Verslag van de vergadering van 5 maart 2019 (2018/2019 nr. 20)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.04 uur
De heer Van Hattem i (PVV):
Dank u, voorzitter. De lengte van de officiële titel van deze wet, zoals zojuist ook voorgelezen, zegt eigenlijk al genoeg. Nogmaals: de wijziging van de Wet op de huurtoeslag in verband met het laten vervallen van de bepaling dat de eigen bijdrage in de huurtoeslag wordt geïndexeerd met het percentage van de netto-bijstandsontwikkeling indien dat percentage lager is dan het percentage van de huurprijsontwikkeling en van de maximale inkomensgrenzen vanaf welke geen huurtoeslag wordt toegekend, oftewel de Wet aanpassing indexering eigen bijdrage huurtoeslag en het vervallen van de maximale inkomensgrenzen. Uit deze lange titel blijkt dat in dit wetsvoorstel door de minister twee voorstellen zijn samengepakt die wat de PVV betreft beter apart behandeld hadden kunnen worden. Het eerste voorstel, het voorstel tot het schrappen van de maximale inkomensgrenzen, kan de PVV zeker steunen. Dat voorkomt dat huurders die door een geringe stijging van het inkomen net boven die maximale inkomensgrens uit komen, daardoor hun volledige huurtoeslag kwijtraken, zelfs als het €1 te veel is. Het kan niet de bedoeling zijn dat huurders door een stijging van hun inkomen er feitelijk op achteruitgaan. Daarom is deze wijziging, ook gesteund door de Woonbond en Aedes, een goed voorstel.
Voor het schrappen van de kan-bepaling ligt het wat de PVV betreft anders. Voor wie het schrappen van de maximale inkomensgrenzen geen gevolgen heeft, betekent het schrappen van de kan-bepaling een lastenverzwaring. Als de bijstandsontwikkeling achterblijft bij de huurprijsontwikkeling, kan dit door de kan-bepaling gecompenseerd worden door een lagere stijging van de eigen bijdrage in de huurtoeslag. Met het schrappen van de kan-bepaling zal voortaan alleen nog gekeken worden naar de gemiddelde huurstijging, waardoor de eigen bijdrage dus zal gaan stijgen. De PVV kiest voor onze huurders en daarmee niet voor hogere maar juist voor lagere huren. De PVV kan daardoor het schrappen van de kan-bepaling zeker niet steunen. Het blijft onduidelijk hoe groot de effecten kunnen zijn voor de portemonnee van onze huurders, zeker gelet op de mega-investeringen in verduurzaming die dit kabinet-Rutte wil doordrammen om zijn klimaatutopie te verwezenlijken. In de nadere memorie van antwoord gaf de minister aan: "Het is niet exact te voorspellen wat de effecten op de gemiddelde reguliere huurstijging zullen zijn vanwege investeringen door woningcorporaties in nieuwbouw en ingrijpende renovatie." Vanwege het Sociaal Huurakkoord wordt volgens de minister een eventuele doorwerking van hogere investeringen op deze gemiddelde huurstijging beperkt. Ook een beperkte gemiddelde huurstijging is nog steeds een huurstijging. Kan de minister nader duiden hoe beperkt die stijging zal zijn? Is dit net zo beperkt als de leugens over de stijging van de energierekening, waarmee dit kabinet-Rutte onze burgers heeft opgezadeld?
Kan de minister ook nog ingaan op eventuele effecten op de gemiddelde huurprijs door toenemende schaarste van huurwoningen, met name veroorzaakt door de massa-immigratie? In de periode 2014-2017 zijn 53.831 sociale huurwoningen aan statushouders weggegeven. Dat is vrijwel evenveel als het aantal in de periode 2014-2016 bijgebouwde en aangekochte sociale huurwoningen. Dat zijn er namelijk 52.100. Wat betekent deze schaarste voor onze Nederlandse huurders?
Voorzitter. Vanwege het schrappen van de kan-bepaling en daarmee het openzetten van de deur voor huurstijgingen kan de PVV dit voorstel niet steunen.
Tot zover mijn eerste termijn.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Hattem. Ik geef het woord aan de heer Lintmeijer.