Verslag van de vergadering van 5 februari 2019 (2018/2019 nr. 17)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.30 uur
Mevrouw Gerkens i (SP):
Dank u wel, voorzitter. Gokken naar de markt, dat is de essentie van beide wetsvoorstellen die hier vandaag voorliggen. Kansspelen organiseren hoort niet bij de kerntaken van de overheid, zo is de mening van deze regering. Zij wil Holland Casino dus afstoten en de markt voor online gokken openstellen in Nederland. Vooropgesteld: de SP is niet tegen het wagen van een gokje, zolang het gaat om gezond spelplezier. Dat hoeft overigens niet altijd met geld te zijn. Maar we weten ook dat aan gokken minder mooie kanten zitten. Wanneer iemand verslaafd raakt, zijn de gevolgen enorm, niet alleen voor de persoon in kwestie maar vooral ook voor zijn of haar omgeving. Ik heb vandaag verschillende cijfers gehoord. Ik wil graag aanhaken bij de cijfers van Jellinek. Die laten zien dat er ruim 95.000 risicospelers zijn in Nederland en 79.000 probleemspelers die waarschijnlijk ook gok- of kansspelverslaafd zijn. Rond 2.000 mensen zijn daadwerkelijk in behandeling voor deze verslaving. Dat aantal is licht dalend in ons land. Dat is mooi. Ik denk dat we daar ook even bij stil moeten staan. Wij hebben het dus beheerst.
En inderdaad, het aanbieden van kansspelen is geen taak van de overheid, maar het is wel een taak van de overheid om ervoor te zorgen dat er een beleid ligt dat zo min mogelijk schade toebrengt aan haar burgers. Daarom is mijn fractie voor een restrictief gokbeleid. We hebben als overheid de taak op het punt van gokken met een reden op ons genomen. De achterliggende gedachte was dat kansspelen vanwege dat risico op verslaving juist niet aan de markt moesten worden overgelaten. De ideologie hierachter is dat wanneer kansspelen wél aan de markt worden overgelaten, de aanbieders mensen zullen gaan stimuleren om te gokken, terwijl dat juist is wat je wilt indammen. We hebben dit gedaan om grip op die wereld te houden, een wereld die bol staat van schimmigheden en die voortdurend op zoek is naar meer klanten. Eerlijk gezegd hadden we dat misschien wel wat beter kunnen doen; dat zeg ik tussen neus en lippen door.
Voorzitter. Het is opvallend hoe ik nu al voortdurend word benaderd om een gokje te wagen. Eind vorig jaar kwam ik regelmatig bij diverse pakjespunten om inkopen voor sinterklaas op te halen. Overal, op straat en via reclame voor dezelfde producten, staan verleidingen: kraskaarten, loten en speciale trekkingen. Voor maar €2 speel ik al mee met de Lotto en voor €5 kan ik heel december iedere dag mijn kraslot openkrassen. De meeste mensen in mijn omgeving krasten dat hele lot overigens in een kwartier weg. Wanneer ik thuiskom, ligt er een aanbieding van de Vrienden- of Bankgiroloterij op de mat: gegarandeerd een prijs, nu meedoen voor de jackpot. Toen ik de deelname van zo'n gegarandeerde winstkans wilde opzeggen, werd mij tijdens het telefoongesprek — want online opzeggen kan niet — meerdere malen voorgehouden dat ik prachtige kansen liet liggen door het opzeggen van mijn lot. De reden hiervoor is heel simpel: met gokken is gewoon heel veel geld te verdienen.
Als dit een restrictief gokbeleid is, vrees ik voor een gokmarkt zonder restricties. Want gokken is geen onschuldig spelletje dat je mensen moet gunnen. Achter dit spelletje zit een grote industrie die maar één doel heeft: winstmaximalisering. Natuurlijk bieden ze flankerend beleid om verslaving te voorkomen. Hoe kan je mensen anders overhalen om achter een dergelijk beleid te gaan staan? We weten echter dat dit beleid soms al veel te wensen over heeft gelaten. Mijn fractie maakt zich dan ook geen enkele illusie dat commerciële partijen dit beleid beter zullen uitvoeren. Welk belang hebben zij hierbij, zo vraag ik de minister. Hoe ziet de minister dat spanningsveld? Hoe heeft hij dit gewogen in zijn besluit? Ziet de minister dit gevaar ook, zo vraag ik hem. Graag een reactie.
Voorzitter. Gokken in de anonieme sfeer geeft een grotere kans op verslaving. Hoe risicovol is online gokken dan wel niet? Vandaag de dag worden we geconfronteerd met de anonieme wereld van internet. Mensen wensen elkaar ernstige dingen toe, delen verschrikkelijke gebeurtenissen en uiten zelfs bedreigingen. Dat is echt iets wat internet met ons doet; dat is niet iets wat per definitie in ons mens-zijn zit. Daar is een deel van het internet ook op gebouwd: Google, Facebook en andere platforms hebben neuropsychologen in dienst die precies weten hoe ze ons moeten verleiden om te klikken op een aanbod. Hoe dat precies werkt, weten alleen die aanbieders. Ze hullen zich in zwijgen en de internetgebruiker heeft het nakijken, maar zeker is dat er gebruik wordt gemaakt van chemische processen die dopamine en endorfine opwekken. Zeker is ook dat deze onlinespelaanbieders gebruikmaken van die technieken om mensen meer en vaker te laten gokken. En zeker is dat juist online gokken verslavend is omdat het niet tot nauwelijks begrensd kan worden. En zeker is dat kinderen al klaargestoomd worden voor die gokmarkt door schijnbaar onschuldige spelletjes aan te bieden die dezelfde elementen als gokspelen hebben; dat werd vandaag al genoemd.
Zorgwekkend zijn de cijfers over online gokken bij de jeugd. Van de 12- tot 16-jarigen gokte in het laatste halfjaar bijna een kwart online. Van de 17- tot 18-jarigen was dat 28%. Ik vraag de minister hoe hij dit fenomeen aan banden denkt te leggen, zodat er onderscheid gemaakt kan worden tussen verantwoord en onverantwoord aanbod. Wanneer wij niet kunnen zien van welke mechanismen gebruik wordt gemaakt, hoe kan het aanbod dan gecontroleerd worden? Hoe denkt de minister dit te kunnen gaan beheersen? Als de minister op die vraag een antwoord heeft, dan vraag ik hem waarom hij niet eerst kiest voor het gebruik van deze middelen en voor het uitbreiden van de bevoegdheden van Ksa, voordat hij grijpt naar het middel van het openstellen van de markt.
Voorzitter. Ik las in de Belgische Tijd dat de onlinemarkt van België de laatste jaren enorm is gegroeid. Vooral tijdens het wereldkampioenschap steeg het aantal gokkers van 50.000 à 60.000 naar 125.000 deelnemers. Dat is dus een verdubbeling. Toen het wereldkampioenschap voorbij was — we weten dat dat voor de Belgen best wel positief is afgelopen — bleek dat het aantal gokkers bleef hangen. Nu gokken er nog zo'n 85.000 mensen online. Bij de Belgische Kansspelcommissie staan zo'n 35.000 problematische gokkers ingeschreven. Dat is bijna dubbel zoveel als vier jaar geleden. Hulpverleners denken dat dit een zware onderschatting is, want zij schatten het aantal op zeker 0,5 miljoen en er werd minimaal 0,25 miljard euro vergokt.
Voorzitter. Deze cijfers zijn schrikbarend. Kent de minister deze cijfers? België wil het gokbeleid nu gaan aanscherpen. Er zijn plannen om de reclame hiervoor op een ander platform dan het eigen platform te verbieden. Ook in Italië is er een algeheel verbod op reclame voor het gokken. Wat is de mening van de minister hierover? Is het voorgestelde beleid wel streng genoeg om de problemen waarin de Belgische collega's zijn beland, te voorkomen? En waarom heeft hij niet een reclameverbod ingesteld?
Dat er in de gokwereld geld te verdienen is, is duidelijk. De afgelopen jaren zijn we bestookt met e-mails van partijen die ons vragen om ook mee te mogen delen in de opbrengst. Alleen al dat enkele feit geeft aan dat het aanbieden van spellen niet wordt gedaan om mensen plezier te geven door een gokje te wagen, maar gewoon om geld te verdienen.
Voorzitter. Ik concludeer dat wij een mooi gokbeleid hebben dat we met deze twee wetsvoorstellen dreigen weg te geven. Daarmee zoom ik in op de wetsvoorstellen, ten eerste op het voorstel om onlinekansspelen mogelijk te maken. De SP-fractie is verheugd dat er in de wet meer bevoegdheden komen voor de Ksa. Dat is hard nodig, wil zij het illegale aanbod effectiever kunnen bestrijden. Zo mogen zij anoniem meespelen om deelnemers te achterhalen, kunnen betaaldiensten gevraagd worden om betalingen te staken en kunnen er in de keten verantwoordelijken worden aangesproken. Dat zijn goede maatregelen, maar mijn fractie zet grote vraagtekens bij het voorstel om onlinekansspelen mogelijk te maken op de Nederlandse markt. De minister zegt mensen weg te willen lokken van het illegale aanbod door legaal aanbod te creëren, maar dat legale aanbod moet dan wel minstens zo aantrekkelijk zijn als het illegale aanbod. Tegelijkertijd moet dit aanbod voldoen aan een aantal regels om te voorkomen dat men te veel gaat gokken. Ik heb deze vraag meermalen in de schriftelijke ronde gesteld, maar ik heb geen goed antwoord gekregen: minister, hoe dan? Hoe dan gaat het legale aanbod ervoor zorgen dat het aantrekkelijkere illegale aanbod wordt weggeduwd op de markt, zonder de aantrekkingskracht die de illegale spelen hebben? Hoe gaat de zorgplicht eruitzien? Hoe kan een aanbieder controleren of men hier te maken heeft met een potentiële verslaafde of met iemand die gewoon een gokje wil wagen? En hoe gaat deze minister ervoor zorgen dat de burger weet of er sprake is van legaal of illegaal aanbod?
Ik maak even een klein uitstapje naar de secundaire concertkaartenverkoop, waar jaarlijks talloze mensen op het verkeerde been worden gezet. Dat is volkomen legaal, met instemming van de ACM. Nogmaals, hoe dan?
Voorzitter. Onze fractie is nog steeds niet gerust op een goede uitvoering van de aangenomen Kamermotie van PvdA, CDA en SP, die stelt dat illegale aanbieders niet in aanmerking kunnen komen voor een vergunning. De minister heeft in zijn antwoorden aan de Tweede Kamer op vragen hierover onder andere het begrip "proportionaliteit" geïntroduceerd. Daarmee suggereert hij dat er omstandigheden denkbaar zijn waarin illegale aanbieders van nu straks uiteindelijk wel een vergunning kunnen krijgen. Hij zegt dat dit niet kan bij de start van de markt, maar dat hij het later niet uitsluit. Ik hoop hier expliciet van de minister voor Rechtsbescherming te horen dat hij slecht gedrag niet op termijn alsnog gaat belonen.
Ik wil ook nog even terugkomen op het amendement-Kooiman. Mocht hier verwarring over bestaan, dan wil ik graag nader toelichten hoe mijn partijgenoten aan de overkant dit amendement bedoeld hebben. De achterliggende gedachte van het amendement is dat offlineloterijen hun huidige klantenbestand niet mogen gebruiken voor eventueel nieuwe onlinekansspelen. Ik meen zelf dat de AVG dit ook niet toestaat, omdat je er geen toestemming voor hebt gegeven. Indien de algemene voorwaarden van die aanbieders hierop wel een uitzondering hebben gemaakt, dan houdt dit amendement dat dus tegen. Het gaat dus om nieuwe vormen en niet om vormen van spelen die reeds bestaan, waar men reeds aan deelneemt en waar men in het kader van de AVG toestemming voor heeft gegeven. De minister heeft eerder aan de overkant een strengere uitleg gegeven en ik wil hem hierbij vragen het amendement uit te leggen zoals de indiener het heeft bedoeld.
Voorzitter. Dan het voorstel voor het privatiseren van Holland Casino. Op Holland Casino valt veel af te dingen. Het is ook duidelijk dat de overheid de afgelopen jaren niet altijd goed de vinger aan de pols heeft gehouden. Misschien was daar ook geen behoefte aan. De achterliggende reden blijft gissen, maar één ding is wel duidelijk: zodra we gaan privatiseren, laten we het over aan de markt, inderdaad wat deze VVD-minister wil, en de markt wil winst maken. De markt wil de grenzen van de markt zo veel mogelijk oprekken om winstmaximalisatie te kunnen behalen, en dat wringt met een restrictief gokbeleid.
En daarmee zijn we rond. Het moge duidelijk zijn, de SP staat voor een restrictief gokbeleid, een mooi gokbeleid, waarmee we al jaren het aantal verslaafden in de hand weten te houden tot een paar duizend, een aantal dat zelfs daalt. Er is geen enkel groter doel gediend met het privatiseren van Holland Casino of het aanbieden van onlinekansspelen dan de markt, en dat is een slecht plan.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Gerkens. Ik geef het woord aan de heer Ten Hoeve.