Verslag van de vergadering van 16 oktober 2018 (2018/2019 nr. 4)
Aanvang: 13.52 uur
Status: gecorrigeerd
Stemming Minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld
Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Gaswet en van de Mijnbouwwet betreffende het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld (34957).
(Zie vergadering van 9 oktober 2018.)
De voorzitter:
Ik heet de minister Van Economische Zaken en Klimaat, die namens de regering bij de stemming aanwezig is, van harte welkom in de Eerste Kamer. Hebben alle leden de presentielijst getekend? Dat is het geval.
Ik deel aan de Kamer mee dat de heer Reuten mij heeft laten weten dat hij even het woord wenst.
De heer Reuten i (SP):
Mevrouw de voorzitter. Ik wens de motie onder letter I in te trekken en wel met goedvinden van de medeondertekenaars.
De voorzitter:
Dank u wel. Deze motie zal worden ingetrokken.
We stemmen eerst over het wetsvoorstel 34957, Wijziging van de Gaswet en van de Mijnbouwwet betreffende het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld.
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.
De heer Binnema i (GroenLinks):
Dank u wel voorzitter. Mijn fractie zal niet voor deze wet stemmen. Ik formuleer het bewust op deze manier, omdat wij vinden dat in dit wetsvoorstel en zeker ook in de koers die de minister heeft ingezet om terug te gaan naar nul wat betreft de gaswinning, een heel belangrijke wijziging ten opzichte van het beleid tot nu toe zit, die wij van harte ondersteunen. Wij denken dat er nog veel belangrijk werk te verrichten is in termen van afhandeling van de schade en versterking van de woningen. Wij zien ook uit naar alle voorstellen die wat dat betreft deze kant op zullen komen. Maar erop gelet dat er zowel aan de kant van het vastleggen van de gaswinning tot nul in 2030 en de waarborgen die daarbij nodig zijn, alsook op de manier waarop nu aan de balans tussen veiligheid en maatschappelijk belang invulling wordt gegeven en de rol die de Kamers daarbij hebben, valt onze afweging zo uit dat wij op dit moment niet voor deze wet kunnen stemmen.
De voorzitter:
Meneer Binnema. Nee, u hoeft niet terug te komen naar het spreekgestoelte. Ik heb u uit laten spreken, maar in principe is een stemverklaring kort, ultrakort.
De heer Binnema (GroenLinks):
Ik zal mij er de volgende keer aan houden. Dank u.
De voorzitter:
Fijn. Ik geef het woord aan de heer Flierman. Ik zie dat hij twee pagina's bij zich heeft. Dat gaat lekker.
De heer Flierman i (CDA):
Het zijn in feite twee stemverklaringen, voorzitter. Maar ik neem de moties in één keer mee.
Voorzitter. Er bestond bij de CDA-fractie forse zorg over het wetsvoorstel. De regering heeft echter dankzij haar uitvoerige en zorgvuldige beantwoording bij de grootst mogelijke meerderheid van mijn fractie die zorg weggenomen. Deze fractieleden zijn ervan overtuigd dat met deze wet op een verantwoorde en evenwichtige wijze een afweging tussen veiligheidsbelang en leveringszekerheid kan worden gemaakt. Zij zullen dan ook voor het wetsvoorstel stemmen.
Ten aanzien van de moties volgt de fractie het advies van de minister en stemt zij tegen de moties op letters J en L. De minister heeft toegezegd wat in motie K wordt gevraagd, en daarmee is de motie overbodig. Daar stemmen we dan ook tegen.
Voorzitter. Eén lid van onze fractie zal haar stem niet aan het wetsvoorstel geven en wel om de volgende redenen. Nu vaststaat dat er in het Groningenveld alleen al meer dan 1.500 gebouwen niet voldoen aan de 10-5-norm van veiligheid en nu duidelijk is dat deze onveilige toestand de komende jaren in het Groningenveld nog zal voortduren, acht dit CDA-lid het onverantwoord dat de bevoegdheid tot ingrijpen naar haar oordeel aan de NAM en aan het SodM wordt ontnomen. Dit klemt temeer daar er op dit ogenblik nog geen concreet vooruitzicht is op het ter hand nemen van de versterkingsoperatie. Dit lid acht dan ook de voorgestelde systeemverandering met betrekking tot het Groningenveld, waarbij de minister niet slechts de veiligheid van de omwonenden, maar ook de leveringszekerheid in zijn beslissing over de hoeveelheid te winnen gas betrekt, onverantwoord.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Flierman. U heeft het heel snel gedaan. Ik begrijp in dit geval, met één afwijkende stem in uw fractie, dat iets moest worden toegelicht. U heeft razendsnel gelezen. Ik hoop dat de Dienst Verslag en Redactie het bij heeft kunnen houden.
Ik geef het woord aan de heer Ester. Hij heeft ook weer twee pagina's, oh jongens.
De heer Ester i (ChristenUnie):
Ik houd het heel kort. De fractie van de ChristenUnie steunt het wetsvoorstel minimalisering gaswinning Groningen van harte. Het wetsvoorstel bouwt de gaswinning af naar nul en dat is een paradigmashift in het Nederlandse energiebeleid. Een paradigmawisseling die de veiligheid van Groningers terecht voorop plaatst. Veiligheid gaat boven economisch gewin. Daarbij is het wel geboden de schadeafwikkeling en hersteloperatie nu echt voortvarend ter hand te nemen. Ik dank de minister voor zijn toezegging aan mijn fractie om de wet integraal te evalueren.
Dan de moties, voorzitter. We geven geen steun aan de motie die vraagt om het vooraf goedkeuren van de operationele strategie door beide Kamers. Immers, de regering regeert en het parlement controleert. Motie-K vinden wij in dat licht veel passender. Wij zullen daarvóór stemmen. Dat geldt ook voor de laatste motie, de motie op letter L. De minister ontraadde deze motie onder verwijzing naar onderzoek dat reeds door PwC verricht zou zijn naar de impact van aardgastarieven op duurzaam gebruik door grootverbruikers. Nadere bestudering van dat onderzoek leert evenwel dat dit hooguit slechts zijdelings aan bod komt.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ester. Ik geef het woord aan meneer Verheijen.
De heer Verheijen i (PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Het wetsvoorstel geeft naar de opvatting van de Partij van de Arbeidfractie onvoldoende zekerheden met betrekking tot de afbouw van de gaswinning van het Groningenveld en biedt daarmee onvoldoende duidelijkheid aan de bewoners van Groningen. Tevens wordt de rol van het parlement bij de vaststelling van het afbouwplan en de operationele strategie van de NAM te zeer beperkt. We zullen dan ook tegen het wetsvoorstel stemmen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Verheijen. Dan de heer Reuten. U heeft ook twee pagina's, meneer Reuten, met een noot onderaan ook nog? U weet dat u niet over uw eigen motie een stemverklaring mag afleggen?
De heer Reuten i (SP):
Mevrouw de voorzitter!
De voorzitter:
Ik maakte een grapje, meneer Reuten.
De heer Reuten (SP):
O, dat vind ik wel leuk.
Maar nu weer serieus. De SP-fractie zal tegen het wetsvoorstel stemmen. Vorige week gaf ik in mijn eerste termijn aan waaraan het voorstel schort. Op belangrijke vragen krijgen wij geen of onvoldoende antwoord. In de verhouding tussen regering en parlement is de belangrijkste kwestie dat het voorgestelde artikel 52d Mijnbouwwet de regering een in de tijd ongelimiteerde en inhoudelijk ongebonden bevoegdheid geeft om te kiezen tussen veiligheid van mensenlevens en gasleveringszekerheid. Bij aanvaarding van het wetsvoorstel zet het parlement zich tweevoudig buitenspel, qua bevoegdheid en qua controle door het parlement. Dat was mijn stemverklaring bij het wetsvoorstel.
De voorzitter:
U mag ook een stemverklaring over de moties geven, als u die heeft. Maar dus niet over uw eigen motie.
De heer Reuten (SP):
Welaan. De SP-fractie stemt voor de motie-Verheijen c.s. en -Teunissen c.s. Bij de motie Teunissen c.s. betrekt mijn fractie de constateringen dat de minister deze ontraadde, omdat het betreffende onderzoek al door PwC uitgevoerd zou zijn, dat dit een abuis is, omdat dit onderzoek slechts een feitelijke vergelijking van energiebelastingtarieven in Nederland en omringende landen betreft, dat dit niet het dictum van de motie is en dat de minister de vrijwel identieke motie van de leden Wassenberg en Beckerman, nummer 39, in de Tweede Kamer niet ontraadde.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Reuten. Het woord is eerst aan mevrouw Klip.
Mevrouw Klip-Martin i (VVD):
Voorzitter. Mijn fractie zal voor het wetsvoorstel stemmen en de fractie van de VVD zal tegen de drie ingediende moties stemmen, tegen de eerste motie, met letter J, omdat dit ons inziens een bestuurlijke verantwoordelijkheid van de minister betreft, tegen de motie met letter K omdat de minister hierover een toezegging heeft gedaan en tegen de motie met letter L omdat een eerste onderzoek op dit punt al is uitgevoerd. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Klip. Ik geef het woord aan de heer Pijlman.
De heer Pijlman i (D66):
Dank, voorzitter. Het stopzetten van de gaswinning in Groningen is onomkeerbaar en met dit wetsvoorstel maken we er ook een hele goeie start mee. Tegelijkertijd dienen we schadeherstel en versterking van de gebouwen nog op te pakken. De regering heeft ons ervan overtuigd dat dat nu ook snel zal gebeuren. Deze wet is effectief en nodig om deze stappen te zullen maken, dus zullen wij die steunen.
Over de moties: wie het debat vorige week gevolgd heeft, zal het niet verbazen dat we de motie van de heer Reuten c.s. niet kunnen steunen. De motie-Verheijen c.s. van de Partij van de Arbeid zien wij eigenlijk als een ondersteuning van het beleid. De minister heeft al toegezegd dat hij de ministeriële regeling wil voorleggen, maar dan is er ook niets tegen om dat te steunen. Dat zullen we doen. De motie-Teunissen c.s. van de Partij van de Dieren werd ontraden door het kabinet, maar die zullen wij toch steunen, omdat volgens ons er een verkeerde verwijzing door de minister is gemaakt en een dergelijk onderzoek, inzet van aardgasbelasting, buitengewoon nuttig kan zijn, vinden wij, om te komen tot vermindering door de grootgebruikers. Dus die laatste twee moties steunen we. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Pijlman. Ik geef het woord aan de heer Ten Hoeve.
De heer Ten Hoeve i (OSF):
Voorzitter. Dat de volledige verantwoordelijkheid over de mate waarin Gronings aardgas gewonnen wordt bij de minister komt te liggen, vind ik een goede zaak. Dit wetsvoorstel geeft de mogelijkheid daartoe en daarmee geeft het ook de mogelijkheid voor de snelle afbouw die voorgenomen is. Ik zal dus voor het wetsvoorstel stemmen.
Het vervolg daarop, het ook onder volledige ministeriële verantwoordelijkheid brengen van de versterkingsoperatie en de afhandeling van de schades is ook een goede zaak. Uiteindelijk moet de Staat bereid zijn, niet zozeer zich verantwoordelijk te stellen voor de geldelijke afwikkeling, maar wel voor het feit dat er een ordentelijke afwikkeling plaatsvindt. De minister is dat van plan, en daarin steun ik hem graag.
Wat de moties betreft: de motie-Reuten c.s. zal ik niet steunen, omdat ik dat inderdaad zie als een bestuurlijke verantwoordelijkheid van de minister, waarop overigens door de Kamer voldoende toezicht zal kunnen worden en ook zal worden uitgeoefend. De beide andere moties zal ik wel steunen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ten Hoeve. Zijn er nog anderen die een stemverklaring wensen af te leggen over het wetsvoorstel dan wel over de moties? Dat is niet het geval.
Dan gaan we stemmen bij zitten en opstaan over de wet.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, de VVD, het CDA minus mevrouw Lokin-Sassen, de OSF en D66 voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de PvdD, 50PLUS, de SP en de PVV en mevrouw Lokin-Sassen ertegen, zodat het is aangenomen.