Verslag van de vergadering van 9 oktober 2018 (2018/2019 nr. 3)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 14.05 uur
De heer Van der Sluijs i (PVV):
Voorzitter, collega's en overige aanwezenden. Vandaag gaan we debatteren over de wijziging van de Gaswet en van de Mijnbouwwet betreffende het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld. In eerste instantie zou je denken: daar is niets mis mee. Al decennia wordt de bodem van Groningen ontdaan van het gas dat zich daar in de bodem bevindt. Daar heeft heel Nederland in meer of mindere mate van geprofiteerd. Dit heeft geresulteerd in een toename van de welvaart voor de Nederlandse bevolking en een groei van de economie. Maar dat de negatieve gevolgen van de gaswinning zo groot zouden worden als nu het geval is, heeft niemand destijds in 1962 voorzien.
Inmiddels blijkt dat de inwoners van Groningen zelf niet meer dan de rest van Nederland van de aardgaswinning hebben geprofiteerd, terwijl het gas wel decennialang onder hun huizen is weggepompt.
Voorzitter. Er blijkt dus een goudmijn onder je huis te zitten, waar anderen in ons land goede sier mee maken en waar je zelf als gedupeerde Groninger nauwelijks van profiteert. Wat voor gevoel van rechtvaardigheid moet dat wel niet geven? Erger nog, door het weghalen van die schat, het gas, onder jouw huis, staat dit op instorten. Je weet niet meer bij wie je moet aankloppen, want overal wordt de boot afgehouden. De politiek verantwoordelijken roepen in koor dat ze achter de Groningers staan, dat de Groningers in veilige huizen moeten wonen, dat alle schade moet worden vergoed en dat de huizen moeten worden versterkt.
Maar in werkelijkheid laten we de Groningers stikken, echter niet als het aan de PVV ligt. De schade is inmiddels ruimschoots geïnventariseerd, maar uitbetaling blijft uit. Er wordt getraineerd. Hoeveel tijd moeten de gedupeerden van de aardgaswinning nog wachten? Hoe anders is het in Noord-Holland, waar de NAM in vier bekende schadegevallen heel snel tot uitbetaling is overgegaan. Misschien moeten we de NAM-medewerker die daarvoor verantwoordelijk was heel snel naar Groningen verplaatsen. Kortom, heel schrijnend allemaal. Het zal je maar overkomen dat je door deze situatie een gevangene bent in je eigen huis. Je kan je huis aan de straatstenen niet kwijt, omdat niemand een bouwvallig huis wil kopen in een aardbevingsgebied. Je hebt ook geen ander geld om op een andere, veilige, plek een ander huis te kopen. Als je had gedacht het huis straks als aanvulling op je pensioen te kunnen gebruiken, kom je wel heel bedrogen uit. Als je je verplaatst in de trieste situatie van deze Groningers, kun je alleen maar concluderen dat deze situatie heel snel ten goede van de Groningers moet veranderen.
Tijdens de eerste jaren van de gaswinning is nog wel gediscussieerd over de oprichting van een apart investeringsfonds om dit soort problemen met schade te kunnen opvangen. Oud-minister van Financiën Piet Lieftinck was een groot voorstander. In de jaren 1962-1963 was de oud-minister van Financiën Jelle Zijlstra hierop tegen. Immers, de inkomsten waren te gering om er een speciaal fonds voor op te richten. Hij vreesde dat het geld toch voor extra overheidsuitgaven zou worden gebruikt. Helaas hebben toenmalige politici niet de visie en de daadkracht gehad om het door te zetten.
Voorzitter. Dat de gaswinning uit het Groningenveld moet worden beëindigd lijkt mij evident. Ik denk ook niet dat hier één fractie is die daaraan twijfelt, zo ook niet mijn fractie. Nee, daar zit de crux niet. Het leidt hier en daar zelfs tot politiek opportunisme en populisme. Kamerleden en ministers rijden af en aan naar Groningen om krokodillentranen te huilen. Kortzichtige plannen worden gelanceerd. Bewoners in het gasgebied wordt de kop gekgemaakt met loze beloften, maar vervolgens blijven ze met lege handen en een aanzienlijke schade zitten. Minister Kamp en zijn opvolger minister Wiebes hebben zelfs beloofd dat uiterlijk 2030 de gaswinning Groningen moet zijn beëindigd. Daar was sowieso rekening mee gehouden, maar blijkbaar kun je daarmee scoren. Maar waarom heeft minister Kamp dit niet expliciet in een wetsvoorstel vastgelegd? Waarom neemt ook deze minister dat niet expliciet in een wetsvoorstel op? Het is ronduit schandalig dat dit nog steeds niet is gebeurd. Elke keer blijven de bewoners in het gasgebied met de ellende zitten, omdat daadkracht uitblijft. De vraag is dus: wat gaat de minister doen en wanneer? Of blijft het bij loze verkiezingsbeloften? Graag krijg ik hierop een reactie van de minister.
Voorzitter. Dit wetsvoorstel staat vol vage prietpraat, zoals "in hoeverre" en "naar het tempo van". Artikel 52d spant helemaal de kroon. Ik citeer: "Onze minister kan de operationele strategie wijzigen indien dat gerechtvaardigd wordt door het veiligheidsbelang of het maatschappelijk belang dat verbonden is aan het niet kunnen voorzien van eindafnemers van de benodigde hoeveelheid laagcalorisch gas." Met andere woorden: we kunnen alle kanten op en niemand weet waar hij of zij aan toe is. Willekeur ligt dus op de loer.
Voorzitter. Er moet dus gekeken worden hoe de gaswinning uit dit veld voor de laatste jaren op een zo veilig mogelijke manier kan plaatsvinden, waarbij ook de leveringszekerheid kan worden gewaarborgd. We willen tenslotte niet op winterse dagen in de kou zitten. Er zal op korte termijn dus nog meer gas in het buitenland moeten worden aangekocht. Op de wereld is zeker nog voldoende voorradig. De schattingen lopen op tot wel 2.300 jaar. Weliswaar zijn daarbij ook wat kleinere velden meegerekend, maar we kunnen in elk geval concluderen dat het volgende week nog niet op is.
Voorzitter. Bij de deal met ExxonMobil en de Shell heeft de minister een afweging gemaakt tussen leveringszekerheid en de veiligheidsrisico's. Met andere woorden: een afweging tussen de belangen van de inwoners van het aardbevingsgebied en de belangen van eenieder die van het gas afhankelijk is. Dat is een waarlijk lastige afweging. In het afgelopen decennium heeft Shell diverse grote gasvondsten gedaan op deze aardbol. Waarom laten wij daar geen gas vandaan komen? Nu al wordt vanuit de Europese Unie samengewerkt met Rusland voor een tweede gaspijpleiding, hetgeen de gastoevoer vanuit Rusland zal verdubbelen. Mijn vraag aan de minister is dus: waar gaat al dat gas heen?
Voorzitter. Er wordt ook een nieuwe stikstoffabriek gebouwd, van bijna een half miljard euro. Daarmee kan en moet straks hoogcalorisch gas uit Noorwegen en voornamelijk Rusland geschikt worden gemaakt voor onze op laagcalorisch gas gestookte cv-ketels. Bovendien stopt de gaswinning in Nederland voorlopig niet. Het pompen in honderden kleine velden, met name op zee, gaat de komende jaren gewoon door. Minister Wiebes heeft eerder laten weten dat de winning op deze locaties zelfs de voorkeur heeft boven gasimport.
Om Groningen snel te kunnen helpen, is er een alternatief nodig. Om bedrijven te verleiden naar gas te blijven zoeken in de Noordzee wil minister Wiebes zelfs een extra belastingvoordeel geven. Op die manier moet dat voor producenten lucratief blijven, want winnen op zee is naar verhouding duurder dan pompen op land.
Voorzitter. Dit akkoord, c.q. deze gasdeal, tussen de minister, ExxonMobil en de Shell schijnt echter nog niet ondertekend te zijn. Er zijn opschortende voorwaarden afgesproken. Zolang die niet zijn vervuld, is het akkoord op hoofdlijnen ook niet bindend. Mijn vraag aan de minister is of het klopt dat deze deal nog niet is ondertekend. Wat houden die opschortende maatregelen in? En klopt het dat dit akkoord op vertrouwen berust en niet op juridische afdwingbaarheid, door het missen van deze handtekeningen? Mag ik die conclusie trekken?
Bij deze deal is ook afgesproken dat de NAM zich tot de uitbetaling van de schadeafhandeling en de versterkingsopgave beperkt, zo heeft de minister de Kamer geschreven. De Shell en ExxonMobil zorgen ervoor dat hiervoor voldoende middelen beschikbaar zijn. Dat is prima. Verder is afgesproken dat de NAM voortaan niet meer 10% van de gasopbrengsten krijgt, maar 27%. Dat levert al snel zo'n 2 miljard meer op. Weer een cadeautje voor een paar multinationals, zullen we maar zeggen, aangezien de Shell en ExxonMobil beide voor de helft eigenaar van de NAM zijn. Zo zie je maar dat deze regering liever miljarden aan multinationals geeft dan aan de Groningers, of dan hen schadeloos te stellen.
Voorzitter. Ik refereer even aan het debat in de Tweede Kamer. Helemaal aan het einde van de beantwoording in de tweede termijn meldde de minister snel nog even dat Shell en ExxonMobil minder zullen meebetalen aan het garantiefonds dan wij allemaal in eerste instantie hadden gedacht. Wat is daar allemaal in die achterkamertjes besproken? Dit betekent dat het jarenlange getraineer van de NAM dus zijn vruchten afwerpt. En dat betekent dat de Staat, oftewel de belastingbetaler, meer moet bijdragen. Dat is een sigaar uit eigen doos, ook voor de Groningers. Maar het is wel een heel zware sigaar. Als deze sigaar toch uit eigen doos moet komen, moet de minister maar zo snel mogelijk overgaan tot uitbetalingen. Hij kan douceurtjes aan multinationals uitdelen, maar onze eigen Groningse bevolking laat hij in de kou staan. Daarna moet hij de centen maar weer bij ExxonMobil en Shell terughalen. Deze geheime deal knalt nu terug in het gezicht van de minister. Geen wonder dat, wanneer je achterkamertjespolitiek bedrijft, de Tweede Kamer over je heen valt.
Voorzitter. Kan de minister hier in de camera kijken en aan de Groningers uitleggen waarom nog steeds niet tot uitbetaling aan de gedupeerden is overgegaan? Deze gedupeerden staat inmiddels spreekwoordelijk het water niet tot aan de lippen, maar daarboven. De Groningers hebben recht op antwoord. Nadat minister Wiebes het Groninger dossier had opgepakt, was er in eerste instantie positiviteit te horen. Inmiddels is de lijn naar beneden ingezet. Dat vindt de PVV zeer betreurenswaardig.
Voorzitter, ik dank u voor uw aandacht en ik wacht graag de beantwoording van de minister af.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van der Sluijs. Ik geef het woord aan de heer Reuten.