Human Rights Watch, het Memorial Human Rights Centre en de Russian LGBT Sport Federation.

Gesproken werd over de mensenrechtensituatie in den brede, en specifiek over vrijheden die in Rusland onder druk staan, zoals de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid, en over de rechten van LHBT'ers. De organisaties zoals hiervoor genoemd, wezen op positieve ontwikkelingen, maar daarnaast gaven zij aan veel last te hebben van diverse repressieve wetten die in de laatste jaren zijn aangenomen.

Ook sprak de delegatie met vertegenwoordigers van het Nederlandse bedrijfsleven in Rusland: Shell, KLM, Friesland-Campina, ING en Vanderlande. Tijdens het gesprek werd vanuit positieve ervaringen onder meer ingegaan op de uitdagingen van het zakendoen in Rusland en de ontwikkelingen op economisch gebied, met tevens aandacht voor de consequenties van de Europese sancties tegen Rusland.

Dialoog

Volgens de Voorzitter van de Eerste Kamer kenmerkte het bezoek zich door stevige discussies en open gesprekken, waarbij geen onderwerpen werden vermeden: 'De Eerste Kamer heeft er altijd naar gestreefd een actieve rol te spelen in het internationale parlementaire circuit. Uit die inzet is ook dit bezoek voortgekomen. Een bezoek waarmee we hopen te bewerkstelligen dat we met elkaar in gesprek blijven en dat de lijnen tussen onze volksvertegenwoordigingen open blijven.'

De Voorzitter van de Eerste Kamer benadrukte dat juist nu een parlementaire dialoog van belang is: 'Juist in deze tijd, nu er een aantal ontwikkelingen zijn die de relatie tussen de Russische Federatie en het Koninkrijk der Nederlanden onder druk zetten ben ik ervan overtuigd dat we op parlementair niveau de dialoog moeten blijven zoeken. Dat is niet altijd gemakkelijk. Er zijn onderwerpen die zeer gevoelig liggen en waarover we het niet eens zijn, en misschien ook nooit zullen worden. Maar juist dan is het van belang dat we op een open en directe manier met elkaar in gesprek blijven.' De Voorzitter sprak uit zeer erkentelijk te zijn voor de gastvrijheid en vriendelijkheid die zij en haar delegatie tijdens het bezoek ondervonden.

Delegatie

Van de delegatie van de Eerste Kamer maakten ambtelijk deel uit de Griffier van de Eerste Kamer, Geert Jan Hamilton, en stafmedewerker Tim Fonck.


Deel dit item: