Plenair Ton van Kesteren bij behandeling Wijziging rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs



Verslag van de vergadering van 27 mei 2019 (2018/2019 nr. 31)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.13 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ton van Kesteren i (PVV):

Dank u wel, voorzitter. De beoogde wijziging van de Wet studiefinanciering, waarbij de rente op studieleningen wordt gebaseerd op de tienjaarsrente in plaats van op de vijfjaarsrente, dient volgens dit kabinet om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te verbeteren. Het aanvankelijke uitgangspunt was niet om de overheidsfinanciën te verbeteren, maar om de houdbaarheid van het leenstelsel te verbeteren. Maar dat doel werd kort daarna weer gewijzigd in verbetering van de overheidsfinanciën, om te benadrukken dat ook zonder deze wetswijziging het studiefinancieringsstelsel houdbaar is.

Voorzitter. Dit dossier kunnen we inmiddels definiëren als een hoofdpijndossier. Het leenstelsel was al zeer politiek geladen en moest in de Tweede Kamer voor de poorten van de hel worden weggesleept. De minister hield aanvankelijk de aankomende pechgeneratiestudenten voor dat de wetswijziging een investering was om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, maar daar is helaas niets van terechtgekomen omdat de minister de ambitie de kwaliteitsverbetering van het onderwijs en de financiering ervan over de schutting van de universiteiten en de hogescholen heeft gegooid.

Dan is er nu ook nog de verbroken belofte van de vijfjaarsrente die wordt gewijzigd in de tienjaarsrente. Daarmee wordt dus bevestigd dat deze wetswijziging slechts een zakelijke bezuiniging betreft over de rug van met name oud-studenten met een studieschuld. De PVV-fractie vindt dat met deze wetswijziging zelfs een verbetering van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën niet eens wordt gerealiseerd. Houdbaarheid van overheidsfinanciën realiseer je door bijvoorbeeld te stoppen met het weggeven van honderden miljoenen aan onderwijsgelden aan buitenlandse studenten die na hun studie niet meer te traceren zijn en veelal aan rente en terugbetaling ontkomen. Houdbare overheidsfinanciën bereik je door te stoppen met de financiering van grote onderwijsprojecten in het buitenland, of met het terugdringen van de bureaucratie in het onderwijs, om maar eens een paar voorbeelden te noemen.

De minister suggereert dat deze wetswijziging oud-studenten met studieschulden hooguit een paar tientjes per maand kost en dat de rente nu ongeveer 0% is. Maar iedereen weet heel goed dat dat tijdelijk is, en dat mag dus helemaal geen argument zijn. De opbrengst van deze maatregel levert de overheid structureel slechts 226 miljoen op, maar deze wetswijziging heeft wel degelijk ingrijpende financiële en sociaal-maatschappelijke gevolgen voor met name oud-studenten met een studieschuld. Tabo Stekelenburg, een leerling 5 VWO van het Barlaeus Gymnasium in Amsterdam, die ons een brief stuurde, maakt zich zorgen, en terecht, niet over zijn studie en de vraag of hij überhaupt gaat studeren, maar zeker ook over zijn toekomst en over de vraag of hij wel alle eindjes aan elkaar kan knopen na zijn studie; ook niet onbelangrijk. De houdbaarheid van het uitgavenpatroon van oud-studenten met een schuld wordt met deze maatregel allesbehalve verbeterd. De PVV-fractie vindt dan ook dat deze wetswijziging haar doel volledig voorbijschiet. De financiële meevaller voor de overheid staat namelijk in geen verhouding tot de financiële gevolgen voor oud-studenten met een studieschuld die na hun studie een toekomst willen opbouwen, zeg ik tegen collega Duthler.

Jonge gezinnen moeten in de regel hard werken om alle vaste lasten en belastingen te kunnen voldoen: stevige woonlasten dan wel hypothecaire lasten, stijgende gemeentelijke lasten, stijgende energielasten, stijgende zorgkosten, dure kinderopvang, en daarbovenop nog een studieschuld waarover straks wellicht 35 jaar lang rente en aflossing moeten worden betaald. Oud-studenten met een studieschuld kunnen minder lenen voor een woning, en hun veelal modale inkomens stijgen nauwelijks. De torenhoge vaste lasten, die elk jaar verder stijgen door absurde klimaatmaatregelen en kosten van de massa-immigratie — om maar eens een paar voorbeelden te noemen — de hoge belastingdruk en de rente en aflossing van een hypothecaire lening en een aanzienlijke studieschuld drukken dan ook fors op het besteedbare inkomen van deze gezinnen. Ik vraag de minister: zou het niet redelijk en billijk zijn om deze groep oud-studenten ook in aanmerking te laten komen voor kwijtschelding van hun studieschuld? Dit omdat studieschuld het verkrijgen van een hypotheek meer dan eens in de weg staat en omdat door die schulden, in combinatie met voortdurend stijgende vaste lasten en belastingen, het inkomen van deze groep burgers ontoereikend is geworden om daarmee alle kosten te kunnen voldoen. Graag een reactie.

Studenten zien het leenstelsel ook niet zitten. Men twijfelt of studeren uiteindelijk zal gaan lonen, en men maakt zich zorgen, terecht, om de studieschuld die zal worden opgebouwd. Ook in de politiek wordt het draagvlak voor het leenstelsel minder omdat men zich de financiële gevolgen ervan steeds meer realiseert in plaats van bagatelliseert. Een levenslange studieschuld van bijvoorbeeld twee partners, oud-studenten met een studieschuld, die een gezin willen stichten, zal als een rode draad door hun leventje blijven lopen.

Het zou natuurlijk het beste zijn als het leenstelsel zou verdwijnen, maar voor nu zou de minister er goed aan doen om de oude situatie te laten bestaan en de vijfjaarsrente vooralsnog in stand te houden. Elk tientje lastenverlichting voor modale huishoudens is namelijk meegenomen, zeg ik speciaal tegen mevrouw Maria Martens van het CDA. Bovendien wordt in de oude regeling na vijftien jaar beoordeeld of de restschuld kan worden kwijtgescholden vanwege onvoldoende inkomen. Voor modale huishoudens van oud-studenten met studieschulden, die jaarlijks ook nog eens worden geconfronteerd met een aanzienlijke stijging van vaste lasten en belastingen, zou dat een zegen zijn.

De regering acht het van belang dat studieschulden worden meegenomen bij de aanvraag van een hypothecaire lening. Daarbij gaat de regering ervan uit dat hypotheekbemiddelaars dan wel kredietverstrekkers de studieschulden per definitie zullen meenemen in de beoordeling van een aanvraag voor een hypothecaire lening, omdat ze immers zorgplicht hebben. Niets is minder waar, want de PVV-fractie constateert dat studieschulden begrijpelijkerwijs niet altijd worden gemeld als men een hypothecaire lening aanvraagt, omdat men dan namelijk meer kan lenen om die ene passende woning wél mogelijk te maken, wat bij een lager leenbedrag niet mogelijk is. Het voordeel voor de overheid door deze wetswijziging weegt dus niet op tegen de gevolgen ervan in de samenleving. Deze wetswijziging zorgt er namelijk voor dat gezinnen in de financiële problemen kunnen komen vanwege een levenslange studieschuld voor een woning, een studielening in combinatie met jaarlijks stijgende vaste lasten en belastingen. En de structurele meevaller voor de overheid van 256 miljoen weegt absoluut niet op tegen de financiële en vooral sociaal-maatschappelijke gevolgen voor met name huishoudens van oud-studenten met een studieschuld. De tienjaarsrente blijkt in de praktijk voor met name Nederlandse oud-studenten met een studieschuld contraproductief. Daarom pleit de PVV-fractie vooralsnog voor instandhouding van de vijfjaarsrentetermijn. Kan de minister ook uitleggen waarom zij star blijft vasthouden aan deze wetswijziging, ondanks het teruglopende politieke draagvlak voor het leenstelsel vanwege onder andere die sociaal-maatschappelijke gevolgen voor oud-studenten met een studieschuld?

Voor het laatste argument zou ik een beroep willen doen op de sociaal-maatschappelijke verantwoordelijkheid van alle collega's in deze Kamer. Het is veelzeggend dat zelfs GroenLinks inmiddels in de Tweede Kamer heeft aangekondigd dat men afscheid wil nemen van het leenstelsel. Deed deze partij dat ook maar met alle klimaatmaatregelen! Maar goed, wat niet is, kan nog komen. Grote kans dus dat in een volgende coalitie het leenstelsel zal verdwijnen.

Tot slot, voorzitter. Deze wetswijziging heeft grote ongewenste financiële en sociaal-maatschappelijke gevolgen voor een grote groep burgers, oud-studenten met een studieschuld. De uitvoering van dit wetsvoorstel zal ook tot grote problemen gaan leiden bij de uitvoering door DUO. Het doel heiligt de middelen dus allerminst.

Ter afsluiting, voorzitter, gun ik alle studenten de nacht van Duthler. Daar hebben ze recht op.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Kesteren. Ik geef het woord aan de heer Bruijn.