Verslag van de vergadering van 18 december 2018 (2018/2019 nr. 13)
Aanvang: 12.24 uur
Status: gecorrigeerd
Aan de orde is de behandeling van:
het wetsvoorstel Wijziging van de Wet opslag duurzame energie (in verband met de vaststelling van tarieven voor het jaar 2019) (35004).
De voorzitter:
Aan de orde is de behandeling van het wetsvoorstel 35004, Vaststelling tarieven 2019 voor opslag duurzame energie. Ik heet de minister van Economische Zaken en Klimaat van harte welkom in de Eerste Kamer.
De beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de heer Aardema.
De heer Aardema i (PVV):
Voorzitter. Net als eind vorig jaar sta ik hier weer namens heel veel Nederlanders die straks weer fors extra moeten betalen voor hun energierekening. Wederom moet op de laatste vergaderdag van het jaar het verhoogde ODE-tarief er nog even worden doorgejast. De duimschroeven worden per jaar strakker aangedraaid.
Naast energiebelasting en btw betalen afnemers ODE, oftewel opslag duurzame energie. Het gaat over belastingheffing op energie om de subsidiepot voor duurzame energie te kunnen vullen, beter gezegd windmolentaks. De financiële opbrengst uit de ODE wordt gebruikt voor de subsidiëring van duurzame energie, onrendabele duurzame energie welteverstaan. Daarom moet er subsidie bij, tientallen miljarden in de komende jaren. In dit geval is subsidiëren een ander woord voor: de burger uitknijpen voor deze peperdure hobby. De minister heeft in zijn memorie van antwoord op onze vragen ook gewoon toegegeven dat de Nederlandse bijdrage verwaarloosbaar is, maar het gaat om het idee. We zijn verplichtingen aangegaan. Het moet. We moeten het goede voorbeeld geven, enzovoort.
Volgend jaar gaat het gemiddeld huishouden zo'n €68 extra toeslag betalen voor duurzame energie, bovenop de €90 van vorig jaar. En daar blijft het niet bij. De windmolentaks, deze ODE, zal steeds verder oplopen, naar honderden euro's per gezin over enkele jaren. De energierekening gaat volgend jaar met ongeveer €360 gemiddeld omhoog. En daar zijn de resultaten van de Poolse top nog niet in verrekend. Want als je afspreekt dat voor alle landen dezelfde regels gaan gelden maar dat rijke landen de arme zullen helpen, dan komt de rekening daarvan ook bij ons.
Binnenkort komen de voorstellen van de klimaattafels. Ook daar zullen pittige prijskaartjes aan hangen. Het moet betaald worden door de burgers en ondernemers van dit land.
Voorzitter. Met de komende stijging van het ODE-tarief zijn weer de burgers de klos. Ook mensen met een minimumloon, AOW of klein, niet-geïndexeerd pensioentje moeten gewoon meebetalen, of ze kunnen of niet. Heeft de minister enig zicht op de gevolgen van de stijgende energierekening? Kan de minister zich voorstellen dat velen dit gewoon niet kunnen opbrengen? Hoeveel mensen krijgen hierdoor betalingsachterstanden? Op dit moment hebben al meer dan 150.000 mensen een betalingsachterstand. Dat zal verschillende oorzaken hebben, maar de belangrijkste is toch wel dat de energiekosten de pan uit rijzen. Heeft minister hier een beeld van en wat gaat hij hieraan doen? Hoever wil deze minister de energierekening nog laten oplopen? Tot veel burgers kennelijk letterlijk in de kou of in het donker zitten?
Uit de beantwoording op onze schriftelijke vragen blijkt ook duidelijk dat dit kabinet gewoon doorgaat met de verhoging van ODE omdat ze daarmee de subsidiepot willen blijven vullen. Koste wat het kost wil men doorgaan met deze miljardenslurpende onzin, terwijl de doelen niet bereikt worden, ondanks dat het mondiaal maar een druppel op een gloeiende plaat is. Wie denkt dat de mens het klimaat kan beïnvloeden lijdt aan een ernstige vorm van grootheidswaanzin. Dit kabinet wil, ondanks de zeer geringe bijdrage, gewoon doorzetten. Wat er in de rest van de wereld ook gebeurt, wij blijven het beste jongetje van de klas, of beter gezegd gekke Henkie. Met dit kabinet staat ons nog heel wat te wachten: nog meer windmolens, nog meer geld kwijt om dit te betalen, nog meer geld kwijt aan biomassa, terwijl iedereen weet dat dit meer CO2 uitstoot dan kolen.
Vorig jaar heb ik opgemerkt dat de lastenverhouding tussen de burger en het bedrijfsleven helemaal scheef lag. Ondanks uw dappere pogingen om het bedrijfsleven te dwingen zijn uitstoot te beperken, betalen ze per saldo veel minder voor energie. Bovendien zal de rekening toch bij de burger komen te liggen. De Partij voor de Vrijheid wil dat het kabinet stopt met deze klimaatwaanzin. De subsidie naar nul betekent ook de ODE naar nul. Het klimaat gaat zijn eigen gang. Daar moeten wij niet miljarden tegenaan smijten om onze kleinkinderen later te laten concluderen dat het niets geholpen heeft, dat ze voor niets in de kou hebben gezeten, dat we geen geld meer hadden voor fatsoenlijke zorg en onderwijs.
Ik dien dan ook namens onze fractie een motie in om het ODE-tarief naar nul terug te brengen.
De voorzitter:
Door de leden Aardema, Dercksen, Peter van Dijk, Faber-van de Klashorst, Van Hattem, Ton van Kesteren, Kok, Van der Sluijs en Van Strien wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat dit wetsvoorstel samenhangt met het totaalpakket aan klimaatmaatregelen zoals besproken aan de klimaattafels, de uitwerking van de Klimaatwet en aansluitende wetten en regelingen, en een forse financiële bijdrage vraagt van de Nederlandse samenleving;
verzoekt de regering om bij het vaststellen van de tarieven ODE voor 2019 en verdere jaren, dit tarief terug te brengen naar nul euro,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter E (35004).
Dank u wel, meneer Aardema. Ik geef het woord aan mevrouw Fiers.
Mevrouw Fiers i (PvdA):
Dank u, voorzitter. Vandaag voer ik het woord mede namens de fracties van de SP en GroenLinks. Dit voorstel gaat over de energierekening van 2019, die inmiddels bij veel mensen op de deurmat is gevallen en waar veel mensen ook van geschrokken zijn. Een deel van die rekening gaat over de zogenaamde opslag duurzame energie, de ODE-opslag. Het gaat vandaag over die bijdrage aan de stimulering van duurzame energie. Die bijdrage gaat, als het aan het kabinet ligt, fors omhoog. Misschien is het goed om even mijn verbazing uit te spreken over het feit dat hier bijvoorbeeld de collega's van het CDA en de ChristenUnie het woord niet voeren, gezien al het geweld dat we daarover de afgelopen dagen gehoord hebben van hun voormannen.
De fracties van de PvdA, SP en GroenLinks willen het debat in de Tweede Kamer hier niet overdoen. We concentreren ons daarom in deze Kamer op twee zaken die passen bij onze rol en onze taak: allereerst rechtvaardigheid en daarna effectiviteit. Ik begin met een rechtvaardige verdeling tussen de lusten en de lasten. De bijdrage aan de stimulering van duurzame energie wordt in dit voorstel voor 50% opgebracht door de Nederlandse huishoudens en voor 50% door bedrijven. Dat klinkt heel eerlijk, fiftyfifty, maar dat is het niet. Want 80% van de uitstoot van CO2 wordt veroorzaakt door bedrijven en maar 20% door de huishoudens. Die verdeling 50-50 staat dus bij lange na niet in verhouding tot de daadwerkelijke uitstoot.
Sterker nog: hoe meer je vervuilt, hoe minder je betaalt per m3 of per eenheid. Volgens de berekeningen van de accountant Ernest & Young betalen huishoudens de komende jaren 2,8 miljard meer aan energiebelastingen dan het bedrag aan schade dat ze veroorzaken. Bedrijven betalen juist 1,8 miljard euro minder dan het bedrag dat zij aan schade veroorzaken. De vervuiler betaalt dus niet, terwijl dat wat ons betreft toch het uitgangspunt zou moeten zijn. Dat is echt onrechtvaardig, oordelen de fracties van de Partij van de Arbeid, SP en GroenLinks. Wij zijn benieuwd of de minister het met dat oordeel eens is. Zo nee, waarom niet?
Bovendien ... Ik zie daar iemand naar de interruptiemicrofoon lopen.
De voorzitter:
En ik ga daarover. Meneer Aardema.
De heer Aardema i (PVV):
Ik hoor mevrouw Fiers spreken over het onevenwicht tussen het bedrijfsleven en de burger, maar kunt u mij uitleggen wie er dan uiteindelijk toch de rekening gepresenteerd krijgt als ook het bedrijfsleven meer moet gaan betalen? Volgens mij is het toch zo dat dat door wordt berekend aan de burger, aan de consument.
Mevrouw Fiers (PvdA):
Als ik mijn betoog mag voortzetten, kom ik daar zo even op terug. Is dat een goed plan? Ja?
De voorzitter:
Vroeg u dat via de voorzitter?
Mevrouw Fiers (PvdA):
Ja, uiteraard.
De voorzitter:
Dat begrijp ik. Gaat u verder.
Mevrouw Fiers (PvdA):
Bovendien hebben juist bedrijven het meest baat als het opgebrachte geld wordt verdeeld. Van alle subsidies uit het ODE-potje gaat driekwart naar het bedrijfsleven, dus hoe minder je bijdraagt, hoe meer je krijgt. Het voorliggend voorstel is dus eigenlijk dubbel onrechtvaardig. Wij zijn benieuwd of de minister deze conclusie deelt.
De grote vraag is dan natuurlijk hoe die verhouding er precies moet uitzien. Het antwoord op deze vraag is complex — ik zie de minister ook al knikken — want er komen op dit moment veel veranderingen op ons af en er zijn veel factoren die daar een rol in spelen. De minister is in die zin niet te benijden. In de kabinetsappreciatie van de hoofdlijnen van het klimaatakkoord is aangekondigd dat het kabinet een verkenning zal starten naar de financiering van de SDE-subsidie met aandacht voor de lastenverdeling tussen huishoudens en bedrijven. Dat is heel mooi. De vraag aan de minister is waarom hij, terwijl hij eigenlijk nog aan het kijken is naar wat de beste verhouding zou zijn, in 2019 al wel tarieven in de bestaande onrechtvaardige verdeling ophoogt. Is het dan niet beter om te wachten tot de verkenning klaar is? Of beter nog: waarom niet nu al overgaan tot een meer rechtvaardige verdeling van die lasten? Niet tot achter de komma uitgewerkt, want we begrijpen dat dat in deze fase lastig is, maar alvast gewoon in de goede richting bijsturen.
De Nederlandsche Bank heeft geconstateerd dat er ruimte is voor meer heffing op de industrie, omdat ze minder betalen voor energie en uitstoot dan concurrenten in hun buurlanden. Het Centraal Planbureau had dat ook al geconstateerd in de Macro Economische Verkenningen. Dus nogmaals de vraag aan de minister: waarom niet gewoon in deze fase al een klein beetje bijsturen? Waarom zo voorzichtig richting het bedrijfsleven? De huishoudens krijgen die onrechtvaardige rekening ook gewoon gepresenteerd, dus waarom niet wat zorgvuldiger met hun belangen omspringen?
Vervolgens wil ik namens de PvdA, SP en GroenLinks ingaan op de effectiviteit van deze maatregel. De logica achter dit voorstel is dat huishoudens door deze beprijzing in actie gaan komen, bijvoorbeeld door isolerende maatregelen te nemen of te investeren in zonnepanelen, om zo de tariefsverhoging of de hoge lasten ongedaan te maken. Ook dat klinkt logisch, maar dat is voor een deel van die huishoudens niet te doen. Dat geldt voor twee categorieën, namelijk de huurders en de mensen zonder investeringsmogelijkheden.
Allereerst de huurders. Bijna acht op de tien huurders geven aan dat hun huis slecht geïsoleerd is en dat zij last hebben van kou en tocht. Nog eens vier op de tien huurders geven aan, slechts enkel glas te hebben in de woning. Reden genoeg dus, zou je zeggen, om energiebesparende maatregelen te nemen. Maar de huurders zijn hiervoor afhankelijk van het moment dat de verhuurders, veelal woningbouwcorporaties, in actie komen. En u hoort mij niet zeggen dat de huurders per definitie slechter af zijn dan de huizenbezitters, maar zij bepalen niet zelf het moment wanneer die investeringen worden gedaan. Het is maar de vraag, gezien de enorme opgave die bij de corporaties ligt, wanneer je als individuele huurder aan de beurt bent. De huurders zien dus wel de rekening stijgen, maar bepalen niet wanneer er actie komt. Hier is de voorgestelde prijsverhoging dus niet effectief.
En dan de tweede categorie huishoudens waarvoor de achterliggende redenering niet opgaat, de mensen die geen geld hebben om het huis energiezuiniger te maken. Deze mensen gaan de komende jaren de hogere energierekening wel voelen, maar hebben niet de financiële middelen om in actie te komen. Ik hoor graag van de minister of hij dit voorstel hierop getoetst heeft. Zo ja, dan ben ik benieuwd naar zijn conclusie. Zo nee, dan ben ik benieuwd waarom hij dat niet gedaan heeft.
Tot slot draagt het principe van de vervuiler betaalt bij aan de innovatie-impuls voor het bedrijfsleven. Dit is voor een deel het antwoord op de interruptie van zojuist. Op het moment dat je het bedrijfsleven meer gaat belasten, zou dat kunnen bijdragen aan innovatie waardoor niet per definitie de rekening een-op-een wordt doorgeleid. Ik ben benieuwd naar de visie van de minister daarop.
Dit brengt mij tot slot op de effecten op de betaalbaarheid. Er zijn in Nederland al heel veel huishoudens die moeite hebben om de energierekening te betalen. Volgens het Nibud heeft 10% van de huishoudens in Nederland een te hoge energierekening ten opzichte van het inkomen. Ze hebben moeite met het betalen van de energierekening. Daarvoor hebben we sinds kort in Nederland een nieuw begrip: energiearmoede.
Met dit voorstel wil het kabinet de energierekening van huishoudens verhogen. Volgens de Vereniging Eigen Huis gaan huiseigenaren in 2019 gemiddeld €150 meer aan energiebelasting betalen. De minister stelt in het debat in de Tweede Kamer dat het veel minder is. Hij heeft het over een bruto stijging van €108. Wat het ook is, de energierekening gaat omhoog.
Het zeer recente rapport van het Planbureau voor de leefomgeving is hierbij relevant. Daar wordt namelijk om de betaalbaarheid van de energierekening beter te kunnen begrijpen onderscheid gemaakt tussen de energiequote en het betaalrisico. In de analyse komen zij tot verschillende vormen van financiële kwetsbaarheid bij de betaalbaarheid van wonen en energie. Zij komen tot de conclusie dat ruim 500.000 huishoudens na betaling van de huur of de hypotheek en de energielasten te weinig bestedingsruimte overhouden om te voorzien in een minimaal noodzakelijk levensonderhoud. Daarom de volgende vragen aan de minister. Verwacht hij op basis van dit rapport van het PBL een toename van de betalingsachterstanden bij de energierekening? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe denkt hij dit probleem op te lossen? Waarom ook niet hier, net als bij de effecten voor het bedrijfsleven, eerst goed uitzoeken wat die effecten zijn?
Ik rond af. Samengevat menen de fracties van de Partij van de Arbeid, de SP en GroenLinks dat er wel erg voorzichtig wordt geopereerd waar het gaat om de mogelijke negatieve effecten voor het bedrijfsleven. Ondertussen krijgen de huishoudens zonder pardon de rekening gepresenteerd. Wij zijn benieuwd naar de antwoorden van de minister op onze vragen.
De voorzitter:
Dank u wel. O, mevrouw Fiers u moet nog even terug naar het spreekgestoelte want er is nog een vraag van de heer Aardema.
De heer Aardema (PVV):
Ik stel vast dat mevrouw Fiers zich met ons zorgen maakt over de stijgende rekening. Waardoor komt dat? Door de ODE. Hoe kan het dan dat de Partij van de Arbeid zelf met de instelling van de ODE heeft ingestemd?
Mevrouw Fiers (PvdA):
Wij zijn niet per definitie tegen de ODE. Wij vinden dat de rekening daarvan op een rechtvaardige manier verdeeld moet worden. Ons pleidooi hier is om ervoor te zorgen dat de rekening rechtvaardiger verdeeld wordt. In die zin hebben wij een ander standpunt.
De heer Aardema (PVV):
Ik vraag mij nog steeds af of het wel rechtvaardig is om de burger op deze manier uit te knijpen.
Mevrouw Fiers (PvdA):
Volgens mij delen wij die zorg. Ook wij stellen dat de rekening die op dit moment bij de huishoudens komt, onevenredig hoog is.
De voorzitter:
Nogmaals, dank u wel, mevrouw Fiers. Ik geef het woord aan de heer Pijlman.
De heer Pijlman i (D66):
Dank u wel voorzitter. De Wet opslag duurzame energie is in 2013 ingevoerd door het kabinet-Rutte/Asscher. Het vult de kas voor de SDE+-regeling waaruit wij initiatieven voor duurzame energie kunnen betalen. Hoe noodzakelijk dat is, blijkt wel uit de behaalde resultaten tot dusver. Die zijn nog steeds weinig indrukwekkend. Op het gebied van duurzame energie loopt Nederland hopeloos achter. Om de doelstellingen voor 2030 te halen moet er nog buitengewoon veel gebeuren.
De regering wil de tarieven van ODE voor 2019 verhogen. Dat lijkt logisch in het licht van de noodzakelijke investeringen, maar tegelijkertijd zien wij oplopende reserveringen voor dit doel. SDE+ raakt zijn gelden niet kwijt. Kan de minister ons inzicht geven, globaal, in de verplichtingen die inmiddels zijn aangegaan en van de reserveringen voor investeringen van projecten die het komend jaar van start zullen gaan? We zullen tempo moeten maken.
Toen deze regeling in 2013 van start ging, is een kostenverdeling afgesproken die nog steeds van kracht is. Ongeveer 50% van de kosten wordt betaald door de burgers en 50% door de bedrijven. Het is de afweging tussen lastenverzwaring voor het bedrijfsleven en behoud van koopkracht voor de huishoudens. Het vorige kabinet mag dit zo bepaald hebben, maar de vraag is of dit systeem nog houdbaar is. Wij menen dat het stelsel herzien dient te worden
De vervuiler betaalt, is en blijft voor de D66-fractie het meest voor de hand liggende uitgangspunt voor de energietransitie. In het ODE-systeem betalen huishoudens relatief veel meer CO2-belasting dan bedrijven. Het kabinet heeft veel oog voor de concurrentiepositie van de energiebedrijven en de industrie, maar in alle landen om ons heen gaat het om dezelfde problematiek. Welke stappen onderneemt het kabinet in Europa op dit gebied om de maatregelen op elkaar af te stemmen? Laat het helder zijn dat de energietransitie voor een ieder inzichtelijk, transparant en eerlijk dient te zijn.
Het is goed om in dat verband het systeem van ODE tegen het licht te houden en het huidige systeem af te wegen in het totaal van maatregelen die het kabinet volgend jaar moet nemen om de doelstellingen van de energietransitie te halen en de kosten eerlijk te verdelen. Is ODE niet aan herziening toe, vragen wij het kabinet? Wij menen dat dit zo is. Zeker in het licht van de — naar wij hopen — uitkomsten van de klimaattafels zal het hele systeem tegen het licht moeten worden gehouden.
Voor ons is het erg belangrijk dat de communicatie naar de burgers over de kosten van de energietransitie glashelder zijn. Het moet voor een ieder inzichtelijk zijn hoe de lasten worden verdeeld zodat miscommunicatie wordt voorkomen.
Lage inkomens worden voor de extra kosten van ODE gecompenseerd in de koopkrachtvoorstellen van het kabinet die vandaag hier ook voorliggen, maar voor de gemiddelde Nederlanders is een en ander weinig inzichtelijk. Dat moet anders. Zet daarbij ook nieuwe communicatieve middelen in! Het kabinet en de politiek staan voor de opgave, juist bij de energietransitie, duidelijk te maken dat de lastenverdeling eerlijk en rechtvaardig wordt en de lasten niet bij de zwakste inkomensgroepen terechtkomen.
Mevrouw Fiers i (PvdA):
Ik hoor de collega zeggen dat er behoefte is aan een eerlijke verdeling van de lasten. Daar ben ik blij om. Dat was ook mijn punt in mijn inbreng. Ik zoek even naar wat volgens u het goede moment is om daar actie op te ondernemen. Er ligt nu een wetsvoorstel voor dat voortbouwt op die onrechtvaardige verdeling. Is dit niet een goed moment om te zeggen: ho, stop, tot hier en niet verder?
De heer Pijlman (D66):
Ja, ik heb u dat net horen zeggen. Wat u hier zegt is overigens weer wat anders dan de PvdA-fractie in de Tweede Kamer heeft gezegd. Ik hoop dat we rond 21 december de opbrengst van de klimaattafels krijgen. Misschien kan de minister daar iets meer over zeggen. Daar zal een omvangrijk pakket uit moeten komen. Ik vind dat we dit tegen het licht moeten houden en ook moeten toetsen aan de uitgangspunten van een eerlijke inkomensverdeling en lastenverdeling. Dat lijkt mij het moment om het hele systeem tegen het licht te houden en de afwegingen te maken. Anders zijn we hapsnap bezig, en dat is onverstandig.
Mevrouw Fiers (PvdA):
Ik ben ook niet voor hapsnap, maar soms helpt het wel om een duidelijke eerste stap in de goede richting te zetten. Hoor ik u nu zeggen: we wachten op het totaalpakket en dan pas gaan we die stap zetten? Zegt u: dit laten we maar even voorbijgaan, jammer voor iedereen die nu die hoge rekening krijgt?
De heer Pijlman (D66):
Nee, dat is natuurlijk totaal niet wat ik heb gezegd. U hebt ook gehoord van mij dat de lage inkomens in het totaal aan belasting- en inkomensmaatregelen die het kabinet heeft genomen, worden gecompenseerd, ook voor deze stijging. Zo hoort het ook, maar ik ben het met u eens dat het totaal aan maatregelen die op de lage inkomens afkomen anders moet. Dan moet je een totaalplaatje maken, dan moet je de lasten eerlijk verdelen. Ik ben het met u eens dat het bedrijfsleven nu ook aan de beurt is.
Mevrouw Fiers (PvdA):
Tot slot nog een vraag. Ik hoor u zeggen dat er aan het einde van de week een akkoord komt en dat dan het totaal afgewogen moet worden. Ik ga er even van uit dat het geen jaar gaat duren voordat dat totaal is afgewogen. Is het dan voor u een optie om hier in de Kamer een signaal af te geven aan het kabinet met als strekking: als u volgend jaar terugkomt met deze verdeling van de lasten voor de energierekening, vinden wij dat die in ieder geval zo bijgestuurd moet zijn dat er minder lasten zijn voor de huishoudens en meer voor het bedrijfsleven? Zou u ervoor in zijn om zo'n signaal af te geven?
De heer Pijlman (D66):
Als u goed geluisterd hebt, hebt u mij dat al horen zeggen.
Voorzitter. Bij de energietransitie — ik herhaal het nog maar eens — is voor de D66-fractie het uitgangspunt dat die nooit mag leiden tot een extra tweedeling in de samenleving en dat de industrie zal moeten betalen voor de CO2-uitstoot. Dat geeft ook de prikkels om met innovatieve maatregelen te komen die de CO2-uitstoot drastisch verlagen. Dat kan ons overigens ook internationaal op dit gebied weer een voorsprong bezorgen die werkgelegenheid oplevert. Ook willen we dat de sociale huurwoningen als eerste duurzaam worden gemaakt. Die bewoners mogen profiteren van de transitie en de lagere kosten als gevolg daarvan. We zullen de energietransitiemaatregelen aan die doelstellingen toetsen.
Voorzitter, we zien met belangstelling de antwoorden van de minister tegemoet. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Pijlman. Is er nog iemand van de Kamer die een bijdrage wil leveren? Dat is niet het geval.
De beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Ik schors de vergadering voor de lunchpauze tot halftwee.
De vergadering wordt van 12.51 uur tot 13.30 uur geschorst.