E130056 - Voorstel voor een richtlijn betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure
Dit voorstel maakt deel uit van een reeks voorstellen (zie ook E130055 en E130057) die moeten leiden tot gemeenschappelijke EU-normen in alle strafprocedures, zoals voorgesteld in het programma van Stockholm. Met dit voorstel beoogt de Europese Commissie speciale waarborgen te creëren voor kinderen die verdachte of beklaagde in een strafzaak zijn.
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
nationaal
De minister van Veiligheid en Justitie reageerde op 1 mei 2014 op de vragen van de SP-fractie en de Groenlinks-fractie over het richtlijnvoorstel. De commissie V&J nam de reactie van de minister op 6 mei 2014 voor kennisgeving aan.
Europees
Richtlijn (EU) 2016/800 werd op 11 mei 2016 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement en werd op 21 mei 2016 gepubliceerd in Pb EU L132/1.
document Europese Commissie
COM(2013)822, d.d. 27 november 2013
rechtsgrondslag
Artikel 82(2) van het VWEU
commissie Eerste Kamer
beleidsterrein
verwante dossiers
Richtlijn (EU) 2016/800 werd op 11 mei 2016 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement en werd op 21 mei 2016 gepubliceerd in Pb EU L132/1. De richtlijn diende voor 11 juni 2019 geïmplementeerd te zijn. Implementatie is geschied door wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en de Overleveringswet ter implementatie van de richtlijn 2016/800/EU procedurele rechten minderjarige verdachten.
Bron: Stand van zaken implementatie richtlijnen tweede kwartaal 2019
Kamerstukdossier 35.116 geeft een volledig overzicht van de behandeling van de implementatiewet in zowel de Eerste als de Tweede Kamer.
-
brief van de minister van Buitenlandse Zaken inzake de stand van zaken implementatie richtlijnen in het 2de kwartaal 2019 21.109, EK, G
12 juli 2019 Bevat bijlagen -
brief regering; Stand van zaken implementatie richtlijnen in het 1e kwartaal 2019 21.109, TK, 238
12 april 2019 Bevat bijlagen -
Richtlijn (EU) 2016/800 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure Richtlijn Europese Unie - Pb EU L132
21 mei 2016
De commissie V&J nam op 6 mei 2014 de reactie van de minister van Veiligheid en Justitie van 1 mei 2014 voor kennisgeving aan.
De minister van Veiligheid en Justitie reageerde op 1 mei 2014 op de vragen van de SP-fractie en de Groenlinks-fractie over het richtlijnvoorstel. De minister geeft onder meer aan dat ondanks de punten die de fracties naar voren brengen in de brief, hij geen aanleiding ziet tot bijstelling van het regeringsstandpunt over de subsidiariteit en de proportionaliteit van het richtlijnvoorstel. De minister wil daarnaast niet ingaan op het verzoek van de fracties om een beoordeling te geven over de naleving van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) door andere lidstaten van de EU.
Op 1 april 2014 stelde de commissie voor Veiligheid en Justitie de conceptbrief met nadere vragen van de SP-fractie aan de regering over het richtlijnvoorstel vast. De fractie van GroenLinks besloot zich aan te sluiten bij de vragen van de SP. De brief werd op 2 april 2014 aan de minister van Veiligheid en Justitie verstuurd.
Op 18 maart 2014 besloot de fractie van de SP in de commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) inbreng te leveren voor nader schriftelijk overleg met de regering naar aanleiding van de reactie van de regering op de brief van 11 februari 2014. Een conceptbrief is op 1 april 2014 besproken.
De minister van Veiligheid en Justitie reageerde op 10 maart 2014 op de brief van de commissie. In zijn reactie op de stelling van de leden van de SP dat het richtlijnvoorstel ervoor zorgt dat het strafprocesrecht voor minderjarigen met het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) wordt gebracht geeft de minister aan dat het het jeugdstrafprocesrecht ook nu reeds met het IVRK in overeenstemming is. Verder gaat de minister op verzoek van de SP fractie in op de passage uit het BNC-fiche waarin wordt opgemerkt dat de voorzieningen die betrekking hebben op de duur van de vrijheidsbeneming of de voorkoming daarvan, in een ver verwijderd verband staan tot de rechtsgrondslag die voor de concept-richtlijn is gekozen.
Op 28 januari 2014 besloot de fractie van de SP inbreng te leveren voor schriftelijk overleg met de regering. De brief aan de regering werd op 11 februari 2014 verzonden. Naast de inbreng van de SP-fractie geven de fracties van CDA en VVD in de brief aan het regeringsstandpunt te steunen.
De commissie voor Veiligheid en Justitie stuurde op 13 december 2013 een brief aan de minister van Veiligheid en Justitie en een brief aan de minister van Buitenlandse Zaken met daarin het verzoek om de BNC-fiches over de drie ontwerprichtlijnen en twee bijbehorende aanbevelingen, welke moeten leiden tot gemeenschappelijke EU-normen in alle strafprocedures, voor 17 januari 2014 aan de Kamer te doen toekomen.
Op 10 december 2013 besprak de commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) de procedure voor behandeling van het richtlijnvoorstel. De commissie V&J besloot de regering te verzoeken het BNC-fiche uiterlijk op 17 januari 2014 aan de Kamer te zenden. De commissie zou op 28 januari 2014 inbreng leveren voor schriftelijk overleg over het richtlijnvoorstel.
De commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) heeft dit voorstel als prioritair geselecteerd uit het werkprogramma 2012 van de Europese Commissie.
-
-
-
brief van de minister van Veiligheid en Justitie in reactie op de nadere vragen naar aanleiding van het BNC-fiche bij COM(2013)821 en COM(2013)822 Ministerie van Veiligheid en Justitie - onderdeel van Kamerstukken 33.831, B en 33.832, B
1 mei 2014 -
brief aan de minister van Veiligheid en Justitie met nadere vragen naar aanleiding van het BNC-fiche bij COM(2013)821 met nadere vragen naar aanleiding van het BNC-fiche bij COM(2013)822 Commissie voor Veiligheid en Justitie - onderdeel van kamerstuk 33.831, B
2 april 2014 -
-
-
Brief van de minister van Veiligheid en Justitie in reactie op de vragen naar naar aanleiding van de BNC-fiches bij COM (2013)821 en COM (2013)822 Ministerie van Veiligheid en Justitie - onderdeel van Kamerstukken 33.831, A en 33.832, A
10 maart 2014 -
-
brief aan de minister van Veiligheid en Justitie naar aanleiding van het BNC-fiche bij COM(2013)822 Commissie voor Veiligheid en Justitie - onderdeel van Kamerstuk 33.831, A
11 februari 2014 -
-
-
Brief aan de minister van Veiligheid en Justitie met het verzoek om de BNC-fiches voor 17 januari 2014 aan de Kamer te sturen Commissie voor Veiligheid en Justitie - nog niet als Kamerstuk gepubliceerd
13 december 2013 -
Brief aan de minister van Buitenlandse Zaken met het verzoek om de BNC-fiches voor 17 januari 2014 aan de Kamer te sturen Commissie voor Veiligheid en Justitie - nog niet als Kamerstuk gepubliceerd
13 december 2013 -
De Europese Commissie reageerde op 15 mei 2014 op de brief met subsidiariteitsbezwaren van 11 februari 2014.
Op 20 maart 2014 hield de commissie voor Veiligheid en Justitie een algemeen overleg over het behandelvoorbehoud EU-wetgevingspakket waarborgen in strafrechtelijke procedures (zie ook E130055 en E130057). Voorafgaand hieraan werden de Kamerleden op 11 maart 2014 in besloten setting geïnformeerd door ambtenaren van het ministerie over het wetgevingspakket
Op 20 februari 2014 heeft de commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) een algemeen overleg gevoerd met de minister van Veiligheid en Justitie over de JBZ-Raad van 3-4 maart 2014. Het richtlijnvoorstel kwam ook ter sprake.
Op 11 februari 2014 stemde de Tweede Kamer plenair in met de conceptbrief met subsidiariteitsbezwaren aan de Europese Commissie. Volgens de Tweede Kamer zijn de procedurele rechten van kinderen die verdacht of beklaagde zijn in een strafprocedure al voldoende gewaarborgd op nationaal niveau, in internationale verdragen zoals het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) en het Handvest voor de grondrechten van de EU en in reeds vastgestelde Europese richtlijnen. Daarom is Europese wetgeving op dit gebied volgens de Tweede Kamer niet nodig.
De commissie V&J stemde op 5 februari 2014 in met de conceptbrief met subsidiariteitsbezwaren aan de Europese Commissie. Er dient nog plenair te worden gestemd over de brief.
De commissie V&J besloot op 22 januari 2014 dit voorstel te betrekken bij het algemeen overleg over het behandelvoorbehoud EU-wetgevingspakket waarborgen in strafrechtelijke procedures (zie ook E130055 en E130057) op 12 maart 2014.
De commissie V&J besloot op 18 december 2013 dit voorstel te onderwerpen aan een subsidiariteitstoets.
De commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) heeft dit voorstel ook als prioritair geselecteerd uit het werkprogramma 2012 van de Europese Commissie.
-
Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 5 juni 2014, over de JBZ-Raad van 5 en 6 juni 2014 Tweede Kamer - 32.317, TK, 246
6 augustus 2014 -
Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 20 maart 2014, over Behandelvoorbehoud EU-wetgevingspakket waarborgen in strafrechtelijke procedures Tweede Kamer - 22.112, TK, 1845
16 mei 2014 -
brief Europese Commissie; Reactie op het gemotiveerd advies van de Tweede Kamer over het EU-voorstel: Richtlijn procedurele waarborgen verdachte of beklaagde kinderen COM (2013) 822 Europese Commissie - 33.831, TK, 3
15 mei 2014 -
Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 20 februari 2014, over de JBZ-Raad op 3 en 4 maart 2014 Tweede Kamer - 32.317, TK, 226
17 april 2014 -
Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 22 januari 2014, over de Informele JBZ-Raad van 23 en 24 januari 2014 Tweede Kamer - 32.317, TK, 224
20 maart 2014 -
brief commissie; Brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake de subsidiariteitstoets bij het EU-voorstel: Richtlijn procedurele waarborgen verdachte of beklaagde kinderen COM (2013) 822 Tweede Kamer - 33.831, TK, 2
6 februari 2014 Bevat bijlage -
brief commissie; Mededeling van de voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken omtrent de subsidiariteitstoets t.a.v. EU-voorstel: Richtlijn procedurele waarborgen verdachte of beklaagde kinderen COM (2013) 822 Tweede Kamer - 33.831, TK, 1
20 december 2013 Bevat bijlage
De minister van Veiligheid en Justitie stuurde op 17 januari 2014 het BNC-fiche aan de Kamer. Hieruit blijkt onder andere dat het kabinet hecht aan een effectieve verwezenlijking van het recht op een eerlijk proces. Minderjarigen zijn tot de verwezenlijking van dit recht niet altijd zelfstandig in staat. Passende ondersteuning kan worden geboden door een ouder of vertrouwenspersoon en een raadsman. Het kabinet is van oordeel dat preciezere vormgeving van aanvullende maatregelen ter bescherming van de procespositie van minderjarigen beter aan de lidstaten zelf kan worden overgelaten. Het kabinet onderschrijft de doelstellingen van de richtlijn. Het beoordeelt de subsidiariteit voorshands positief, maar plaatst daarbij kritische kanttekeningen. De proportionaliteit wordt negatief beoordeeld.
Op 18 december 2013 stuurde de minister van Veiligheid en Justitie een brief aan de Tweede Kamer met daarin het bericht dat de BNC-fiches inzake de voorstellen voor drie richtlijnen over gemeenschappelijke EU-normen in strafprocedures, niet binnen de daarvoor geldende drie-weken termijn naar de Kamer kunnen worden verzonden. De minister geeft aan dat de fiches op zo kort mogelijk termijn alsnog aan de Kamer zullen worden gezonden.
-
brief regering; Fiche: Richtlijn procedurele rechten minderjarigen Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, TK, 1772
17 januari 2014 -
brief regering; Uitstel aanbieding BNC fiches inzake gemeenschappelijke EU normen in strafprocedures Ministerie van Veiligheid en Justitie - 22.112, TK, 1755
18 december 2013
Dit voorstel maakt deel uit van een reeks voorstellen (zie ook E130055 en E130057) die moeten leiden tot gemeenschappelijke EU-normen in alle strafprocedures, zoals voorgesteld in het programma van Stockholm. Met dit voorstel beoogt de Europese Commissie speciale waarborgen te creëren voor kinderen die verdachte of beklaagde in een strafzaak zijn. Daarmee is nader invulling gegeven aan het fundamentele recht op een eerlijk proces, op grond waarvan een redelijk evenwicht tussen de procespartijen is vereist.
Het voorstel is van toepassing op personen tot 18 jaar en biedt voor kinderen, die door hun jonge leeftijd kwetsbaar zijn, waarborgen in alle fasen van het strafproces: het recht om door ouders (of andere geschikte personen) te worden bijgestaan en het recht direct op hun rechten te worden gewezen; het recht geen afstand kunnen mogen doen van het recht op bijstand van een advocaat; het recht op medische verzorging; het recht niet publiekelijk te worden gehoord; het recht om het proces bij te wonen; justitiële autoriteiten die te maken hebben met kinderen, moeten daarvoor speciale training ontvangen; kinderen mogen bij vrijheidsbeneming niet samen met volwassen gedetineerden worden opgesloten. De Europese Commissie baseert haar bevoegdheid voor deze ontwerprichtlijn op artikel 82, lid 2 VWEU. De gemeenschappelijke minimumnormen moeten bijdragen aan het vergroten van wederzijds vertrouwen tussen lidstaten en daarmee aan het vergemakkelijken van de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning.
Aanvullende aanbevelingen
Als onderdeel van een pakket maatregelen zijn naast dit voorstel twee aanbevelingen uitgebracht door de Europese Commissie, te weten: een aanbeveling betreffende procedurele waarborgen voor kwetsbare personen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure én een aanbeveling inzake het recht op rechtsbijstand voor verdachte of beklaagde in een strafprocedure.
-
Voorstel voor een richtlijn betreffende betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure commissievoorstel Europese Commissie - COM(2013)822
27 november 2013 -
Impact asssessment bij het voorstel voor een richtlijn betreffende speciale waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde in een strafzaak zijn [en] werkdocument Europese Commissie - SWD(2013)476
27 november 2013 -
Samenvatting van de impact assessment bij het voorstel voor een richtlijn betreffende betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure werkdocument Europese Commissie - SWD(2013)481
27 november 2013 -
Implementatieplan bij het voortel voor een richtlijn betreffende speciale waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde in een strafzaak zijn [en] werkdocument Europese Commissie - SWD(2013)492
27 november 2013 -
Aanbeveling betreffende procedurele waarborgen voor kwetsbare personen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure [en] commissievoorstel Europese Commissie - C(2013)8178
27 november 2013 -
Aanbeveling inzake het recht op rechtsbijstand voor verdachten of beklaagden in strafprocedures [en] commissievoorstel Europese Commissie - C(2013)8179
27 november 2013 -
Commissiemededeling: Voortgang bij de uitvoering van de agenda van de Europese Unie inzake procedurele waarborgen voor verdachten en beklaagden – De grondvesten van de Europese strafrechtelijke ruimte versterken commissievoorstel Europese Commissie - COM(2013)820
27 november 2013
JBZ-Raad 21 april 2016
Tijdens de Raad wordt de wetgevingshandeling van de ontwerprichtlijn, die is goedgekeurd door het Coreper op 13 april 2016, naar verwachting aangenomen.
JBZ-Raad 8-9 oktober 2015 (agendapunt II.12)
Tijdens de Raad zijn de laatste stand van zaken gegeven over dit voorstel, waarbij onder andere zal worden aangegeven dat de trilogen tussen Raad en Europees Parlement zijn gestart.
JBZ-Raad 15-16 juni 2015 (agendapunt III.9)
Het Voorzitterschap gaf tijdens de JBZ-Raad van 15-16 juni 2015 informatie over de stand van zaken in de onderhandelingen van dit voorstel. Zoals hieronder beschreven werd op de JBZ-raad van 5 en 6 juni 2014 een algemene benadering bereikt in de Raad over de richtlijn. Het Europees Parlement heeft op 5 februari 2015 zijn positie en onderhandelingsmandaat voor de trilogen met de Raad vastgesteld. Na de vaststelling van dit standpunt zijn de trilogen tussen Raad en Europees Parlement gestart (eerste lezing).
JBZ-Raad 5-6 juni 2014 (agendapunt III.3)
Tijdens de Raad is een algemene benadering bereikt over het richtlijnvoorstel. Nederland houdt wel zorgen bij de regeling in artikel 6a (recht op bijstand door een raadsman). Die regeling kan aanzienlijke kosten met zich brengen en dit is voor Nederland een belangrijk punt in de triloog met het Europees Parlement. De Europese Commissie verwacht dat het Europees Parlement tijdens de trilogen de lat hoger willen leggen in het belang van het kind.
JBZ-Raad 3-4 maart 2014 (agendapunt II.4)
Tijdens de Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken op 3-4 maart 2014 heeft een oriënterend debat plaatsgevonden over het richtlijnvoorstel op basis van een document van het Voorzitterschap. Het Voorzitterschap concludeerde dat de meeste lidstaten er een voorkeur voor hebben dat bepaalde artikelen van de richtlijn van toepassing blijven nadat een kind de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, maar dat ook een aantal lidstaten van oordeel is dat de richtlijn niet langer van toepassing is nadat een kind de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Daarnaast moet er altijd recht op toegang tot een raadsman zijn zonder dat daarvan kan worden afgezien. Wel zal een uitzondering voor minor cases worden opgenomen. Ten slotte heeft de Raad ten aanzien van de privacy van kinderen een voorkeur voor een bepaling waarin aan de lidstaten een verplichting wordt opgelegd om voldoende waarborgen op te nemen in de nationale wetgeving zodat het belang van het kind wordt beschermd
Informele JBZ-Raad 23-24 januari 2014 (agendapunt I.2)
Tijdens de informele Raad heeft de Europese Commissie een discussie ingeleid over het richtlijnvoorstel. Een klein aantal lidstaten sprak steun uit voor de uitvoering van de routekaart ter versterking van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden in strafprocedures.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
-
Outcome of the Justice and Home Affairs meeting 21 april 2016 [en] verslag van raad Raad van de Europese Unie - 8065/16
21 april 2016 -
brief inzake geannoteerde agenda JBZ-Raad 10 en 11 maart 2016 en monitoringsoverzicht JBZ-dossiers 1e kwartaal 2016 Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, FW
2 maart 2016 Bevat bijlage -
brief inzake Verslag JBZ-Raad 8 en 9 oktober 2015 Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, FG
27 oktober 2015 -
brief inzake geannoteerde agenda JBZ-Raad 8 en 9 oktober 2015 en monitoringsoverzicht JBZ-dossiers (3e kwartaal 2015) Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, FE
30 september 2015 Bevat bijlage -
brief inzake verslag JBZ Raad 15 en 16 juni 2015 Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, EV
29 juni 2015 -
brief inzake geannoteerde agenda JBZ-Raad 15 en 16 juni 2015 en monitoringsoverzicht (2e kwartaal 2015) Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, ES
4 juni 2015 Bevat bijlage -
brief inzake geannoteerde agenda JBZ Raad 4 en 5 december 2014 en monitoringsoverzicht JBZ-dossiers (4e kwartaal 2014) Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, EE
24 november 2014 Bevat bijlage -
brief inzake geannoteerde agenda JBZ-Raad 9 en 10 oktober 2014 en monitoringsoverzicht JBZ-dossiers (3e kwartaal 2014) Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, DY
1 oktober 2014 Bevat bijlage -
brief inzake Verslag JBZ-Raad 5 en 6 juni 2014 Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, DU
20 juni 2014 -
Persverslag van de Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken van 5-6 juni 2014 verslag van raad Raad van de Europese Unie - 10578/14
6 juni 2014 -
brief inzake geannoteerde agenda JBZ-Raad 5 en 6 juni 2014 en monitoringsoverzicht JBZ-dossiers (2e kwartaal 2014) Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, DT
28 mei 2014 Bevat bijlage -
Algemene benadering richtlijnvoorstel procedurele waarborgen voor kinderen [en] raadsdocument Raad van de Europese Unie - 10065/14
22 mei 2014 -
brief inzake verslag JBZ-Raad, 3 en 4 maart 2014 Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, DP
18 maart 2014 -
Persverslag van de Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken van 3-4 maart 2014 verslag van raad Raad van de Europese Unie - 7095/14
5 maart 2014 -
Orientation debate - Voorstel voor een richtlijn betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure [en] notitie Raad van de Europese Unie - 6403/14
24 februari 2014 -
brief inzake geannoteerde agenda van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 3 en 4 maart 2014 Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, DM
17 februari 2014 Bevat bijlage -
brief inzake Verslag informele JBZ-Raad 23 en 24 januari 2014 Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, DK
7 februari 2014 -
brief inzake geannoteerde agenda informele JBZ-Raad 23 en 24 januari 2014 Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, DI
14 januari 2014
Op 9 maart 2016 heeft het Europees Parlement een ontwerprichtlijn aangenomen over het procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure.
De commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) heeft op 5 februari 2015 zijn positie en onderhandelingsmandaat voor de trilogen met de Raad vastgesteld. Na de vaststelling van dit standpunt zijn de trilogen tussen Raad en Europees Parlement gestart (eerste lezing). Het Europees Parlement zal naar verwachting op 15 december 2015 haar standpunt in eerste lezing vaststellen.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
-
Persbericht: Rechten kinderen in strafprocedures versterkt persbericht Europees Parlement
9 maart 2016 -
Verslag van de LIBE commissie over het richtlijnvoorstel betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure standpunt EP Europees Parlement - A8-0020/2015
12 februari 2015
De deadline voor het indienen van eventuele subsidiariteitsbezwaren was gesteld op 12 februari 2014.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.
Naar aanleiding van de algemene benadering waar de Raad Algemene Zaken op 5-6 juni 2014 overeenstemming over bereikte, stuurde de Commissie Meijers op 26 september 2014 wederom een notitie aan de de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) van het Europees Parlement. In de notitie uit de commissie haar zorgen over een aantal punten uit de algemene benadering.
De Commissie Meijers stuurde op 18 maart 2014 een notitie aan de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) van het Europees Parlement over de EU-voorstellen gemeenschappelijke normen in strafprocedures, waar dit voorstel deel van uitmaakt. Een afschrift van de brief werd tevens aan de Eerste Kamer gezonden.
-
Notitie ten behoeve van het Algemeen Overleg van de Tweede Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie over de JBZ-Raad van 9-10 oktober 2014 notitie Commissie Meijers - CM1408
6 oktober 2014 -
Proposal for a Directive on procedural safeguards for children suspected or accused in criminal proceedings [en] notitie Commissie Meijers - CM1408
26 september 2014 -
Fundamental Rights Aspects of certain outstanding Justice and Home Affairs Files [en] notitie Commissie Meijers
29 augustus 2014 -
Note of the Meijers Committee on the Package of Fair Trial Rights Commissie Meijers - CM1402
18 maart 2014