Verslag van de vergadering van 9 oktober 2018 (2018/2019 nr. 3)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.24 uur
De heer Ester i (ChristenUnie):
Voorzitter. Graag begin ik met het feliciteren van mijn kersverse collega Binnema met zijn heldere maidenspeech. Vervolgens dank ik de minister voor de beantwoording van mijn vragen in eerste termijn. Het was mooi om zijn passie te zien toen hij ons deelgenoot maakte van het fundamentele inzicht dat we het niet gaan redden om de Groningers de beloofde veiligheid te bieden met het achterblijven van de versterkingsaanpak en bij 12 miljard kuub gaswinning. Daarom is het besluit om tot 2023 de gaswinning uit het Groningenveld met 80% te verminderen en vervolgens tot 2030 af te bouwen naar nul in zekere zin historisch. Bij alle kritische vragen, ook van mijn fractie, moeten we dat niet vergeten. Ik noemde dat in eerste termijn een paradigma shift, een paradigmawisseling. Dat is toch datgene waar we het over hebben in dit dossier.
Ook dank voor zijn toezegging het wetsvoorstel regelmatig te zullen evalueren, te beginnen over drie jaar. Ik neem aan dat die evaluatie echt omvattend en integraal zal zijn en dat daarbij de verschillende wegingscriteria worden bezien, met een nadruk op het veiligheidsperspectief. Ik zou de minister willen vragen dat in zijn tweede termijn te bevestigen.
Voorzitter. Verder was het goed om te zien hoe de minister inging op de weging rond die gaswinningsbesluiten — dat is natuurlijk een hele elementaire en cruciale kwestie — en dat daarbij het veiligheidsbelang van de Groningers zeer zwaar zal wegen. In de stukken zelf spreekt hij van "voorrang geven aan". Dat hebben wij als ChristenUniefractie goed in onze oren geknoopt.
Ik heb begrip voor het feit dat een gekwantificeerd wegingsmodel onmogelijk is, aangezien het gaat om zeer ongelijke grootheden. Het komt, denk ik, daarmee nu vooral neer op een beredeneerde bestuurlijke overweging. Toch bleef het betoog van de minister nog wat fluïde. Het door collega Verheijen ingebrachte punt van de kwalitatieve verdringingsreeks uit de zoetwatervoorziening sprak mij zeer aan. Als de collega mij dat toestaat, zou ik de minister willen vragen in hoeverre hij zich bij het maken van afwegingen wil laten inspireren door dit kwalitatieve afwegingsmodel uit de waterwereld.
Het gaat er uiteindelijk om dat wij als parlement onze controlefunctie naar behoren kunnen uitoefenen. Daarvoor hebben we geobjectiveerde indicatoren nodig bij het afwegingsproces dat de minister zelf heeft doorgemaakt. Het wetsvoorstel is een eerste in een reeks van ten minste drie voorstellen. Dat is ook een beetje de makke van de discussie die wij vandaag met elkaar hebben gehad. De meeste fracties voelden dat ook zo aan. We hebben nu een betekenisvolle stap gezet, maar daarmee hebben we nog geen helderheid over de hele af te lopen weg. We zullen niet alleen de gaswinning geloofwaardig en snel moeten afbouwen, maar ook ontstane schade snel moeten afwikkelen. De hersteloperatie dient nu ook snel op stoom te komen. Deze drie-eenheid, als ik het zo mag noemen, is onmisbaar om het vertrouwen van de Groningers te herwinnen. De minister heeft veel nodig, maar in ieder geval ook daadkracht — dat wensen wij hem zeer toe — bij de uitvoering van zijn missie.
De voorzitter:
Dank.
Het woord is aan de heer Pijlman.