Verslag van de vergadering van 23 april 2019 (2018/2019 nr. 27)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.20 uur
De heer Pijlman i (D66):
Dank, voorzitter. In juli 2017 bespraken we hier de wet Kwaliteitsborging voor het bouwen, waaraan op dat moment al twintig jaar was gewerkt. Na een uitvoerig debat vroeg de minister de stemming aan te houden. Nu bijna twee jaar later staan we hier voor de derde termijn en komt het na het reces tot stemming.
Zowel in eerste als in tweede termijn hebben wij, de D66-fractie, betoogd dat we de voorliggende wet een verbetering vinden van de huidige praktijk. Uit tal van incidenten blijkt dat het huidige systeem waarbij de gemeente de toezichthouder is, niet meer werkt. Feitelijk is de gemeente alleen nog op papier toezichthouder. Dat was ook de conclusie van de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het rapport getiteld Bouwen aan constructieve veiligheid. Dit wetsvoorstel zorgt ervoor dat de kwaliteit in de bouwsector een stevige impuls krijgt doordat de aansprakelijkheid voor aannemers bij gebreken op een normaal, in andere sectoren volstrekt gebruikelijk, niveau wordt gebracht.
In het voorliggende wetsvoorstel worden opdrachtgevers beter beschermd. Alle opdrachtgevers: particuliere en professionele. In veel gemeenten is bezuinigd op het bouwtoezicht, waardoor plannen vaak alleen nog op papier worden beoordeeld. Dat leidt tot onwenselijke situaties. Toch hadden ook wij in de eerste en tweede lezing nog veel vragen over de taakverdeling tussen opdrachtgevers, aannemers, kwaliteitsborgers, zbo en gemeenten. Het afgelopen jaar is een en ander verhelderd en neergelegd in het bestuursakkoord tussen de minister, de VNG, de G4, de G40 en de Vereniging Bouw- & Woningtoezicht. Ook met de veiligheidsregio's is er overleg gevoerd. Een en ander heeft tot verheldering geleid zodat nu bijna eenieder zegt: invoeren! Dat is een compliment aan de minister waard.
Wel zal het bestuursakkoord zorgvuldig moeten worden geïmplementeerd. In de eerdere behandeling van het wetsvoorstel kreeg de D66-fractie de toezegging dat de benodigde AMvB's bij onze Kamer voorgehangen zullen worden, zodat wij het proces om tot implementatie te komen, kunnen blijven volgen. Ik zou graag een bevestiging van die toezegging zien. Om eventueel bij te kunnen sturen, is het ook noodzakelijk verder te blijven werken met pilots tot de beoogde invoerdatum en de resultaten ook met onze Kamer te delen. De pilots zullen, naar wij menen, ook in klasse 2 en 3 moeten worden uitgevoerd. Is de minister met de partners van het bestuursakkoord dat ook voornemens?
Voorzitter. In eerste instantie sprak D66 twijfel uit over de tiendagentermijn na de gereedmelding van een bouwwerk. Heeft de gemeente voldoende tijd om het dossier te beoordelen en wanneer er anderzijds signalen zijn dat er fouten zijn gemaakt, ingebruikname uit te stellen, vroegen wij ons af. De minister was daar toen weinig helder over. Nu is in het bestuursakkoord vastgelegd dat gemeenten bij een onvolledig dossier of bij gerede twijfel over de bouwkwaliteit verlenging van de onderzoeksperiode kunnen eisen, en dat ingebruikname in die tijd verboden is. Wij beschouwen dat als een extra garantie dat de gemeenten in het nieuwe stelsel nog steeds een belangrijke rol spelen. Wij nemen aan dat ook deze regel in een AMvB wordt vastgelegd.
Voorzitter. De inwerkingtreding van de wet wordt nu voorzien samen met die van de Omgevingswet op 1 januari 2021. Op onze schriftelijke vragen antwoordde de minister dat dit op uitdrukkelijk verzoek van de VNG is, maar dat zij ons een halfjaar voor inwerkingtreding zal informeren of er aan alle voorwaarden is voldaan. Wij begrijpen dat deze tijd nog nodig is om eenieder voorbereid en met werkende IT-systemen aan de slag te laten gaan. Tegelijkertijd waarschuwen wij dat ook deze wet weer opgehangen wordt aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, hetgeen risico's met zich meebrengt. Dat wordt nog meer een megaoperatie. Wij hadden dat liever anders gezien. Kan de minister nog eens toelichten waarom hiervoor gekozen is?
Voorzitter. Alles overziende, ligt hier nu een voorstel dat aansprakelijkheid en toezicht bij het bouwen veel beter regelt dan in het bestaande stelsel. Deze wet komt de bouwkwaliteit en de verantwoordelijkheidsverdeling ten goede. Met belangstelling wachten wij de beantwoording van de minister af.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Pijlman. Ik geef het woord aan mevrouw Fiers.