T02717

Toezegging Opnemen reflectie inzake lage rentestanden in Miljoenennota (CXXXI)



De Minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Rinnooy Kan (D66) en Van Rij (CDA), toe in de eerstvolgende Miljoenennota te reflecteren op de lage rentestanden en de moderne monetaire economie.


Kerngegevens

Nummer T02717
Status voldaan
Datum toezegging 23 april 2019
Deadline 1 oktober 2019
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Kamerleden Mr. M.L.A. van Rij (CDA)
Prof.dr. A.H.G. Rinnooy Kan (D66)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Mondeling overleg
Categorie overig
Onderwerpen Europees Semester 2019
Lage rente
miljoenennota
Monetaire economie
Kamerstukken Europees Semester 2019 (CXXXI)


Uit de stukken

Kamerstukken I 2018-2019, CXXXI-D-n1, blz. 3-4

De heer Rinnooy Kan (D66):

In de derde plaats zou ik heel graag een reflectie willen van een van beide of van beide Ministers over wat ik nu maar aanduid als de moderne monetaire economie, die haar voorstanders en tegenstanders kent, maar waarvan de korte samenvatting is dat wij moeten leren leven met een permanent lage rente. Wat wij ooit vermoedden een incident te zijn, zou weleens een gegeven kunnen zijn dat ons tientallen jaren gaat bezighouden. Ik heb het dan over rentestanden tussen 0% en 1%. Die brengen heel veel conventionele spelregels voor verantwoord beleid opnieuw ter discussie. Bijvoorbeeld de spelregel dat de overheid terughoudend moet zijn bij het aangaan van schulden. Maar als je kunt lenen tegen minder dan de inflatie, is het woord «schuld» op zijn minst van een nieuwe lading voorzien. Juist vooruitlopend op wat ons misschien te wachten staat bij een eerstvolgende recessie – die gaat ooit komen, maar laten we hopen dat dit nog lang duurt – lijkt dit mij een heel goed moment om de repercussies van dat perspectief op niet alleen het overheidsbeleid, maar ook op het beleid dat te maken heeft met pensioenen en het beleid dat te maken heeft met het belonen of ontmoedigen van sparen, nog eens kritisch te bezien. Ik zou mij kunnen voorstellen dat dit kabinet probeert om daar een complete en grondige verkenning aan te wagen. Dank u wel.

Kamerstukken I 2018-2019, CXXXI-D-n1, blz. 5

De heer Van Rij (CDA):

Het tweede punt is eigenlijk al in een iets ander verband door de heer Rinnooy Kan aangestipt. Je kan natuurlijk allemaal fiscale maatregelen nemen, maar als de rente zo laag is, blijft het nog steeds heel erg aantrekkelijk om te lenen, ook als het gaat om de financiering van de eigen woning en om het strakkere fiscale regime. Ik ben dus ook heel erg benieuwd wat de reactie van de Ministers daarop is.

Kamerstukken I 2018-2019, CXXXI-D-n1, blz. 11

Minister Hoekstra:

Ik begrijp de heren Rinnooy Kan en Van Rij heel goed. Wat als dit wel het nieuwe normaal is? Je moet daar op zijn minst over nadenken. Ik zou aan beiden willen toezeggen dat we daar in ieder geval een vorm van een bespiegeling aan gaan wijden in de Miljoenennota. Daarbij zou ik overigens niet de suggestie willen wekken dat er dan een soort definitief oordeel komt, want ik wil u er wel even aan herinneren dat het kabinet geen formeel rentebeleid voert.


Brondocumenten


Historie