Verslag van de vergadering van 4 juni 2019 (2018/2019 nr. 33)
Aanvang: 13.08 uur
Status: gecorrigeerd
Stemming Vereiste van ingezetenschap voor wethouders en gedeputeerden
Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Gemeentewet en de Provinciewet in verband met de verruiming van de bevoegdheid van de raad en provinciale staten om ontheffing te verlenen van het vereiste van ingezetenschap voor wethouders en gedeputeerden (34807).
(Zie vergadering van 28 mei 2019.)
De voorzitter:
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.
Mevrouw Huijbregts.
Mevrouw Huijbregts-Schiedon i (VVD):
Voorzitter. Het ingezetenschap is naar de mening van de VVD in alle bestuurslagen een dragend principe van onze vertegenwoordigende democratie. Het voorliggende voorstel beoogt raden en Staten een pragmatische handreiking te bieden in de vrijstellingsprocedure hierop door de bestaande restricties weg te nemen en de afweging ongeclausuleerd op provinciaal en lokaal niveau te laten. Naar de mening van mijn fractie wordt hierdoor het woonplaatsvereiste op decentraal niveau impliciet opgeheven, zonder dat er een besluit en een debat over de consequenties van deze ongeclausuleerde vrijstelling voor het functioneren van het lokaal bestuur en provinciaal bestuur aan vooraf is gegaan. De leden van de VVD zullen dan ook tegen het voorstel stemmen.
De voorzitter:
Dank wel, mevrouw Huijbregts.
Ik kijk even rond of er nog meer stemverklaringen zijn. Dat is niet het geval.
We stemmen bij zitten en opstaan.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, de PvdA, GroenLinks, de OSF, D66 en Fractie Duthler voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, het CDA, de PvdD, 50PLUS, de SP en de PVV ertegen, zodat het is verworpen.