Verslag van de vergadering van 28 mei 2019 (2018/2019 nr. 32)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.44 uur
Mevrouw Gerkens i (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik dank de minister voor haar uitgebreide beantwoording. Wij zijn echter niet overtuigd van de noodzaak van dit wetsvoorstel. De minister maar ook de heer Bruijn hebben beiden aangegeven dat de verhoging van de rentemaatstaf nodig is voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën, hetgeen voorbijgaat aan hun eigen argumentatie bij de invoering van het leenstelsel, waarbij werd betoogd dat de student best mag bijdragen aan de kwaliteit van zijn of haar eigen onderwijs. Nu gaan de opbrengsten naar de staatskas en niet naar de verbetering van het onderwijs. Daarmee vraag je van de oud-student een dubbele bijdrage. Ik vraag de minister wat de onderbouwing ervan is dat zij een dubbele bijdrage moeten leveren.
Daarnaast levert het voor de studenten een onzekere factor op. Nu is de rente laag, maar dat was nog niet zo lang geleden wel anders. Het bizarre is dat de student pas na de studie weet hoe hoog de lasten van de aflossing zullen zijn, omdat er met die meerjarenrente wordt gerekend. Dit wetsvoorstel maakt de onzekerheid over de gevolgen van lenen om te studeren alleen maar groter, niet alleen door de rentemaatstaf te verhogen, maar ook door deze wijziging zo kort na de invoering van het leenstelsel in te dienen. De overheid is voor de student een onbetrouwbare partner gebleken.
Voorzitter. Mijn fractie vindt het ongelofelijk dat dit kabinet studenten aanspoort tot het nemen van een lening, terwijl niet duidelijk is wat de uiteindelijke consequenties daarvan zijn, bijvoorbeeld door de magere informatie van DUO, waar de minister overigens ook niet op ingegaan is. Het mantra is namelijk dat deze verhoging slechts €12 per maand kost, of een paar biertjes, zoals ook vaak is gezegd. Ik moet zeggen dat ik dat een badinerende opmerking vind, alsof we alleen bierdrinkende studenten hebben die een lening aangaan, of alleen oud-studenten bier drinken. Die €12 gaat uit van de rentestand van de afgelopen jaren. Mocht die rente stijgen — en dat gaat echt een keer gebeuren — dan betaal je opeens veel meer, mogelijk zelfs meer rente dan je ooit geleend hebt. Hoe oordeelt de minister hierover?
Voorzitter. Daarnaast is de hele opbrengst, het doel, van dit wetsvoorstel ook onzeker. Eigenlijk is het dus een beetje een nattevingerwetsvoorstel. Want wat gaat de minister nou doen als er minder dan 226 miljoen euro wordt opgehaald in 2060? Gaat ze dan weer met een voorstel tot wijziging komen?
Voorzitter. Ik heb gehoord en gezien dat de Kamer zeer kritisch is over dit wetsvoorstel. Gisteren bood een aantal van de 27 studenten- en jongerenorganisaties ons maar liefst 112.000 handtekeningen aan, met het dringende appel om dit wetsvoorstel niet te steunen. Dat is echt heel erg veel, echt heel erg veel. Daarnaast zijn ons brieven gestuurd met persoonlijke oproepen. De strijd van de scholieren en studenten is onvermoeibaar geweest. Ik hoop dan ook van harte dat er voor dit wetsvoorstel geen meerderheid te vinden is.
Het is een lange avond geworden, en hoewel we pas volgende week stemmen, mag ik toch de hoop uitspreken dat dan blijkt dat dit de nacht van de student is geweest.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Gerkens. Ik geef het woord aan de heer Schalk.