Verslag van de vergadering van 5 februari 2019 (2018/2019 nr. 17)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 17.34 uur
De heer Van Hattem i (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Vandaag bespreken we de zogenaamde "klimaatenvelop", een wijziging van de begrotingsstaat van Binnenlandse Zaken om de klimaatkolder uit het regeerakkoord van Rutte te faciliteren. Deze klimaatenvelop zal bij onze burgers via de blauwe belastingenvelop op de deurmat ploffen en daarbovenop mogen zij zich ook nog blauw gaan betalen aan de investeringen die de minister wil gaan afdwingen om Nederland aardgasvrij te maken.
Bij dit voorstel ging het om 90 miljoen euro — overigens is ondertussen door de minister al voor 120 miljoen euro aan subsidies uitgedeeld — en het kabinet Rutte wil tot 2030 jaarlijks 300 miljoen euro — nogmaals: jaarlijks! — in het aardgasvrij maken van wijken pompen. Volgens berekeningen van het EIB (Economisch Instituut voor de Bouw) en Bouwend Nederland gaat dit aardgasvrij maken in totaal maar liefst 240 miljard euro, gemiddeld €35.000 per woning kosten. Lokale berekeningen laten echter zien dat deze kosten vaak nog veel hoger zullen uitvallen; dit loopt al snel op naar zo’n €70.000 per woning. Om een monumentale woonboerderij gasloos te renoveren is zelfs €325.000 aan investeringen nodig, blijkt uit bepaalde onderzoeken. Wat betekent deze onbetaalbare klimaatgekte voor onze burgers? En wat betekent dit in combinatie met andere maatregelen van Rutte die het leven van onze burgers veel duurder maken?
Voorzitter. Om dit te illustreren een citaat: "Nu gaat de lage btw van 6 naar 9 procent. Dat wordt dan gecompenseerd met een verlaging van de inkomstenbelasting. Maar als je ondertussen een warmtepomp, isolatie, asbestdaken opruimen en duurdere boodschappen voor je kiezen krijgt, wat blijft er dan onder de streep over? Mensen die heel veel geld hebben, kunnen het allemaal betalen, maar met name voor de middengroepen is het heel erg lastig. Ik vind dat de burger te veel op zijn nek krijgt." Een citaat uit De Telegraaf van 22 december jongstleden, een interview onder de veelzeggende titel ‘Preventie- en klimaatakkoord min of meer dictaten’, met mevrouw Broekers-Knol, VVD, Voorzitter van deze Eerste Kamer. Ook geeft zij in het interview aan: "Het klimaatakkoord komt eraan, maar daarin moet in de Tweede Kamer niet te veel meer worden gewijzigd, want dát is niet de bedoeling", en "Het wordt natuurlijk toch een beetje lastig als de Tweede Kamer vanuit zo’n akkoordtafel allemaal panklare stukken krijgt waarvoor ze ongeveer bij het kruisje moeten tekenen. Het is nog net geen take it or leave it, maar je kunt er ook niet veel meer aan veranderen. Dat vind ik dus lastig."
Een heel duidelijke analyse van het klimaatakkoord, waarin mevrouw Broekers-Knol niet alleen staat. Zo kopt Elsevier op 13 december jongstleden "Thom de Graaf: klimaatakkoord risico voor democratie". Ik citeer het voormalig lid van deze Kamer voor D66 en thans vicevoorzitter van de Raad van State: "Het risico is dat die akkoorden vervolgens in wetgeving worden vertaald en nagelvast liggen, voordat de Raad van State erover mag adviseren. Door zo'n akkoord is er dan amper nog politieke bewegingsruimte en kun je adviezen of gewijzigde inzichten eigenlijk niet meer meenemen. Ook wordt een akkoord geregeld niet in een wet vertaald, terwijl dat wel zou moeten," aldus Thom de Graaf. Hoe kijkt de minister aan tegen deze analyses? Ook in het licht van het voorliggende voorstel. Dit is immers een essentiële schakel in het voorkoken van de verdere plannen voor de uitwerking van het klimaatakkoord.
Ook hier worden we voor voldongen feiten geplaatst: terwijl we nu een debat hebben in deze Kamer, heeft de minister al voor 120 miljoen euro aan gemeenten uitgedeeld. De gemeenten en andere decentrale overheden zijn al volop bezig met plannen uitwerken en verplichtingen aangaan in het kader van het klimaatakkoord, terwijl het klimaatakkoord zelf nog doorgerekend moet worden. Gemeenten en provincies zijn hun burgers al aan het opzadelen met klimaatgedrochten als "energielandschappen" vol windturbines en zonneparken, om maar zo snel mogelijk de Regionale Energiestrategieën (RES'en) te kunnen optuigen. De IPO-bestuurders verkondigen met warmtenetten aan de slag te gaan, zonder ook maar iets besproken te hebben met hun Provinciale Staten. Het hele klimaatcircus wordt opgetuigd in de bestuurlijke achterkamertjes en de burgers en de volksvertegenwoordigers mogen straks enkel nog vanaf de tribune applaudisseren. Is dát voor de minister een volwaardig democratisch proces? Nota bene: de minister van Binnenlandse Zaken dient te waken over de democratie en het democratische proces. Hoe kan zij deze aanpak hiermee rijmen? Graag een reactie.
Voorzitter. Hetzelfde valt te zeggen over de lokale autonomie. Die wordt nu aan de kant geschoven met dit klimaatakkoord en het Interbestuurlijk Programma (IBP). Bij dit voorstel kunnen gemeenten zich nog vrijwillig aanmelden voor de "proeftuinen", maar uiteindelijk wil de minister dat het van hogerhand wordt afgedwongen om heel Nederland aardgasvrij te maken. De minister schrijft nu al voor dat gemeenten en provincies de keuzes van de RES’en moeten verankeren in omgevingsvisies, omgevingsplannen, programma’s en verordeningen.
Ondertussen suggereert de minister dat gemeenten zich nog over het klimaatakkoord kunnen uitspreken. Ik citeer uit de nadere memorie van antwoord: "Bij de uitwerking van de verschillende opgaven zoals in het kader van het klimaatakkoord zijn medeoverheden betrokken door de vertegenwoordiging van hun koepelorganisaties (IPO, VNG, Unie van Waterschappen). Uiteindelijk zullen de leden van deze organisaties (gemeenten, provincies, waterschappen) zich via een ledenraadpleging over het klimaatakkoord uitspreken." Kan de minister aangeven wat deze uitspraak nog waard is, aangezien zij tegelijkertijd via het IBP de gemeenten dwingt om uiterlijk in 2021 met een planning te komen over hoe ze aardgasvrij gaan worden? Wat heeft zo’n ledenraadpleging van de koepels over het klimaatakkoord nog voor effect als de minister de klimaatmaatregelen tóch al met wettelijke maatregelen wil afdwingen? Bovendien: decentrale overheden zijn niet gebonden aan deze koepelorganisaties en kunnen in principe zelfs hun lidmaatschap daarvan opzeggen. Dus kan de minister nu eens duidelijk aangeven welke invloed, los van deze koepels, de democratisch gekozen volksvertegenwoordiging vanuit haar kaderstellende rol nog kan uitoefenen op dit klimaatakkoord? Graag een reactie van de minister.
Daar komt nog bovenop dat de minister doorzettingsmacht voor het aardgasvrij maken wettelijk wil regelen. Ik citeer de nadere memorie van antwoord: "In het klimaatakkoord zullen afspraken worden gemaakt over een wetgevingsagenda die dient te voorzien in de genoemde bevoegdheden en doorzettingsmacht. De Omgevingswet speelt hier een belangrijke rol in, maar ook de energiewetgeving." Via een klimaatakkoord dat niet langs de rechtsstatelijke democratische weg tot stand komt, wil de minister dus ook nog wettelijke maatregelen gaan initiëren. Met een akkoord wat al beklonken is, is de onderliggende wetgevingsagenda dus ook al beklonken en mag de parlementaire medewetgever alleen nog even tekenen bij het kruisje. Zo glijden we onder Rutte af tot een klimaatdictatuur waar volksvertegenwoordigers geen serieuze rol meer kunnen spelen.
Bovendien dienen de maatregelen ook niet effectief het beoogde doel van de aanpak van klimaatverandering. In de memorie van antwoord geeft de minister zelf aan: "De zelfstandige bijdrage van de circa 20 proeftuinen met ongeveer 10.000 woningen, waarvoor de 90 miljoen euro wordt ingezet, aan de CO2-reductie en aan het klimaat, is op zich beperkt." In plaats van "op zich beperkt" had de minister beter kunnen spreken van een totaal verwaarloosbaar en niet meetbaar effect, althans niet meetbaar in graden Celsius, maar een des te groter negatief effect op de portemonnee van onze burgers. Met een gemiddelde bijdrage van €8.500 per woning wordt volgens dit voorstel alleen het onrendabele deel afgedekt.
Kan de minister aangeven hoe groot de totale investering per woning gemiddeld is en voor wiens rekening díe kosten komen? Wat betekent dit in het bijzonder voor particuliere woningeigenaren? De onnodige en onbetaalbare maatregelen waar veel huiseigenaren in Utrecht Overvecht al over in paniek raakten, werden op 2 juli jongstleden door De Telegraaf al treffend omschreven als "Gasloze woning is gekkenwerk". En bijvoorbeeld in één van de aangewezen wijken, de wijk Palenstein in Zoetermeer, waar de minister onlangs ook op bezoek is geweest, wordt in de plannen aangegeven dat het voor particuliere huiseigenaren "ingewikkelder" is dan voor de corporaties. Daarbij worden huiseigenaren slechts verwezen naar een winkel voor "duurzaam wonen" om daar advies in te winnen. Vastgoedeigenaren in Zoetermeer draaien volgens de plannen op voor álle woninggebonden kosten en hebben na de forse investering in theorie alleen een mogelijk voordeel van een wat lagere energierekening. Kan de minister aangeven hoe ze aan de woningeigenaren kan uitleggen dat zij via de belastingen wél meebetalen aan het aardgasvrij maken van corporatiewoningen in hun wijk, maar óók nog alle kosten zelf moeten dragen voor het aardgasvrij maken van de eigen woning?
Het Zoetermeerse plan stelt tevens dat er geen wettelijk instrument is om iemand te dwingen zich van het aardgas af te laten sluiten. In de memorie van antwoord gaf de minister aan dat het aan de gemeenten met proeftuinen zelf was om hiervoor maatregelen op te stellen. Kan de minister nader ingaan op dit punt? Is dit een aspect waarop zij de doorzettingsmacht wettelijk wil gaan regelen via het omgevingsrecht? Kan de minister ook aangeven wat het betekent voor het proeftuinenproject als slechts een deel van de particuliere huiseigenaren in een wijk besluit niet mee te doen? Gaat dan alsnog de hele wijk van het aardgas af? En past het dan nog wel binnen de subsidiekaders van dit project?
Voorzitter. In het voorstel wordt ook nog 5 miljoen euro vrijgemaakt voor de verduurzaming van basisscholen. In dit kader zijn handige vastgoedondernemers momenteel bezig om met hun commerciële bv een constructie op te zetten waarbij gemeenten het vastgoed — het gaat dan niet zelden om basisscholen — vervreemden aan een stichting die met geleend geld afkomstig van bijvoorbeeld BNG, Bank Nederlandse Gemeenten, en de Provincie Noord-Brabant de gemeente van liquide middelen voorziet. De stichting verduurzaamt dan het pand. De gemeente betaalt aan de stichting een erfpachtcanon, die behalve de kosten voor de lening en de verduurzaming, ook een absurde management- en projectvergoeding omvat die wordt doorgesluisd naar de bv. Noch de bv noch de bestuurders daarvan lopen ondernemingsrisico. De provincie Noord-Brabant wil maar liefst 100 miljoen euro publiek geld investeren in zo'n onderneming, het bedrijf Bewust Investeren BV. Kan de minister uitsluiten dat de middelen uit deze klimaatenvelop via dergelijke constructies worden uitgegeven? Vindt de minister dergelijke constructies om scholen te verduurzamen überhaupt wenselijk en effectief? Graag een reactie.
Voorzitter. In de schriftelijke rondes van dit voorstel heeft de PVV gevraagd om de verslagen van de klimaattafels openbaar te maken. De minister weigert dit. Ik citeer: "Het kabinet acht het niet wenselijk om de verslaglegging van de gesprekken aan de Klimaattafels aan uw Kamer te verstrekken. De voorzitter van het Klimaatberaad informeert het parlement regelmatig over het verloop van de gesprekken en de vervolgstappen door middel van een technische briefing. Daarnaast acht het kabinet het wenselijk dat de gesprekken aan de tafels in beslotenheid kunnen worden gevoerd, zodat partijen de ruimte hebben om gezamenlijke oplossingen te verkennen, ook wanneer dit soms tot moeilijke keuzes leidt".
Als parlement moeten we onze controlerende taak goed kunnen uitoefenen. Het gaat er niet alleen om wat de uitkomst is van de gesprekken, maar het moet ook transparant zijn wat door verschillende partijen wordt ingebracht. Welke belangen wegen mee en met welke belangen is rekening gehouden? Dat moeten we als parlement kunnen toetsen en dat moet voor onze burgers transparant zijn. Daarom dient de PVV een motie in om alle verslagen van de klimaattafels openbaar te maken.
De voorzitter:
Door de leden Van Hattem, Dercksen, Peter van Dijk, Van der Sluijs, Ton van Kesteren, Faber-van de Klashorst, Kok en Aardema wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende:
dat het parlement vanuit zijn controlerende taak moet kunnen toetsen welke belangen zijn ingebracht en afgewogen bij de klimaattafels;
dat dit ook voor de Nederlandse burgers transparant dient te zijn;
constaterende dat volgens de opdrachtbrief aan de voorzitter van de klimaattafel er sprake is van verslaglegging van de vergadering (waarvoor het secretariaat van de sectortafel ondersteuning verleent), waarmee verslagen van de vergaderingen van de sectortafel aanwezig zouden moeten zijn;
roept de regering op om alle verslagen van de vergaderingen van de klimaattafels en alle verslagen van het overkoepelende Klimaatberaad openbaar te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter F (34902).
De heer Van Hattem (PVV):
Voorzitter. Tot slot: dit weekend verscheen in De Telegraaf een interessant interview met chemicus en theoloog Jaap Hanekamp getiteld ‘De gevaren van klimaatutopie’. Ik kan iedereen aanraden het hele artikel te lezen, maar toch alvast een treffend citaat: "Klimaat is de nieuwe utopie. Het maakt niet uit of het wetenschappelijk wel of niet klopt. Of het nou warmer of kouder wordt, of het sneeuwt of niet: het is altijd klimaatverandering. Het is waar en het is een ideaal instrument om de samenleving te hervormen naar de wensen van de elite: de groene utopisten". In die klimaatutopie past ook deze klimaatenvelop. Niet voor niets stelt de heer Hanekamp: "De dwang gaat niet alleen over denken, maar ook over doen. Ik voorspel dat een extra hypotheek voor isolatie van je huis binnen tien jaar gewoon wordt afgedwongen". Deze dwang moet niet gefaciliteerd worden met een klimaatenvelop. Integendeel, de PVV wil stoppen met deze klimaatkrankzinnigheid.
Voorzitter, tot zover in eerste termijn.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Hattem. Ik geef het woord aan de heer Köhler.