De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Flierman (CDA), toe te kijken naar de mogelijkheden om knellende regelgeving te schrappen ter bevordering van de woningbouw.
Nummer | T02750 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 21 mei 2019 |
Deadline | 1 januari 2021 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening |
Kamerleden | Dr. A.H. Flierman (CDA) |
Commissie | commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | Crisis- en herstelwet duurzaamheid woningbouw woningcorporaties |
Kamerstukken | Wijziging Crisis- en herstelwet in verband met versnelling woningbouw en faciliteren duurzame ontwikkeling (35.013) |
Handelingen I 2018-2019, nr. 29 item 4 - blz. 4
De heer Flierman (CDA):
Nu de minister met wie wij vandaag debatteren ook over de woningcorporaties gaat, kan ik de verleiding niet weerstaan om enigszins buiten de orde van het voorliggend wetsvoorstel de minister te vragen of de tijd niet rijp is om eens na te gaan of we, met behoud van de eisen om zorgvuldig met middelen in de sfeer van de sociale woningbouw om te gaan, enkele knellende regels op dit vlak zouden kunnen schrappen — schrapsessies zijn tegenwoordig populair onder bewindslieden, geloof ik — om daarmee projecten die de leefbaarheid in kleinere kernen zeker ten goede komen, beter mogelijk te maken.
Handelingen I 2018-2019, nr. 30 item 11 - blz. 9
Minister Ollongren:
Dan wat meer vragen en antwoorden over de woningbouw. Een belangrijke aanleiding voor deze wetswijziging is natuurlijk de wens om bij te dragen aan de versnelling van de woningbouwopgave. Een aantal leden heeft gisteren wat aanpalende terreinen behandeld: sociale woningbouw bijvoorbeeld. De heer Flierman gaf zelf al in zijn bijdrage aan dat het misschien net een beetje aan de rand van het onderwerp zat, maar het is wel een belangrijk onderwerp. Hij zei eigenlijk: als wij dit doen, is het dan niet belangrijk om ook op andere gebieden te kijken of er knellende regelgeving is die we misschien zouden kunnen schrappen? We zouden bijvoorbeeld in de sociale woningbouw meer kunnen doen, om te zorgen dat de leefbaarheid in kleine kernen verbetert, en dat soort zaken.
Ik begrijp de suggestie heel erg goed en ik ben ook blij — voor een deel was dat overigens ook afkomstig uit het coalitieakkoord — dat we op dat punt ook al een aantal suggesties hebben gedaan. Er ligt bijvoorbeeld in deze Kamer een wetswijziging voor die gaat over de vereenvoudiging van de markttoets. Dat is een wetswijziging waarmee we corporaties in staat stellen om meer middenhuurwoningen te bouwen. Ik denk dat dat heel goed is. Dat komt juist de kleine kernen ten goede en het bevordert gemengde wijken. Dat is denk ik een voorbeeld van datgene waaraan de heer Flierman refereerde.
Handelingen I 2018-2019, nr. 30 item 11 - blz. 13
De heer Flierman (CDA):
De tweede toezegging waar ik blij mee ben, is de opmerking van de minister dat er hard gewerkt wordt om met corporaties te kijken naar de ruimte die er is om overbodige of te strenge regels te schrappen. We moeten natuurlijk wegblijven bij megalomane of te riskante projecten — daar zijn we het allemaal over eens — maar in reactie op die misstanden zijn we misschien in de sfeer van de corporaties ook wel een beetje doorgeslagen in het niet langer mogelijk maken van op zichzelf zinvolle en goede projecten. Dat is wel een beetje typisch Nederlands, denk ik. Als die balans hersteld wordt door corporaties bijvoorbeeld de mogelijkheid te geven om ook in het middensegment huurwoningen te realiseren of een keer een enkele winkel in een dorp, als de leefbaarheid daarmee gediend is, dan lijken mij dat hele goede voorbeelden. Dan zou het mooi zijn als we op dat pad verder kunnen gaan. Ik wil de minister dus van harte aanmoedigen om dat te doen.
Handelingen I 2018-2019, nr. 30 item 11 - blz. 16
Minister Ollongren:
De tweede toezegging die ik deed in de richting van de heer Flierman betrof de regelgeving omtrent woningbouwcorporaties. Ik noemde al de markttoets, maar er zijn inderdaad ook andere mogelijkheden. De voorbeelden die de heer Flierman noemde, spreken mij ook heel erg aan, want die woningbouwcorporaties hebben een hele belangrijke taak, ook of misschien wel juist als het gaat over de leefbaarheid, de kleine kernen et cetera. Dat zijn de heer Flierman en ik dus met elkaar eens.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2018/2019, nr. 30, item 11
-
behandeling Verslag EK 2018/2019, nr. 29, item 4
-
10 mei 2022
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
24 september 2019
nieuwe deadline: 1 januari 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over (deels) openstaande toezeggingen
Voor kennisgeving aangenomen op 10 september 2019
EK 35.000 VII / 35.000 IV, D
-
-
21 mei 2019
toezegging gedaan